Als een echte van Hesteren, ook een kleinkind van die dorpsdokter uit Warmenhuizen, ben ik meestal niet haantje de voorste als het aankomt op het houden van speeches. Wat zou ik nog moeten toevoegen aan alles dat is gezegd? Maar omdat afscheid nemen altijd te vroeg komt, en omdat zeker dit afscheid veel te snel is geweest, wil ik hier de groet aan Pans richten, die ik haar graag nog eens in levende lijve had gedaan.
Als kind vond ik al snel dat ik een beetje een speciale peettante had. Niet direct iemand die ik in mijn kleine kinderwereldje in één van mijn beperkte aantal hokjes kon plaatsen. Maar in elk geval had ik wél een peettante, die echt gemeende belangstelling voor me had. Mocht ik dat al vergeten, het werd wekelijks bevestigd door de Donald Duck in de brievenbus, waarvan Pans voor mij het abonnement betaalde – jaren en jaren lang.
Heel toepasselijk, die persoon Donald Duck: een tikje onaangepast, tikje eigenzinnig,
vaak in gevecht met de wereld, maar wel altijd bezig de dingen te doen die in zijn oprechtheid de juiste leken.
Dit herinner ik me nog goed: als jongetje van 12 mocht ik een paar weken logeren aan de Herengracht. Die tijd staat me, gek genoeg, na 36 jaar nog helder voor de geest. Samen met Pans popplaten draaien, rare kennissen van Pans ontmoeten, op eigen houtje door de grote stad mogen dwalen. Hoezo generatiekloof? Ze was een gelijke, een vriendin!
Zo wordt je door die persoon, vanaf een afstand, ongemerkt gevormd. Ontvankelijk, op een leeftijd dat je je aan je ouders ontworstelt. Net als Pans bleef ik een leven lang een tikje eigenzinnig, onaangepast.
Wat heb je daar nou aan? De les voor mij was: Kies voor het waarachtige. Wees wars van de vooroordelen van de buitenwereld. Wees niet benauwd af te wijken van gebaande paden,
kies je eigen weg. Pans had een groot hart; voor iedereen was er een plaatsje. In haar hart en in haar huis.
Dát allemaal heeft Pans ons nagelaten. Een paar generaties intussen, vrienden, pupillen, broers, zussen, neven, nichten, de kinderen daar weer van.
En een voortbestaan hierna, bestaat het echt? Bij een mens als Pans denk je te weten, ja!
Zoveel kracht van karakter, een ziel zo vol van overtuigde levenskracht. Mag, kan die wel sterfelijk zijn? Dus leef je voort. Al was het maar in de warme herinnering van ons,
Die hier nog even mogen blijven.
Pans, je leefde een leven, dat wellicht niet beter was dan dat van anderen, maar, op deze manier geleefd, wél mooier, en dáár mag je trots op zijn.
Pans, vaarwel. Als onze tijd eens komt, zien we elkaar dan weer?
6 augustus 2002
Vijf jaar later schreef ik dit:
Tijdens mijn vakantie moest medeblogger Joshua me er op 2 augustus aan herinneren dat mijn favoriete peettante Pans van Hesteren was overleden op 2 augustus 2002. Vijf jaar geleden alweer.
Pans is nog vaak in mijn gedachten. Zo ook de afgelopen weken. Ik was met vrouw en jongste zoon in de camper op reis in Frankrijk, Spanje en Portugal.
Ik moest af en toe aan Pans denken. Die ging ook graag naar die landen. Ze vloog niet graag, dus ging ze per auto. Haar zussen moesten verplicht mee, want anders vond ze het saai. Ze reed met gemiddeld 160 per uur over de oude nationale tweebaans autowegen. Aan snelwegen had ze een broertje dood. De zussen stierven duizend doden, want Pans zag niet zo goed meer. Maar het ging elke keer weer goed.