Maandelijks archief: juli 2003

Lijnbussen, Havendagen en haventarieven – Politiek dagboek 12

Tussen 2002 en 2006 had ik vier jaar de eer om voor GroenLinks zitting te hebben in de Gemeenteraad van Harlingen. In februari 2003 begon ik met een weblog op het internet. Ik was één van de eerste gemeenteraadsleden die zoiets deed.
Lees hier de voorgaande aflevering 11.

Zaterdag 12 juli

’s Morgens kom ik op de Zuiderhaven, waar onze zeilklipper Anna meestal ligt afgemeerd, meneer Hofman tegen,  één van de overburen. De afgelopen jaren voerden we regelmatig overleg met alle Zuiderhavenbewoners, want we willen niet dat zij te lijden hebben van eventuele overlast door onze gasten. Gelukkig gaat het meestal goed en is de verstandhouding prima. Is er eens een probleem, dan is het snel uitgepraat.
Minder te spreken is de spreker over de lijnbussen, die met grote snelheid over de verkeersdrempels hobbelen. “Kunnen die niet via een andere route worden geleid, b.v. via de Havenweg?”. Ik vraag mezelf af, of de bewoners van de Havenweg dat wel zo leuk zouden vinden.
Of kan de snelheid niet gedrukt worden? Dat lijkt me verstandig. Bij de auto van één van onze gasten is de spiegel er al eens afgereden door een haastige buschauffeur, tezamen met een lange kras over de zijkant.
Hoe het ook zij, de gemeente is in de ogen van mijn zegsman niet erg daadkrachtig op dit gebied. Ook dit zou ik kunnen navragen.

De Tweedekamerfractie van GroenLinks maakte inmiddels werk van het onderzoek naar de lang-laaguitkering. De dagbladen staan er vol over en staatssecretaris Rutte heeft al toegezegd er werk van te maken. Het vermoeden van GroenLinks, dat vele gemeenten niets met het geld hadden gedaan of het zelfs in eigen zak hadden gestoken, was niet ongegrond! (Zie weblog 27 juni). Een erg treurige zaak.
Gelukkig slaat onze gemeente hiermee een beter figuur, waarvoor nogmaals een complimentje op zijn plaats is.

Ook in de krant van vandaag lees ik over de gemeenteraad van Alphen, die zich volgens de kop “trakteert op wachtgeldregeling”. Verdere tekst: Alphense gemeenteraadsleden ontvangen voortaan bij aftreden een uitkering. Voor elk jaar dat zij raadslid zijn geweest, krijgen ze een maand wachtgeld tot een maximum van een jaar. Deze nieuwe rechtspositieregeling kost Alphen aan den Rijn jaarlijks 25 duizend euro (… )

Initiatiefnemer VVD-fractievoorzitter Blom: ‘Raadsleden werken hard en maken vele uren. Bovendien doen ze maatschappelijk relevant werk. Daar mag best een vergoeding en een goede rechtspositie tegenover staan.’
De krant zegt verder: Een forse uitgave die met de aanstaande bezuinigingen moeilijk valt uit te leggen aan de inwoners.
Meer geld is fijn, dat geef ik toe en de vergoeding die we nu hebben is niet bepaald kostendekkend, maar dit Alphense raadsbesluit geeft inderdaad te denken. Is het goed of is het slecht?

Zondag 13 juli

In de Harlinger Courant lees ik een uitgebreid artikel over de in 2004 te organiseren Harlinger Havendagen. Dat klinkt als een leuk nieuw initiatief. Als burger ben ik blij met al die inzet, creativiteit en organisatiedrang. Als je het persbericht leest, lijkt alles al in kannen en kruiken te zijn.
Als raadslid heb ik direct weer wat te zeuren: waarom hoort de gemeenteraad er nu pas van en moeten we het lezen in de krant, waar komt dit initiatief zo ineens vandaan, wat vinden de organisatiecomité’s van Visserijdagen en Bruine Vlootdag ervan en niet onbelangrijk: wie gaat dit alles betalen?

Mensen, die gezien hebben dat het nieuwe voetbalveld van Zeerobben wordt aangelegd en dat (kleine?) delen van het Harlinger Bos worden opgeofferd vragen mij, waarom de gemeenteraad een geschenk van de bevolking aan de gemeente zomaar laat kappen.
“Is het al zover dat het bos gekapt wordt, dan?”, vraag ik. “Was hier geen sprake van een kleine aanpassing voor een bestaand veld?” Mijn zegsman schudt het hoofd meewarig en denkt er het zijne van.
Voorzover ík weet, wordt de beslissing over het Bos en de Allee pas na de vakantie genomen door de raad. Ik neem me voor poolshoogte ter plekke te gaan nemen. GroenLinks zal in augustus overigens tégen aantasting van het groen stemmen, indien nodig.

Maandag 14 juli

De vorige posting staat er nog niet op, of ik heb een emailbericht binnen van P. Kwast van het Visserijdagencomité. Het comité vraagt zich terecht af, hoe het nu verder moet met hun Visserijdagen, in relatie tot de aangekondigde Havendagen. Vist het nieuwe initiatief niet in dezelfde sponsorvijver? Wie gaat het betalen? De fracties krijgen een brief. Het comité is verrast, bevreemd, mist overleg en wil in gesprek met de burgemeester.

Dinsdag 15 juli

In de Harlinger Courant van vandaag staat het verhaal over de haventarieven voor de chartervaart, dat ik had geschreven n.a.v. het interview met Herman Brandsma in “Van Wad tot Stad”.
Een werkneemster van één van de charterkantoren in Harlingen heeft het al gelezen. Tijdens een telefoongesprek vraagt ze zich af, of ik niet iets feller tegen de toeristenbelasting te keer had kunnen gaan. Ik vind van niet; een raadslid moet alle belangen meewegen en dat leg ik in de column ook duidelijk uit. Evenzogoed beken ik politieke kleur: het doorzetten van een door de raad aangenomen beleidslijn (het bevorderen van duurzaam toerisme) is voor GL in procedureel en inhoudelijk opzicht belangrijker dan alleen een sluitende boekhouding voor de Afdeling Havenbeheer. Temeer, omdat op de lange duur het economisch rendement die boekhouding alsnog sluitend zal kunnen maken…

Wordt vervolgd in deel 13.

Motorbootjesmensen en toeristenbelasting – Politiek dagboek 11

Tussen 2002 en 2006 had ik vier jaar de eer om voor GroenLinks zitting te hebben in de Gemeenteraad van Harlingen. In februari 2003 begon ik met een weblog op het internet. Ik was één van de eerste gemeenteraadsleden die zoiets deed. Lees hier de voorgaande aflevering 10.

Varend erfgoed.(Foto: Gijs van Hesteren)
Varend erfgoed.
(Foto: Gijs van Hesteren)

Woensdag 2 juli

Harlingen werd verblijd met de Pavillon d’Or. Een reünie voor motorbootjesmensen met blauwe blazers en gouden knopen. Eli de Waal wijdde er in de Harlinger Courant al een vinnig stukje aan. Ach, ieder zijn vermaak op het water, heb ik eerst gedacht, maar ik kan met De Waal meevoelen. Zeker, nadat een collega van me bij het manoeuvreren met zijn klipper in de Zuiderhaven een grote mond kreeg van één der blazers. Hij moest onmiddellijk ophouden met dat schroefwater. Zo kwam er teveel zout water op de romp van het stoere motorjacht. Tja.

Wat je je als raadslid steeds afvraagt, bij het aanschouwen van alle faciliteiten (tenten, inderhaast opgehoogde en geëgaliseerde terreinen, speciaal aangebracht plaveisel, een gemeentevoorlichter die zich het vuur uit de sloffen rent) die onze gemeente aan deze captains of industry aanbiedt: wie betaalt dat eigenlijk allemaal?
Beetje zuur misschien, dit commentaar, typisch GroenLinks misschien? Maar ben ik daarvoor niet ingehuurd?

Woensdag 9 juli

Ik kom Eli de Waal tegen, als ik met de hond op weg ben naar de dierenarts. Hij vertelt me, dat hij heeft gehoord, dat de deelnemers van de motorbotenreünie vrijgesteld waren van havengeld. En dat de gemeente er volgens hem heel wat geld in heeft gestoken. Hoe dat zit, zou ik zo niet weten. Misschien hebben ze het wel zélf betaald allemaal! Ik zou het na kunnen vragen bij de gemeente.
Aan de andere kant lees ik in de krant over de inzet van vele Harlinger vrijwilligers en hoe leuk het allemaal was. Tja, die vrijwilligers willen we niet voor het hoofd stoten, natuurlijk. Ze hebben niet voor niets al die tijd erin gestoken. Er moet ergens een hoger doel mee gediend zijn, ja toch?

Vrijdag 11 juli

Harlingen te duur voor traditionele zeilschepen?

