Gassen in Drachten

Street Legal Dragracing

Drachten. Op zoveel dingen tegelijk moet ik letten en dat lukt niet. Waar ben ik nu weer aan begonnen? Wat doe ik hier tussen al die grimmig kijkende Antillianen met Hayabusa Suzuki’s? Een burnout doen? Is dat echt nodig? Ik heb net een nieuwe achterband. En wat staat die kerel met die koptelefoon daar naar me te zwaaien? Oh, ik ben te vroeg naar de startlijn opgereden. Wat gaat dat ingewikkeld, met de startlichten op die ‘kerstboom’. Wat zeg je? Het vizier van mijn helm moet dicht vóór je gaat rijden? Da’s waar ook. Huh, die vent aan de andere kant is al weg, terwijl hij nog geen groen had. Nou dan ga ik ook maar. Oh, was hij inderdaad te vroeg en ik nu ook? Ai. Wat slipt dat achterwiel door, zeg. Stik, draait ie al 8000 toeren? Dedju, wat een zijwind hier. Aha, al 400 meter afgelegd. Nou, remmen dan maar, of is het de bedoeling dat je hem laat uitrollen?

Groen licht!

Dat is nog maar een deel van de gedachten die binnen dertig seconden door mijn hoofd vliegen, tijdens mijn eerste run bij de Dutch Hot Rod Association. Ik zit op mijn 2004 Ducati Monster 1000. Ik heb net het gas teruggenomen, nadat ik de 400-metervlag passeerde. Langzaam draai ik linksaf het gras in en ik rijd terug naar de start, langs een stoffig zandweggetje, evenwijdig aan de landingsstrip van Vliegveld Drachten. Tussen geparkeerde bestelauto’s, aanhangers, VW Golfjes en Honda Civics baan ik me een weg naar de fuik voor de motorrijders. Vooral autootjes zijn er bij dozijnen, maar volgens mijn tweewielercollega’s verschijnen er ook elke keer enkele tientallen motoren. Een groot deel van de motorbrigade bestaat uit – overigens goedlachse en vriendelijke – Antillianen met hele dikke Suzuki’s. Alle US-goodies hebben ze gemonteerd: langere achtervorken, lachgasinjectoren, special paint. Zolang het maar ‘street legal’ is. Elk bouwsel dat je ziet is klaar voor de openbare weg.

Low-budget

Er zijn niet alleen Nederlanders van Caribische afkomst. De meeste ‘witte’ dragracers rijden met wat bescheidener materiaal, maar zonder uitzondering brengen ze dikke viercilinders van Japanse makelij aan de start. Grote nadruk ligt op het merk Suzuki, op één rijder na, die heeft een Yamaha FJR1000 meegenomen. Arnold Philipsen uit Nieuw-Weerdinge vertelt: “Ik vind het leuk om van alles uit te proberen. Wat mij betreft moeten de fietsen low budget zijn. Dat is de helft van de lol in deze sport. Soms zie ik ergens een fiets staan waarvan ik denk: die kan ik sneller maken. Die koop ik dan. Alle sleutelwerk doe ik zelf. Ja, het is handig als je handig bent. Ik doe al jaren mee met de DHRA. Eerst met een Suzuki. Een Honda CBR1000 heb ik ook geprobeerd en nu heb ik alweer een tijdje deze FJR. Al is hij er wel voor toegelaten, ik kom er nooit mee op de openbare weg.”

Enfin, alleen Japanse viercilinders dus. Dat zou beter kunnen, leek mij. Zou mijn Italiaanse, luchtgekoelde 1000 cc tweeklepper het kunnen bolwerken tegen al dat geweld? Geen flauw idee eigenlijk. Veel PK’s heeft zo’n Ducati verhoudingsgewijs niet, trekkracht echter des te meer. Mijn beeld van die vierhonderd meter: op tijd gas geven en dan rustig een paar keer  opschakelen bij pakweg 7500 toeren. Vóór het moment komt dat de PK’s écht nodig zijn zou ik allang voorbij de eindstreep zijn.

Italië versus Japan

Gijs aan het gas

Hoe ben ik nu tussen deze sprintfanaten terecht gekomen? Het is in Nederland toch niet zo’n bekende sport? Zeker niet onder Ducatisten, op die ‘ene’ na dan. Juist deze Achterhoeker was de aanleiding, want begin juli gingen mijn vrouw Inge en ik even kijken bij de Explosion-races in Drachten. We waren benieuwd hoe mede-Ducaticlublid Herman Jolink ervoor stond.

De kwalificaties waren goed verlopen, hoorden we. Herman stond aan de kop van het klassement. Helaas! Vlak vóór de eerste run van die zondag werd Herman uit de wedstrijd gehaald. Zijn motor was te laag. De organisatie nam een steekproef, maar kon de meetbalk niet over de volle lengte onder zijn Ducati Testastrettaspecial doorhalen. Jammer en einde verhaal, ondanks protesten van Jolink.

Enfin, Herman vertrok huiswaarts, maar anderen bleven, zoals Gijs de Ruiter en Maikel Gloudemans. Met hen kwamen we in gesprek. De Ruiter deed mee aan de eliminatierondes met een nogal bejaarde Suzuki GS1000 uit de vroege jaren tachtig. Kennelijk nog steeds een competitief vervoermiddel. De Ruiter: “Zeker, hij is niet zo nieuw meer. Maar motorsport moet ook mogelijk zijn met een klein budget. En dat betekent helemaal niet dat je voor spek en bonen meedoet. Het komt niet alleen aan op de motor, maar vooral op de rijder. Een snelle reactie op de startlichten, daarmee win je een eliminatieronde. En natuurlijk, er zijn mannen met beter materiaal, maar altijd zijn er ook jongens wiens motor ongeveer even snel is als de jouwe.”

Dat had ik ook bedacht. Zo’n GS1000 levert een PK of negentig. Dat heeft mijn Monster 1000 ook in huis. Dat vertelde ik aan mijn naamgenoot. Gijs de Ruiter:  “Wij vinden het allemaal jammer dat er zo weinig medemotorrijders deelnemen aan het dragracen. Hoe kan dat toch? Het is leuk, niet duur om te doen en het bestaat al tientallen jaren. Waarom doe jij niet een keer mee? Het kost maar een tientje bij de DHRA. Over twee weken is er weer een racedag!”

Leercurve

Het leven duurt maar kort. Je hebt maar even de tijd om alles uit te proberen, dus waarom niet? Het moet net zoiets zijn als de start bij een Ducaticlubrace. Met als voordeel dat er niet vijfendertig, maar slechts één deelnemer met je meestart en dat er geen krappe Haarbocht op je ligt te wachten. Via de nogal moeilijke website van DHRA (www.dhra.nl) wist ik een startnummer aan te vragen en een aanmelding voor de volgende dragrace in te dienen. Nog geen  veertien dagen later sta ik aan de start, als enige deelnemer met een niet-Japanse motor – en met minder dan vier cilinders.

Er is zeker een leercurve in deze sport, zo ontdek ik al snel. Weliswaar is het minder druk aan de startlijn dan bij een wegrace, maar je moet evengoed op heel veel dingen letten, zie het begin van dit verhaal. Toch zit er vooruitgang in. De eerste run gaat helemaal fout natuurlijk: te vroeg gestart, teveel wielspin, een matige tijd van 14:284 seconde. Dat haalt een beetje opgevoerd VW Golfje ook. De volgende run lukt al beter. Weliswaar heb ik meer dan driekwart seconde gewacht na het groene licht, maar toch is mijn run een seconde sneller (13:4”) en heb ik geen last meer van wielspin. Dat komt omdat ik de bandenspanning op advies van Gijs en anderen heb verlaagd van 2,5 tot 1,5 bar. Het leek mij weinig, totdat ik vernam dat de meeste motorrijders zelfs met minder dan één bar hun runs doen.

Huh, 1,2 bar?

De laatste run van die dag rij ik 12:58 seconde. Hiermee kom ik dicht in de buurt van de 12:2” van mijn naamgenoot. Leuke sport, dragracing! De Ducati laad ik daarna weer op de aanhanger. Alles is heel gebleven, vanzelfsprekend. We gaan de volgende dag als circuitmarshal meerijden met de racedemo’s van de SAM op de politietrainingsbaan te Lelystad. Dat is een ander, maar even mooi verhaal, zie http://www.vkblog.nl/bericht/327168/Lelystad%3A_ook_mooi_als_het_regent

Tweede poging

Twee weken later ben ik er weer. Het is laat in de vrijdagmiddag, ik wil kijken of ik er iets is blijven hangen van die eerste dragracedag. Zowaar worden Inge en ik herkend door deze en gene. We krijgen leuke reacties. Eén van de officials vindt het wel mooi, een tweede Ducati. Of we Herman Jolink soms kennen? Wij: “Jazeker kennen we Herman! We zijn fan natuurlijk, hij is het snelst accelererende lid van onze club!”
“Praat je wel eens met hem?” vraagt de official. “Als je dat verstaat, dan zijn jullie zeker ook Achterhoekers!” We vatten dat maar op als een compliment voor Jolink en voor ons; we zien onszelf eigenlijk meer als Brabantse importfriezen, maar okee.

Tijdbriefje

Vier runs maak ik deze vrijdagavond. Het lukt allemaal een stuk beter dan de vorige keer. Nog maar één keer vergeet ik mijn vizier op tijd dicht te doen, maar gelukkig doet de startofficial dat voor me. De tijden zijn consistent, allemaal rond de twaalfeneenhalve seconde. Veel meer weet ik er niet uit te persen. Misschien ben ik te zwaar? Honderdtwintig kilo is niet niks. Belangrijker: te veel nog zit ik te slapen. Na elke run krijg je een uitdraai van de computer, met daarin je eindsnelheid (ook consistent, rond de 170, 175 km/u) en je reactiesnelheid. Bij mij zit er tussen het aangaan van het groene licht en het passeren van de startlijn een halve seconde of meer. Daar moet ik aan gaan werken, want de meeste jongens doen het in 0,2 seconde. Het zal de leeftijd wel zijn.

Veel GTI’tjes in Drachten

Hoe is het mogelijk, dat je van vier keer 12 seconden motorrijden zó moe kunt worden? Het is al half negen en ik ben volkomen uitgeput. De vijfde run laat ik over aan de jeugd. Misschien is het vermoeiend omdat er zoveel wachttijd zit tussen de runs. De boys & girls van de Golfjes, Civics en andere GTI’tjes moeten ook allemaal even rijden. Toch is het wachten niet saai. Kijken hoe de anderen het doen is ook leuk, of praten met de conculega’s. Inge komt in gesprek met de jongste deelnemer, Giovanni Postma uit Leeuwarden. Hij is twaalf jaar. Hij rijdt met een Honda 80cc tweetakt, die zijn vader Raymond – ook deelnemer – voor hem heeft geprepareerd. “Nee, het gaat nog niet zo hard!” zegt hij, “Maar volgens mijn vader moet ik eerst maar eens leren dat ik goed wegkom bij de start.” Dat is een advies dat ook op mij van toepassing is…


You meet the nicest people at Drachten Street Legal!

poster dhraDe ‘Street Legal Nights’ vinden plaats op het vliegveld van Drachten. Deze Friese landingsstrip is de enige plaats in Nederland, waar het tot nog toe is toegestaan om legale drag- en sprintwedstrijden te organiseren. In Nederland zijn er twee, heel verschillende organisaties, die zich hiervoor inspannen.

De meest bekende van de twee heet ‘Explosion’. Deze club organiseert nationale en internationale dragraces voor auto’s en motoren. Dat zijn meestal geen gewone vervoermiddelen. Geschikt voor de openbare weg zijn ze meestal niet. Ze hebben een speciaal getunede motor, ze gebruiken bijzondere brandstoffen, compressors, ultralichte carosserieën en de coureurs beschikken over een racelicentie. Het deelnemen kost ook meer dan bij de DHRA. Het inschrijfgeld bedraagt tweehonderd euro. Daar krijg je dan wel een heel raceweekend voor, niet alleen een vrijdagnamiddag en –avond. Bovendien mag je veel meer aan je motor of auto aanpassen. Informatie vind je op de website: www.explosiondragracing.com/.

