O wee, de jeugdzorg

LJ&R, de jeugdzorgpoot van het Leger des Heils, heeft zijn zin niet gekregen. Dat schrijft journaliste Marja Boonstra donderdag op de voorpagina van de Leeuwarder Courant. De jeugdzorgclub had aan de kinderrechter uithuisplaatsing van drie kinderen gevraagd. Rechter Branda de Jong vond de argumentatie echter verre van voldoende. Het ging volgens vele direct betrokkenen, waaronder de burgemeester, juist heel goed met het gezin uit de gemeente Wûnseradiel.

Dat deed me sterk denken aan mijn tijd als student andragologie *). Het is al bijna 35 jaar geleden. Samen met enkele andere collegastudenten werkte ik als stagiair bij de B.M., de Belangenvereniging Minderjarigen. Het was een opstandige, actiebereide organisatie, die graag heilige huisjes omverwierp. Dat mocht dan ook wel in een sector, die aan elkaar hing van gevestigde belangen en in stenen tafelen gehouwen opvattingen.

Stagelopers Wiep, Frank, Irene, Bas en ik bezochten regelmatig kindertehuizen in de provincie Utrecht, waaronder ook die van het Leger des Heils. BM-directeur Jan Dutij was zeer gebeten op het Leger. Terecht of niet terecht, hij vond dat die organisatie veel te weinig bezig was met het welzijn van de kinderen. Veel belangrijker leek het eigen voortbestaan, de onwankelbaarheid van Gods woord, of het verwerven van aardse bezittingen. Bovenal de arrogantie van het eigen gelijk die het Leger tentoonspreidde werkte bij hem als een rode lap op een stier.

Van jeugdzorg heb ik me na mijn studie altijd verre gehouden. Het gaat in die sector tenslotte om mensen, jonge mensen nog wel, die meestal weinig liefde en aandacht genieten. Hun onzekere lot in een kille wereld greep me nogal aan. Te grote emotionele betrokkenheid, dat was een van de hoofdredenen dat ik na mijn studie niet verder ben gegaan in de welzijnswereld.

In de jeugdzorg raken kinderen en ouders soms de controle over hun eigen leven helemaal kwijt. Om wat te noemen: het Friese gezin waarover ik in de aanhef sprak diende volgens hun gezinsvoogd te zorgen voor voedsel volgens de schijf van vijf, men mocht de kinderen alleen goed passende kleding aantrekken en de tuin moest opgeruimd zijn. Op straffe van…

Een jong ding van de jeugdzorg is ook een keer bij ons over de vloer geweest. Onze jongste deed het even niet direct goed op school. Dat viel achteraf allemaal wel mee. Maar goed dat ik de jeugdzorg niet in mijn koelkast heb laten kijken en dat zij onze tuin toen niet heeft gezien.

Arrogantie, zei ik al. Zelfs de rechter kreeg de indruk dat er een machtsstrijd gaande was, over de ruggen van het gezin. Gezinsvoogden zijn er niet aan gewend om hun zin niet te krijgen, ze liegen er zelfs voor als dat nodig is. Natuurlijk is het het nodig, dat misstanden in gezinnen worden herkend en opgepakt. Zoals het nu is geregeld is een instantie als de jeugdzorg echter veel te machtig geworden. We mogen het wel als een absolute doorbraak beschouwen dat dit keer een kinderrechter eens géén gelijk gaf aan de jeugdzorg.

En dan nog die wachtlijsten, die maar niet korter worden….

*) Andragologie, dat was de wetenschap die zich bezighield met het welzijnswerk in al zijn aspecten. Zeg maar Sociale Academie op universitair niveau. Volgens mij bestaat het niet meer als studierichting. Het paste nogal in het tijdsbeeld van de jaren zeventig. Ik heb er vooral veel over het dialectisch materialisme opgestoken.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *