Ook bij virtueel loket moet je wachten
Vorige week donderdag schreef Anja Mast in het Friesch Dagblad over het virtueel loket in Twijzelerheide. Het loopt nog niet storm. De groep vrijwilligers en ondersteuners rond het nieuw ingerichte dorpssteunpunt is er enthousiast over. De rest van het dorp stelt zich echter afwachtend op. “Het moet nog wennen”, stelde ze.
Na lezing van het artikel heb ik even zitten dubben. De lage bezoekfrequentie is niet zo heel verbazend, als je er goed over nadenkt. Een gemiddelde burger bezoekt zijn gemeentehuis gemiddeld 1,3 maal per jaar. Voor een deel van die bezoeken moet hij zich bovendien fysiek naar de gemeentebalie begeven, want men wil hem in levenden lijve zien, of zijn handtekening, of meten hoe lang hij is. Of zij.
Daarom blijft er niet veel bezoek over dat ‘virtueel’ kan worden afgehandeld. Deels moet dat in de toekomst worden opgevangen door méér diensten digitaal aan te bieden; dat is iets waar de Gemeente Achtkarspelen daadwerkelijk aan werkt. Ten tweede is zo’n loket pas echt effectief als er méér dan één dienstenleverancier zijn balie aanbiedt. Meer aanbieders betekent meer effect en lagere kosten per loket. Ook dat zou binnen afzienbare tijd kunnen lukken, want onder andere de Rabobank heeft aangegeven dat ze graag mede gebruik gaat maken van het loket.
De vraag is: zal het allemaal lukken binnen de proefperiode van één jaar die voor dit experiment is afgesproken? Aan de mensen van Raderwerk zal het in elk geval niet liggen. Als het moet, halen de vrijwilligers de klanten thuis op. Past dat niet mooi bij de boodschappendienst die onlangs van start is gegaan vanuit het Steunpunt?