Dagelijks archief: 13 juli 2010

Historische zeilvaart en social media

Sinds ik vorig jaar samen met de ICT-Vereniging Noord-Nederland vanuit Lauwersoog een dagtochtje op de eenmastklipper Willem Jacob mee mocht maken bij schipper Tjerk Hesling-Hoekstra aan boord, kom ik hem hier en daar af en toe virteel tegen. Bij LinkedIn bijvoorbeeld. Via links op die site ook weer in Twitter. Als gewezen schipper ben ik blij dat ik nu niet meer hoef te varen, maar ik heb het toch ruim twintig jaren met veel passie en inzet gedaan. Daarom vind ik het leuk om af en toe even een kijkje in de keuken te mogen nemen. Tjerk, maar ook Jeroen van de Harlinger klipper Poseidon geven me geregeld die kans.


Tjerk is sinds kort actief op Twitter, onder de naam @eilandhopwj. Zijn zomerprogramma bestaat uit ‘eilandhoppen’, dagtochten van Waddeneiland naar Waddeneiland. Zijn zoektocht naar effectieve communicatie via ICT en internet doet mij denken aan de mijne, een vijftiental jaren eerder. Ineens was er mobiele telefonie en het internet was net van start gegaan. Mijn partner Inge en ik hadden onze buik vol van het oligopolistische kartel van de ‘kantoortjes’.  

De Willem Jacob. © Tjerk Hesling-HoekstraWe zochten naar manieren om het anders te doen. Dat kwam destijds in eerste instantie neer op het plaatsen een plaatje van het schip op een webpagina. We waren één van de eerste schippers met een website. Later moesten we ook werken aan een aantrekkelijke presentatie, vindbaarheid door zoekmachines in een tijd dat er nog geen Google bestond en nachtenlang per email vragen beantwoorden en offertes schrijven.

Nu, met Twitter en andere sociale netwerken, is het misschien makkelijker geworden, omdat een schipper actueler, heter van de naald, persoonlijker en interactiever met zijn klanten en relaties kan omgaan. Anderzijds, het is nog steeds even moeilijk, omdat hij maar één van de tientallen miljoenen twitteraars en internetters is.

Als ik voor mezelf spreek: ik lees graag mee met de korte statusberichtjes van zeilers als Tjerk of Jeroen. Ik vind het heel erg interessant om te lezen hoe het vanmiddag zit met de wind en de stroom in het Inschot, hoe laat ze aankomen op West-Terschelling, of ’t er druk is, of je veel eilandhoppers aan boord hebt. Beroepsmatige belangstelling, zou je kunnen zeggen. Misschien denken klanten er anders over, maar ik durf te wedden dat zij het ook willen weten en dat zij zich daardoor laten inspireren.

Misschien moeten de schippers het voor een volger nóg makkeljiker maken om vanuit een statusupdate via Twitter naar een video, foto of website te gaan. Wie weet moeten zij het mogelijk maken dat de kijkers de actuele route volgen met Google Maps, zoals bij de Frisian Solar Challenge. Of ze hangen een webcam in de mast, zoals de schipper van de klipper Hollandia.

 Eilandhopper.nl

De tjalk Zeelandia op het Wierumerwad. Foto © Inge van Hesteren 2001

Ook droogvallen hoort bij het Wadhoppen. De tjalk Zeelandia op het Wierumerwad. Foto © Inge van Hesteren 2001

Europese beeldcommunicatie

Elke keer, als we elkaar de afgelopen anderhalf jaar tegenkwamen, zeiden Simon Simonsen en ik tegen elkaar, dat we videoconference zouden gaan gebruiken voor het onderhouden van contact. Simon vertegenwoordigt de Deense gemeente Vejen in het Europese project Vital Rural Area. Zo eens in het halve jaar komen afgevaardigden van Noordoost-Friesland, Denemarken en elf andere internationale Noordzeepartners bijeen. Als adviseur van de NOFA-gemeenten en van de afdeling Economische Zaken van de provincie Fryslân ben ik er meestal bij. 

Van links naar rechts en van boven naar beneden: Sytze Nauta (gemeente Achtkarspelen), Marc Crolla, Simon Simonosen (municipality of Vejen), Gijs van Hesteren en Marcella Jansen (gemeente Kollumerland). Foto: Gijs van Hesteren

Van links naar rechts en van boven naar beneden: Sytze Nauta (gemeente Achtkarspelen), Marc Crolla, Simon Simonosen (municipality of Vejen), Gijs van Hesteren en Marcella Jansen (gemeente Kollumerland). Foto: Kabel Noord.

Vaker dan tweemaal per jaar zou handig zijn, maar dat stuit op praktische en financiële bezwaren. Toch zijn deze ontmoetingen enorm belangrijk. In zijn subsidievoorwaarden legt het fonds Interreg IV-B niet voor niets grote nadruk op ’transnationality and knowledge transfer’. Begrijpelijk, want juist dát is het moeilijkste onderdeel van zo’n project. Elke regio heeft zo zijn eigen – soms geheime – agenda en zijn eigen budget. Het is de gemakkelijkste weg om aan die overwegingen voorrang te geven. Maar wij willen in Europa écht iets van elkaar leren, toch? Wij vinden écht, dat het totaal meer moet zijn dan de som der delen. Daarom besteedt het projectmanagement veel aandacht aan het delen van elkaars geheimen. 

Dus hoe lossen we dat op? De weg naar de hel is geplaveid met goede bedoelingen. Dus tot uitvoering van de met de mond beleden voornemens van Simon en mij was het nog niet gekomen. Voor Marc Crolla is dat echter een zacht eitje. Hij voegde vorige week de daad bij het woord. Hij organiseerde een internationale bespreking over het project Klasseglas. Marc is een specialist in ICT-processen, beeldcommunicatie, onderzoek en organisatie, en transities in zorg en onderwijs. Puttend uit zijn ervaring met videoconferencing voor onder andere Klasseglas en Zorg op Afstand bij NijFinster stelde hij een protocol op voor effectief videovergaderen. Als technisch platform stelde hij voor te gaan ‘Skypen’.

Waarom eigenlijk? Het Skypeplatform is nog niet goed uitwisselbaar met H323 en SIP, de tot nu toe gebruikelijke vormen van videoconferencing. Toch is dat niet erg, indien je je realiseert, dat inmiddels tientallen miljoenen mensen beschikken over Skype-ervaring en -software. De echte doorbraak kwam met de laatste Bètaversie nr. 5. Hiermee is het mogelijk om te videoconferencen vanaf meer dan twee locaties tegelijk.

Het zou best kunnen dat de software van het Estlands-Luxemburgse bedrijf in de nabije toekomst wél goed gaat communiceren met andere protocollen. Skype heeft er bijvoorbeeld al lang geleden voor gezorgd, dat vaste mobiele en vaste telefoonnummers bereikt kunnen worden via Skype.
Bovendien is het een gratis platform. Het kost niets, als je ermee wilt beginnen en stel, dat je een beter platform vindt, dan heb je geen geld weggegooid.

Zo zaten we vrijdagmiddag om de virtuele tafel. Beetsterzwaag, Dokkum, Surhuisterveen en Vejen (DK) spraken elkaar uitgebreid, met prima beeld en geluid en in real time. Voor twee van de vijf participanten was het een volledig nieuwe ervaring. Desondanks – na enige gewenning – was de vergadering effectief en nuttig. Lees ook het weblog van Marc over dit onderwerp: Denen helpen Friezen.

De volgende stappen: vaker en met nóg meer gespreksdeelnemers.

Informatie over:
Vital Rural Area
Klasseglas
NijFinster
Kabel Noord
Blog Marc Crolla

Engelstalige versie van dit blog