Maandelijks archief: november 2008

Angstig Nederland

“Als men in de Gouden Eeuw SMART-kriteria had gebruikt bij het beoordelen van bouwplannen voor VOC-schepen, dan was er nooit een gebouwd en hadden we zelfs nog niet eens het stoomschip uitgevonden”. Dat zei Friese gedeputeerde Tineke Schokker afgelopen dinsdag, tijdens het symposium Omkeer 2.0. in Bilgaard.

“SMART”, dat is volgens Wikipedia “managementjargon voor het eenvoudig en eenduidig opstellen en controleren van doelstellingen”. De doelen moeten bijvoorbeeld haalbaar zijn en acceptabel. “Allemaal goed en wel”, aldus Schokker, die op dat moment sterk steeg in mijn waardering, “Maar als je overtuigd bent van je alternatieve toekomstvisie, dan wéét je niet zeker dat het haalbaar is of dat het voor eenieder acceptabel is. We moeten gewoon met ons allen onze nek durven uit te steken, overheid, gezondheidszorg, deskundigen! Hou vol, blijf rustig en houd elkaar een spiegel voor!”

Deze peptalk was wel nodig die middag, want velen waren ervan overtuigd dat het in de zorgsector nooit meer beter zou worden dan nu. Regelgeving is niet meer dan ‘gestold wantrouwen’ en zou alleen maar toenemen, budgetten in de zorg zouden verder krimpen, Den Haag gaat zich alleen nog maar méér bemoeien met de werkvloer. Daarom, aldus Johan Lettink van de Raad van Bestuur van Zorgroep Noorderbreedte: “Omkeer 2.0 is niets meer dan één grote zorgontmoedigingsoperatie.”

Omkeer 2.0, voor een juist begrip van het bovenstaande, is één van de tien transitieprojecten die voortkomt uit Zorg voor Beter, een initiatief van het ministerie van VWS. Meer over Omkeer 2.0 op http://www.zorgvoorbeter.nl/onderwerpen/over/innovatie-in-de-care/tien-transitie-experimenten/omkeer-20-met-zorg-verbonden-in-stad-en-dorp/

Het grote probleem volgens mij is de grote culturele omslag die zich in de historie van Noordwest-Europa heeft voorgedaan. Wanneer het zijn beslag kreeg weet ik niet, maar deze samenleving is al jaren geobsedeerd door zekerheid, veiligheid en risicovermijding. Het Germaanstalige, protestantse deel van Europa en Nederland in het bijzonder worden bewoond door angstige mensen. Ja, we zijn bang, voor de boze buitenwereld, ziekte, dood, verantwoordelijkheid, ongeluk, oorlog. Daarom willen we ons verzekeren, besluiten vermijden, willen we verantwoordelijkheid afschuiven naar overheden. Die willen dan weer alles controleren.

Wat is er toch gebeurd met die Germanen, Kelten, Vikingen? Dobbelen, bier drinken, plunderen, veroveren, dat was wat onze voorouders een paar duizend jaar geleden bezighield.
Misschien nog maar vijftig jaar geleden waren wij Nederlanders misschien een braaf volk, maar zeker geen bang volk. Nu is het andersom: Nederlanders zijn lang niet zo braaf meer, maar wel erge angsthazen geworden. Vreemd toch, hoe in anderhalf, twee generaties een wereldbeeld kan kantelen.

Maar dat kan dus wéér gebeuren! Margot Brouns, Lector aan de Noordelijke Hogeschool, ziet dat ook. Het versteende wereldbeeld van Nederland en van de zorgsector in het bijzonder kan opnieuw omslaan: “Tak! Ineens kantelt de manier waarop we tegen dingen aankijken! Dáárom kan een experiment als Omkeer 2.0 zo belangrijk zijn!”.

Nou, zeg dat wel. Ook ik ben betrokken bij Omkeer 2.0, als technisch uitvoerder van de beeldcommunicatie in een mantelzorgproject. Vanzelf gaat het allemaal niet. De techniek is weerbarstig, het toepassen ook. Maar…. als je niet ergens begint, als je je nek daarbij niet uitsteekt, dan kom je nooit ergens.

Stamboom

Men spreekt tegenwoordig veel van Web 2.0. Daarmee bedoelt men dat het internet niet alleen maar een venster is naar informatie, zoals vroeger ook een krant of de televisie. Een website kan tegenwoordig ook een plaats zijn waar de gebruikers ervaringen met elkaar delen, meningen geven of een gezellig praatje maken. Het leuke is, dat ‘virtuele’ contacten vaak leiden tot opvolgende ontmoetingen in de ‘echte’ wereld.

Het internet wordt dus steeds meer een wereldomspannende marktplaats. Daar ontmoeten mensen elkaar voor zaken, maar ook voor buurpraatjes. Je buren wonen immers ineens niet meer alleen in dezelfde straat. Ze blijken ook te wonen in Venezuela, de Verenigde Staten, Parijs of Londen.

Het verschijnsel strekt zich nu ook steeds meer uit naar familie. Een paar maanden geleden stuurde Petra Spithorst van IT-Works – ze is specialiste Web 2.0 en virtuele netwerken – mij een link naar www.geni.com. Het is een plek waar je interactief gezamenlijk kan werken aan je stamboom. Door die site werd ik geïnspireerd en ik plaatste daarom mijzelf en enkele directe familieleden op Geni. Natuurlijk nodigde ik hen uit om ook mee bij te dragen aan het compleet maken van de familiegegevens.

Nu is het drie maanden later. Mijn Geni stamboom breidde zich in die korte tijd al uit tot meer dan 250 familieleden. De oudste gaat terug tot het begin van de zeventiende eeuw. Onze directe voorouders hebben Deens, Fries, Hollands en Indisch bloed. Een grote tak aangetrouwde familie zit in Suriname. Mijn opa en oma van moederskant blijken volle neef en nicht van elkaar te zijn geweest. Vandaar natuurlijk dat ik zo raar ben. Enfin, gegevens die de een niet weet, worden aangevuld door de ander. Foto’s worden bij de profielen van lang overleden ooms en tantes gezet.

Het is nogal activerend. Ik ga met Google zoeken naar gegevens over mijn achterneef Bart Hoeing, de zoon van mijn oudtante, Jaap Raedt van Oldenbarnevelt. Ik herinner me hem nog levendig. Midden jaren zestig had Bart net zijn rijbewijs gehaald. Hij kwam regelmatig met zijn Dafje op bezoek bij mijn ouders, aan de Liesboslaan in Breda. Ik was toen een jaar of tien, elf. Naturlijk keek ik op tegen deze grote man, die al achttien was.

De laatste keer dat ik hem in levenden lijve zag haalde hij een grote kist uit de achterbak van zijn DAF. Hij gaf me een enorme verzameling elektrische Märklin treintjes en rails. Daar was hij nu te oud voor. Vervolgens laadde hij een paar grote kisten met Engelstalige science-fictionboeken en stripverhalen uit. Daar was hij vast nog niet te oud voor was, maar een student heeft niet oneindig de ruimte op zijn kamer.

Ik zou hem daarna nooit meer zien. Korte tijd later verongelukte hij met zijn autootje. Dat heeft me altijd erg gespeten. We zouden vast geweldig met elkaar hebben kunnen opschieten. Hij was altijd een tikkeltje onaangepast, net zoals ik later zou blijken te zijn. Bovendien hadden zowel science fiction als stripverhalen grote invloed op mij. Echter, alle destijds naar het Nederlands vertaalde science fiction had ik allang gelezen. Dankzij Barts geschenk leerde ik mezelf in een paar weken Engels lezen. Ik moest en zou die driehonderd werkjes tot me nemen. Heinlein, Harrison, Vance, Van Vogt, Bradbury, alle grote schrijvers zaten in de doos.

De fantastische wereld van het stripverhaal ontsloot zichzelf pas echt: alle klassiekers zaten erbij: van Robbedoes en Kwabbernoot, de blauwe reeks van Suske en Wiske, Jerry Spring, Buck Danny, Lucky Luke, Kuifje en Bobby. Het avontuur, vreemde landen, vreemde beschavingen: daar kwamen ze ineens tot leven!

Zoutwaterman

Afgelopen woensdag waren Inge en ik aanwezig bij de crematie van Rob de Brueijs. Gedurende een groot deel van de periode die we zeilend over de Waddenzee doorbrachten was hij onze collega. Zoals zoveel zeilschippers een ‘karakter’. Meestal zijn het geen doorsneemensen die kiezen voor een ongewis bestaan aan boord van een antieke tjalk, temidden van clubs met voorheen volslagen onbekende passagiers.

Dat ging ook op voor Rob. Hij was een eigenzinnige, soms zelfingekeerde pikbroek. Het hart op de tong. Een Kapitein Haddock, zoals wij die ons voorstellen dat die in het echt zou zijn. Hij had één passie, leek het wel: het varen en het zoute water. En nog een: Harriët. Die blijft nu achter, met een tweemastklipper en de hond van Rob.

Bij ons op het terrein huurde hij één van onze garageboxen. Daardoor zagen Inge en ik hem nog wel eens nadat we gestopt waren met het varen. Hij at meestal een appeltje van de appelboom en mopperde over het één en ander. Daarna ging hij weer tevreden op huis aan, met Boomer.

Ik wist dat hij ernstig ziek was, maar het bericht van zijn dood kwam toch nog onverwacht. Het deed me meer dan ik had gedacht. Net als bij de afscheidsplechtigheid van Willem Grift realiseerde ik me, dat weer een stukje weg was van een unieke wereld die in hoog tempo verdwijnt. Een wereld, die al definitief geschiedenis leek na het einde van de zeiltijd in de jaren twintig. Die er ineens weer was, vanaf begin ’80, nu met als bemanning en reders gevarieerde zij-intreders uit horeca, welzijn, onderwijs en andere alternatievelingen.

Ook nu weer is er sprake van vergrijzing. Zoals het de afgelopen decennia was, zal het nooit meer zijn, denk ik. Europese regelgeving en de eisen van de moderne bedrijfsvoering maken een einde aan de ‘bruine zeilvaart’, zoals wij die kenden de laatste twintig jaar.

Met Rob verloren we ook een stukje van ons eigen verleden. We kenden Rob het beste als schipper van de Groninger Tjalk ‘Mercurius’. Maar ik weet nog goed, hoe ik zelf met vrouw en heel kleine kindertjes midden jaren tachtig op de Waddenzee rondvoer met dat schip. Gouden jaren.

Via ‘Zeepost’ en TSC ontvingen we het verhaal van zijn laatste dagen:

Op 23 oktober jl. overleed op 61 jarige leeftijd Rob de Brueijs. Rob was al een tijdje ernstig ziek en werd verpleegd in het Hospice Klein Molenaar te Harlingen. Rob heeft een groot gedeelte van zijn leven gezeild op de Waddenzee. Een markante schipper met een duidelijke eigen mening. Velen kennen Rob als schipper op de Bollevaer, Orion en op de Mercurius.

Afgelopen zomer is Rob nog mee geweest naar Schiermonnikoog aan boord van de Klipper Wilhelmina. Met zijn vrouw Harriet Stalman aan het roer en de goede zorgen van thuiszorg heeft hij nog een paar geweldig mooie dagen beleefd. Medio oktober ging het helaas snel bergafwaarts met zijn gezondheid. Hij overleed op 23 oktober in het bijzijn van zijn vrouw.

Rob blijft in onze herinnering een echte schipper. Een mopperende schipper, een dwarse schipper, een eigenwijze schipper. Maar ook een charmante schipper, een schipper met humor. Een echte ruwe bolster met een blanke pit. Rob is dinsdag 28 oktober in Goutum gecremeerd.