De Harlinger oud-charterschipper Herman Brandsma stelt in het huis-aan-huisblad “Van Wad tot Stad” de hoge haventarieven voor passanten van de bruine vloot aan de kaak. De zeventig klipperschippers, die Harlingen als uitvalsbasis hebben, zijn best tevreden over hun thuishaven. Anders ligt dat volgens Brandsma voor degenen, die Harlingen bezoeken als passant.

De Nederlandse vloot historische zeilschepen is de laatste twintig jaar nogal in omvang toegenomen, momenteel staan er ruim vijfhonderd schepen ingeschreven voor bedrijfsmatige passagierszeilvaart. De zeventig Harlinger schippers hebben de Friese zeestad tot de grootste charterhaven van de wereld gemaakt, in zijn soort althans. De verhouding met het gemeentebestuur is helemaal niet slecht. Er worden veel voorzieningen aangelegd, er is sprake van regelmatig en goed overleg. Een kleine smet daarop was recentelijk de discussie over de invoering van toeristenbelasting. Hierover is het laatste woord nog niet gezegd.

De schippers die vanuit thuishavens rond het IJsselmeer noordwaarts zeilen mopperen echter over de hoogte van de haventarieven. Een gemiddeld zeilcharterschip is dertig meter lang en vervoert 25 passagiers. Onderzoek wijst uit dat de schipper voor een overnachting een bedrag kwijt is van ongeveer 37,50 euro. Dit onderzoek is gedaan door de BBZ, de Nederlandse vereniging voor chartervaart.

Met dit bedrag valt Harlingen in dezelfde categorie als verscheidene belangrijke IJsselmeerhavens: Lemmer, Stavoren, Muiden. Het is er zelfs iets goedkoper dan in de vergelijkbare mega-charterhaven Enkhuizen. Beduidend goedkoper echter kan men terecht in Lelystad, Hoorn of Makkum, waar het gemiddelde rond de 28 euro zit. Bepaald voordelig zijn Oudeschild of Terschelling (plm. EU 17,50). Dit verklaart direct de grotere aantrekkingskracht van deze naburige havens. Niet alleen spreekt het ‘eilandgevoel’ de passagiers meer aan, het tarief is voor de schippers een aansporing nog even verder te zeilen!

Ook de plaatselijke middenstand is ontevreden, getuige de uitspraken van Herman Brandsma. Hij stelt terecht vast, dat meer passanten meer passagiers opleveren en dus direct meer omzet voor de middenstand in de stad Harlingen.

Het is de afdeling Havenbeheer niet kwalijk te nemen, dat zij probeert zoveel mogelijk kostendekkend te werken. Bevordering van cultuurtoerisme zit niet in haar takenpakket. Wél in dat van het gemeentebestuur van Harlingen: in het licht van op til zijnde nieuwe verbeteringen van de faciliteiten, is het misschien raadzaam, het streven naar meer passantenbezoeken mee te nemen bij de vaststelling van haventarieven.

Met name de chartervaart is een nieuwe en vernieuwende vorm van cultuurtoerisme gebleken. Kwaliteitsverbetering van de havenvoorzieningen gaat hand in hand met kwaliteitsverbetering van de clientele. De passantenschippers hikken kennelijk aan tegen de hoogte van het havengeld; uit hún beurs moeten de heffingen betaald worden. Zij moeten over de streep worden getrokken. Tenminste, als de stad prijs stelt op meer leven in de haven op dagen dat de thuisvloot onderweg is.

De mogelijke invoering van toeristenbelasting zal natuurlijk invloed hebben op de rangorde van Harlingen in de tarievenlijst van passantenhavens. Zowel de Harlinger schippers als de passanten zouden te maken krijgen met een verhoging van de kosten. De eerstgenoemde categorie zal natuurlijk protesteren, maar heeft weinig keus. De passanten echter, zullen het rekensommetje opnieuw maken en ontdekken, dat het gemiddelde tarief nu is gestegen tot 49,50 euro. Daarmee plaatst Harlingen zich in de top vier van dure Nederlandse charterhavens. In het Noorden zijn alleen Vlieland en Ameland dan nog duurder. Harlingen zal zich moeten afvragen, of zij de charterpassagiers en –schippers voor dat geld evenveel kan bieden als deze Waddeneilanden, in de wetenschap, dat Terschelling en Texel slechts één derde berekenen.

Alleen het standpunt van schippers, winkeliers en horeca kan niet bepalend zijn voor het beleid rond havens en toerisme. Echter, als een gemeentebestuur vanuit een bredere visie beleid wil ontwikkelen en uitvoeren, moet het niet alleen de effecten op de boekhouding, maar ook het maatschappelijk en economisch rendement van zijn maatregelen meewegen.

Wordt vervolgd in deel 12.