Leeuwarden, 1 februari. Ontroering riep het bij me op, de betrokkenheid van een vijftigtal vrienden en kennissen van het Friese provinciehuis. Zóveel mensen bij elkaar in een conferentiekelder aan de Tweebaksmarkt. Ondanks de scepsis die bij velen heerste: ze zaten er toch maar.
Tastbaar waren af en toe de emoties: negatieve, zoals cynisme, ergernis en desinteresse; ambivalente, zoals ongeduld, verbazing en onzekerheid; positieve, zoals goede wil, hoop en dadendrang. Zoals mijn collega Anja Paap me in de pauze zei: “We zijn hier getuige van een overheid die worstelt met haar rol en ambities.” Een waardevolle exercitie, zonder meer, maar Anja en vele anderen vroegen zich af waarom zij en wij daarbij zouden moeten zijn.
Wat viel op? Allereerst een directeur van het provinciale ambtelijke apparaat. Hij legde de zaal uit dat de provincie grote ambities heeft met de Digitale Agenda Fryslân. Tegelijk gaf hij aan dat zijn organisatie de komende jaren niet verder wil en kan gaan dan verbinden en stimuleren. Op financieel commitment is weinig kans. Subsidies of participeren in innovatie noemt hij in één adem met ‘doodknuffelen’. Onmiddellijk nadat hij deze visie publiek had gemaakt verliet hij – samen met de gedeputeerde – de conferentie, wellicht op weg naar een belangrijke afspraak.
Daarna waren zijn ondergeschikten aan de beurt. Ik had het met hen te doen. Samen met TNO en een goedwillend V-team moesten zij proberen het hoe en waarom te verklaren. Intussen hadden de vrienden en kennissen heel wat vragen. Bijvoorbeeld: waarom is het TNO-rapport over de workshops van vorig najaar niet openbaar? Is dat goed en open samenwerken? Moet de ‘markt’ wachten op de met haar ambities worstelende overheid, of moet de overheid gas geven om de ‘markt’ bij te houden? En de provincie Fryslân en TNO willen de naam ‘Digitale Agenda’ laten vallen ten gunste van ‘Tûke Mienskip’. Mooi Fries dat me niet onbekend voorkwam. Maar verlies je zo niet de terminologische verbinding met de Europese Digitale Agenda?
De belangrijkste vraag was: wat kwamen we eigenlijk doen? Werd hier bepaald hoe de provinciale overheid de komende jaren de creativiteit, energie en daadkracht van haar inwoners ging ondersteunen? Of was de boodschap van de overheid dat wij, de samenleving, de markt, even moesten wachten op invulling van de randvoorwaarden en proeftuinprojecten die ergens uit een hoge hoed waren getoverd?
Naast mij zat Ineke Verdoner. Ze legde het goed uit. Twee werelden begrijpen elkaar totaal niet. De overheid versus de rest van de samenleving. De rechte lijn versus de cirkel, male versus female. Ik zou eraan toe willen voegen: de ivoren toren versus de werkvloer. Een ontroerende worsteling.
Lees ook:
Ditzelfde blog op de community van Digitale Agenda Fryslân
Verslag Andries Veldman op Liwwadders
Column op iipen van Ferenc Jacobs
Het vervolg: Wie is probleemeigenaar Digitale Agenda?
In een reactie op het blog van Ferenc Jacobs (http://www.iipen.nl/digitale-agenda#comment-3) een aanvullende opmerking mijnerzijds.
“(…) Velen hebben kant-en-klare plannen liggen, of ze zijn al voortvarend bezig met de uitvoering. Ze komen echter niet voor in de shortlist met proeftuintoepassingen van de Digitale Agenda. Die is toch al arbitrair van samenstelling: waar zijn de economie, het onderwijs, de jongeren?
Openheid over het tot stand komen van de shortlist wacht nog op bestuurlijke goedkeuring. Intussen krijgen wij alleen maar meer vragen.”