Een binnen de Ducaticlub beroemde deelnemer kennen wij natuurlijk Het is Herman Jolink, die met zijn special al decennialang de eer van Nederland en van Ducati hoog houdt, op dragstrips in alle uithoeken van Europa.

Over dat soort dragracen gaat het verhaal nu niet. We spreken hier over de tweede club, de DHRA, een kloon van de Amerikaanse NHRA. Hoe is dat allemaal ontstaan?
Ooit, een jaar of veertig, vijftig geleden, waren er tienduizenden soldaten uit de Verenigde Staten gelegerd in Europa. Met zoveel jonge jongens onder elkaar kwam het weleens tot rottigheden, dat kan je je indenken. Illegale straatraces met opgevoerde auto’s en motoren leidden regelmatig tot ongelukken. Daarom bedacht men het dragracen met ‘street legal’ cars and bikes. Wat had je nodig? Een asfaltstrip strip van vierhonderd meter, een kerstboom met lichten, deelnemers, een EHBO-ploeg. Alleen vervoermiddelen die voor het openbare verkeer waren toegelaten mochten meedoen.

Zo werkt het ook anno 2010 nog steeds. In Nederland neemt de DHRA (www.dhra.nl) de zaken waar, in samenwerking met het vliegveld en de Gemeente Drachten. Die vindt het belangrijk, dat lokale hardrijders hun adrenaline spenderen op een afgesloten terrein – liever dan op de rijksweg of op verlaten industrieterreinen. Dit jaar organiseert men een uit vier avonden bestaande competitie. Uit het hele land komen de eigenaren van Golfjes, BMW’jes, Civics, Subaru’s en Suzuki GSX-R’s bijeen in Drachten. Vanaf een uur of drie tot laat in de avond kunnen zij zich met elkaar meten in de sprints over vierhonderd meter, tegen afdracht van slechts één tientje. Eind augustus is de finale gepland: “King Street”.

Dit verhaal verscheen in drukvorm in “Strada”, het magazine van de Ducaticlub Nederland.

Foto’s © Studio Festina Lente

Meer foto’s op Picasa.

6 reacties op “Gassen in Drachten

  1. Avatar van Henk Veenstra
    Ook gelegaliseerde illegale streetcarraces kunnen leiden tot ongelukken.
    Ik woon in Drachten, maar zie er de lol niet van in.

    Tragisch ongeval – John van Geytenbeek 22-08-2010 » Dragracing Holland
    22 aug 2010 … Aan het eind van de Dutch Finals werd Drachten wakkergeschud door een luide knal … John van Geytenbeek is op de plek van het ongeval overleden.

  2. Avatar van Gijs
    @ Henk Veenstra.

    Je hebt gelijk. Natuurlijk kan motorsport leiden tot ongelukken. Het gaat soms hard. Maar het is onze passie. We kennen de risico’s. Desondanks kunnen we het niet laten, net zo min als die honderdduizenden andere motorsporters van de afgelopen honderd jaar.
    We begrijpen het best, dat anderen er de lol niet van inzien. Ieder zijn meug. Sommigen kweken liever sanseveria’s, of ze bloggen op het VK-blog. Alledrie kan ook.

    De motorsport is de laatste jaren veel veiliger geworden. Opvallend: juist dragracen staat bekend als een veilige sport. Soms verongelukken er desondanks medesporters. Wij vinden dat verschrikkelijk. Meestal kennen we hen niet persoonlijk, maar we sluiten hen in ons hart; zij zijn onze motorvrienden.

    Het leven is eindig. Sterven in het harnas is meestal te vroeg, maar persoonlijk vind ik het wel te verkiezen boven een langdurig ziekbed of erger nog, dementie.

    Gijs

  3. Avatar van Gijs
    @ Maikel Gloudemans

    Het stuk heb ik ook naar de ‘Strada’ gestuurd. ik hoop dat ze het plaatsen!
    Of we vrijdag kunnen komen bij ‘King Street’ is niet zeker. Inge zit met een oorontsteking.

  4. Avatar van Gijs
    Wat betreft het verongelukken van John van Geytenbeek:
    We zijn diep onder de indruk van dit slechte nieuws. Familie, vrienden en medesporters, sterkte!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *