Ook in breedtesport, ook voor senioren zijn er nog mijlpalen die persoonlijke vooruitgang markeren. Donderdagmiddag was het voor mij zo ver, op het winderige stratencircuit van Eemshaven, in het hoogste noorden van Nederland.
De hele dag waren er door MAC-SME wegraces voor motoren georganiseerd. Voor het grootste deel in samenwerking met de KNMV. Alleen de race waar ik en nog 18 anderen op af waren gekomen, dat was enige wedstrijd die de SAM nog jaarlijks belegt voor niet-Japanse motoren onder de 700 cc.
Van tevoren heb ik een hele tijd geaarzeld of het wel een goed idee zou zijn om deel te nemen. Met stratencircuits had ik geen enkele ervaring. Een stratencircuit is een baan, die voor enkele dagen per jaar wordt omgebouwd voor de wedstrijden. In tegenstelling tot een permanent circuit van wereldklasse als dat van Assen kwam ik hier heel nieuwe dingen tegen: rommelig asfalt, een hier en daar nogal smalle baan, twee spoorwegovergangen, heel veel heel lange rechte stukken en heel veel haakse bochten. Bovendien reed men linksom en ook dat was ik niet gewend.
Op aanbeveling van Gert Meerman, die ik vorig jaar voor het eerst ontmoette tijdens de Ducati Clubraces op het TT-Circuit van Assen, had ik me toch ingeschreven. Tot grote blijdschap van de organisatoren: het deelnemersaantal van de SAM-races loopt elk jaar een beetje terug. Uiteindelijk konden SAM-bestuursleden Wiep Sangers en Evert Welvaart zoals gezegd dus toch nog 19 rijders engageren.
Onderweg naar Eemshaven met de aanhanger
Kennismaken met de SAM
Het was leuk om kennis te kunnen maken met deze grote voortrekkers. Ze doen het er een beetje bij en ze zouden het graag weer iets groter maken. Van de MAC-SME hadden ze de hele dag wel kunnen krijgen voor een keur aan SAM-races, maar ze zagen daar vooralsnog geen heil in, gezien de geringe belangstelling. Volgens mij kan er toch meer uitgehaald worden, met een gerichte PR-campagne bijvoorbeeld. Zelf heb ik het deelnameformulier ook alleen maar kunnen vinden door goed Google-en.
Wel gek om van Wiep Sangers te vernemen dat hij net als alle andere bezoekers een tientje had moeten betalen om toegang te krijgen tot de wedstrijden die hij zelf mee had helpen organiseren. Een schoonheidsfoutje waar de overigens heel welwillende organisatie misschien even naar zou moeten kijken.
Het deelnemersveld was heel interessant, zeker voor een liefhebber van het motortype dat de SAM wil dienen. Er waren mensen met Italiaanse Ducati’s, Moto Guzzi’s, Laverda’s en Aprilia’s, MuZ’s uit de DDR zoals ik er een rijd, een BSA Gold Star van Britse makelij. De rijders zelf waren overwegend raceamateurs zoals ik, en veelal waren het vijftigplussers. Alleen Daniel van Dienst leek me een twintiger. Hij won de race overtuigend met een voorsprong van anderhalve minuut op de tweede coureur. Dat lag zeker aan zijn rijkwaliteiten, maar ook aan het vermogen van zijn Ducati Monster; op het rechte eind kwam hij me in de trainingen en op het eind van de race voorbij met een snelheidsverschil van zeker 40 km/u.
Tijdens de twee trainingssessies kreeg ik al snel gevoel voor het circuit. De MuZ brulde het uit op de lange rechte stukken. De gearing had ik precies goed uitgemikt met een 16-tands kettingwiel op de versnellingsbak en een 43-tands op het achterwiel. Deze combinatie was me ooit aanbevolen door MuZ-rijder Pieter uit België. Aan het einde van het langste rechte eind kwam ik hiermee in de hoogste (vijfde) versnelling precies uit op het einde van het toerengebied, vlak voordat de begrenzer er een eind aan zou maken. Dat komt neer op zo’n 185 km/u bij 7200 toeren. In het Noordwestelijke deel hadden we wind tegen, daar was het nodig om met mijn grote lijf achter het kleine ruitje te duiken.
Zwak punt van de MuZ
Daar had je ook meteen het zwakste punt van ons team: de MuZ stuurt strak en betrouwbaar, zij het niet altijd even licht in snelle bochtencombinaties. De aangepaste voorvork (zwaardere veren en instelbare demping) en de Pirelli Supercorsabanden helpen daar goed bij mee. Maar het is wel een ietwat looige motorfiets. De wielen zijn bijvoorbeeld erg zwaar en ikzelf ben dat ook. Andere jongens met veel minder vermogen en veel minder gewicht kwamen veel sneller uit de bochten weg. Aan het eind van een lang recht stuk ging het extra vermogen van mijn getunede Yamaha eencilindermotor meetellen en kon ik weer inlopen, ook door later te remmen.
De remmen vormen het volgende probleem. De MuZ is uitgerust met een enkele schijf in het voorwiel en met Grimeca remtangen. Voor mij was dat in elk geval onvoldoende: het geheel remt met weinig finesse, geeft niet veel gevoel en al na een paar ronden begint de remdruk minder te worden. Het spul werd af en toe te heet en ik was gedwongen om daarna een paar bochten minder hard te remmen, totdat de temperatuur weer was afgenomen. Ik ga beslist eens nadenken over ombouw met bijvoorbeeld Brembomateriaal.
Het stratencircuit beviel me eigenlijk heel goed. Het is weer eens heel iets anders dan Zandvoort of Assen. Ook het goede humeur en de grote inzet van de vrijwilligers van de Eemshavener organisatie maakten het er heel gezellig. Dat is uiteindelijk het belangrijkste: dat je een leuke dag hebt, samen met de andere liefhebbers. Met de collega’s uit de SAM-klasse was dat precies zo. Al kende ik het merendeel tevoren niet of nauwelijks, voordat de dag voorbij was gingen we uiteen als oude vrienden.
Races
Dan de races. Ik ging van start vanaf de elfde startplek. Graag had ik die positie in de training nog willen verbeteren. In de tweede sessie echter moesten we het in een van de snelle bochten rustiger aan doen, omdat één van de motoren in de voorgaande race voor de KNMV-Classics een oliespoor had neergelegd.
Vaak kan ik bij de start een paar plaatsen winnen. Dat lukte dit keer niet. Wel hield ik alle anderen die op een startplek na mij van start gingen achter me. Mark de Vink remde met z’n Ducati wat eerder voor de eerste bocht, ik had er wel buitenom gewild, maar daar was geen plaats. Uiteindelijk gingen we met drie naast elkaar de bocht in. Daar was Mark de eerste die weer op het gas kon gaan. De hele eerste helft van de wedstrijd zat ik kort achter Mark. Twee keer heb ik hem eruit kunnen remmen. Eén hele mooie was in de haarspeldbocht in het laatste deel van het circuit, toen ik me er precies tussen kon gooien.
Hij remde de hele race wat vroeger dan ik, behalve als ik de voorrem weer iets moest laten afkoelen. Helaas was zijn Ducati sneller, want hij haalde me met gemak in op de rechte einden. Na twee keer heb ik het maar zo gelaten en na de tien raceronden had hij een voorsprong van 6 seconden opgebouwd.
Drie andere rijders heb ik wel kunnen inhalen, twee keer door later te remmen en een keer omdat de MuZ sneller bleek te zijn. Zo ging ik uiteindelijk als achtste over de finish, met Robert Jan Shamier op een 650 cc Moto Guzzi twin op een paar seconden achter me. Ik had het gevoel dat zijn bochtenwerk iets sneller was dan het mijne, maar dat zijn Guzzi niet op kon tegen de topsnelheid van mijn Scorpion.
Maar het resultaat vond ik fantastisch: nog nooit was ik zo hoog geëindigd in een wedstrijd; toch wel en mijlpaal! Bij de wedstrijden van de Zomeravondcompetitie (ZAC) die ik verreed in 2004 en 2005 was ik nooit beter gefinisht dan bij de eerste twintig; in de Ducati Clubraces van vorig jaar kwam ik zelfs niet verder dan de laatste en 28e plek. Maar toen zat het niet lekker tussen m’n oren; dat bleek uiteindelijk te maken hebben gehad met iets dat ik niet goed gedaan had met de bandenspanning. Als je die Supercorsa’s met te lage bandenspanning rijdt worden ze te heet, ze gaan ‘smeren’ en je verliest je zelfvertrouwen.
Twintig seconden voor me ging Jurrien Medema over de finishlijn. De hele wedstrijd had ik hem in het oog kunnen houden, maar door het gedoe met Mark de Vink had ik de aansluiting verloren op zijn BSA Goldstar. Het is ongelooflijk hoe hard hij ermee ging. De BSA moet aanmerkelijk minder PK’s hebben dan veel van de modernere motoren die meededen. “Gewoon wat later remmen!”, zei Jurrien, “Dan maak je weer goed wat je hebt moeten inleveren op de rechte stukken!”. Nou, ik vind het knap, en dat met trommelremmen.
Daniel van Dienst reed zoals gezegd bijna het hele veld op een ronde en won met gemak. Ook Richard Colet deed niet moeilijk en reed met zijn superlichte en felle Aprilia RS250 naar de tweede plek. Twee minuten achter de winnaar echter had zich een felle strijd ontwikkeld om de derde plaats tussen Gert Meerman met een Cagiva Super Single en Henk Geesink op een Laverda 650 cc, met Constantijn Buis (Laverda) en Jurrien Medema met de BSA er vlak achter.
Henk had me voorafgaand aan de eerste training toevertrouwd dat hij met gemengde gevoelens het circuit opging en dat hij zich afvroeg of hij wel mee zou kunnen komen. Dat was exact het gevoel dat ik met hem deelde.
Hij had zich geen zorgen hoeven te maken. De hele race kon hij Gert Meerman op zijn staart blijven zitten en nadat die een schakelfout maakte (deze Yamahablokjes moet je zorgvuldig en precies schakelen) kon hij vlak voor de finishlijn de derde plaats pakken. Zelden heb ik iemand zo verbaasd en uitgelaten op het podium een beker en champagne in ontvangst zien nemen – en het is hem gegund!
Fotografe
Inge intussen had bijzonder haar best gedaan om van de organisatie een perskaart te krijgen. Al tijden heeft ze er last van dat ze er geen heeft. Meerdere publicaties vinden het erg fijn dat zij foto’s instuurt en ze plaatsen ze volgaarne. Ze mogen die zonder vergoeding gebruiken, tenslotte. Het zou mooi zijn als zij in ruil eens zouden komen met een perskaart, zodat Inge zich officieel kan laten accrediteren bij de organisatie van dit soort wedstrijden.
Dit keer had ze in elk geval een fotografiehesje gescoord bij de organisatie; daarmee mocht ze op de mooiste plekjes van het circuit foto’s maken. Ze vindt daar bereidwillige baanposten en van die vaak vergeten mensen maakte ze een boeiende fotoserie.
Wat ze niet in beeld heeft gebracht maar wel het vermelden waard, waren de lokale politiemannen, die deze middag nog tijd over hadden om de baanposten gezelschap te houden. Ze hadden hun lasergun tevoorschijn gehaald en maten de snelheden van de wedstrijddeelnemers. Hoofdschuddend stelden ze overtredingen tot boven de 200 km/u vast.
Zo waren we beiden lekker bezig deze dag. Het hele wedstrijdprogramma was nogal uitgelopen, zodat het na achten was voordat we hadden kunnen opbreken en na tienen voordat we weer thuis waren in Harlingen.
“Tot in Assen, bij de Ducati clubraces!”, wensten de rijders elkaar tot ziens. Dus: 8, 9 en 10 juni aanstaande op het TT-Circuit van Assen.
Zie ook:
De MuZ Skorpion
Rondje Eemshavencircuit
Reacties
Alfred Lof 19-05-2007 21:49
Arnaud 30-05-2007 22:35
rijdergijs 30-05-2007 23:21
Waar heb je deze foto nog meer gezien?
Govert 02-06-2007 19:07
Reactie is geredigeerd
Rijdergijs 02-06-2007 20:25
Voor de trackday sta ik nog op de reservelijst, ik ben nummer twee, dus ik ga donderdagavond alvast naar Assen, je weet nooit of er een plaatsje vrij komt.
wiep 18-05-2007 15:56