Erik Zwierenberg herkent goede ideeën

Innovator in Friesland

LEEUWARDEN – “Roepen dat het kan, het werkt!” Erik Zwierenberg is er vast van overtuigd dat een goede visie leidt tot realisatie. Hij zit aan tafel in het door Herman Hertzberger ontworpen gebouw van NHL Hogeschool in Leeuwarden. Om precies te zijn, in het Huis van het Heden. Het visitekaartje van de stichting GEEF, waarover Zwierenberg de directie voert – hij is iemand die veel dingen tegelijk doet. We kennen hem bijvoorbeeld als kwartiermaker van Omkeer 2.0, als bedenker van het ‘Boek in één Dag’, als columnist van ‘de Zakenspiegel’. Vooral kennen we hem als een man die in staat is om met originele ideeën te komen. We ondervragen hem over zijn visie op innovatie.

Erik Zwierenberg
Erik Zwierenberg. Foto: Inge van Hesteren.

“Briljante concepten, daar moet je toch mee uitkijken,” stelt hij desalniettemin. “Wow, fantastisch, zeggen mede-innovators tegen elkaar, maar vervolgens is er niemand die iets met de concepten doet. Terwijl dat het is waar het bij innovatie om moet gaan:  het omzetten van een houtje-touwtje-idee in een verkoopbaar marktproduct. Heel vaak zie je dat de bedenkers van een nieuw product of concept er zelf niet veel mee kunnen. Dat organisaties of bedrijven die het als volgende oppakken er ineens wél de vruchten van plukken. Jammer voor de innovator, die zijn investering nooit meer terugziet.

Je ziet het aan het nieuwe beeldhorloge, waarvan we een exemplaar hebben hier in het Huis van het Heden. Goed idee, goed ontwikkeld, goed naar de markt gebracht, zeker duizend zijn ervan verkocht. Vooral via de zorginstellingen die het product van begin af ondersteund hebben. Maar toen stokte de verkoop. Voor écht succes zijn meer partijen in de markt nodig. Misschien moeten er vertegenwoordigers langs de zorginstellingen? Zijn de aanbieders misschien vergeten om een marketingbudget te reserveren?  

Hoe het ook zij, ik denk dat alleen massaproductie nieuwe producten haalbaar, betaalbaar maakt. Tienduizend, stuks, honderdduizend. Het wereldwijde web maakt dat natuurlijk gemakkelijker. Je ziet daar ook veel nieuwe verkoopmethoden. Neem bijvoorbeeld het Freemium model. Je geeft je product gratis weg, maar vraagt geld voor de extra’s. Als het eerst maar tussen de oren is gekomen bij gebruikers. Wel moet je zorgen dat je aanbod meteen perfect werkt.

Kortom, het is een jungle. Wat betreft innovaties is de lijst met mislukkingen veel groter dan de lijst met successen. Je moet roepen dat het kán! Dat werkt als een self fulfilling prophecy. En je moet slimmer zijn dan je concurrent. Er zijn er maar een paar die dat kunnen.

Een voorbeeld is de chipindustrie. Het maken van computerchips is buitengewoon specialistisch. Het begint met het bouwen van de machines die de chips maken kunnen. ICT is cyclisch van aard. Men moet anticiperen op almaar groeiende vraag – een zelfopgelegd axioma, na de uitvinding van de Wet van Moore. Zoals je weet voorspelt deze periodieke verdubbeling van de computerrekenkracht. Echter, voordat de ingewikkelde en zeer dure machines ontwikkeld zijn is de vraag weer tijdelijk gedaald. Dan zit men met een verminderde afzet en de consequentie dat investeringen niet snel genoeg terugverdiend worden.

De andere kant van het verhaal: zo’n varkenscyclus werkt ook andersom. Het Nederlandse bedrijf ASML bleef investeren in ontwikkeling, ook in moeilijke tijden. Toen de markt aantrok , stond het op een voorsprong, terwijl bedrijven als Nikon en Canon moesten afhaken. Let wel, dat spreekt van lef;  zo’n chipmachine kost rond de vijftig miljoen euro, met een afschrijvingstermijn van vier, vijf jaar. ASML werd een wereldwijde economische trekker, met heel veel spin-off voor Nederland, in het bijzonder voor de regio rond Eindhoven. Bedrijvigheid als deze trekt ondersteunende infrastructuur aan.

De kansen voor Friesland? Watertechnologie, hé? Al een aantal jaren een speerpunt. Zie een kennisinstituut Wetsus, een incubator als in de Leeuwarder Johannes de Doperkerk, een bedrijf als Paques in Balk. Het is allemaal begonnen met aanjaagfondsen. Nederlandse en Europese. Centra voor watertechnologie zijn er meer in Europa, maar uiteindelijk moet moeten de steekwoorden Friesland en Water onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, al kan het wel twintig, dertig jaar duren voor het zover is. Kortom, wil je innovatie weghalen uit niches, dan moet je een dertigjarenplan hebben. En eraan vasthouden.

Dat de economie verslaafd is aan groei, had ik al gezegd. We kunnen ons moeilijk voorstellen dat die er niet is. Behalve in Friesland misschien. Hier kennen we het begrip ‘krimp’. Intussen zijn we aan het leren daarmee om te gaan. Ook weer op innovatieve manieren. Innovatie als overlevingsstrategie, misschien zit dat wel in onze genen.”

Precies. Eigenlijk wil ik meer weten over de drijfveren van Zwierenberg. Jij beweegt de discussie handig van het persoonlijke naar het abstracte.

“Ben ik een Innovator of ben ik een Duider? Innovatie, je hebt het nodig. Je moet erop vertrouwen dat het wat oplevert. Je moet blijven proberen. Volgens mij zit het heel diep in de mens. Maar als ik voor mezelf spreek: het is soms ongelooflijk vermoeiend!

Kritisch naar mezelf kijkend: misschien ben ik er goed in om nieuwe ideeën te herkennen. En om eventuele uitvoerbaarheid te beoordelen. Als mensheid zijn we daar goed in. Goed in aanpassen, nieuwsgierig. We zijn overlevers. Eigenlijk is het bizar. Niemand uitgezonderd, hebben ál onze voorouders het overleefd, toch?

Onlangs zag ik de nieuwe versie van het programma van Carl Sagan op televisie, ‘Cosmos’. Het leven op deze aarde is meermalen ontstaan, uitgestorven, toch weer opgepikt. Ons DNA is de ruimte ingeschoten en later weer teruggekeerd. Onze voorouders waren eigenlijk kosmonauten, die hun omgeving aanpassen aan hun eisen. De laatste paar generaties gaat het ontzettend snel. Tweehonderd jaar geleden waren de meesten alleen maar bezig met overleven. En nu zijn alle technologische voorzieningen vanzelfsprekend. Ze hebben ons leven gemakkelijk gemaakt. Ieder mens heeft het equivalent van honderd slaven om zich heen dankzij het gebruik van aardolie dat het werk voor ons verzet.”

Even terug naar het nu. Hoe zit dat eigenlijk met GEEF?

“Deze stichting stelt zich ten doel de veranderingen in de zorgverlening aan ouderen te duiden en misschien op te vangen. Met voorlichting, met een duwtje hier en daar. De huidige trend is dat het niets mag kosten, dat mensen het voor zichzelf uitzoeken. Misschien moeten ouderen opnieuw overlevers worden? Enfin, met technologie kan er veel aangepast en vergemakkelijkt worden. We gaan toe naar ambient assisted living en gamification. Wat GEEF doet is de weg wijzen, voorbeelden laten zien, samenwerken met hogescholen om ideeën en concepten uit te werken.

Hoe ziet het eruit over vijf of tien jaar? Tja, ergens is dat koffiedikkijken. Hooguit kan je bestaande ontwikkelingen doortrekken, maar je kunt nu niet zeggen dat briljante innovatie zus en zo eraan komt. Bestaande toepassingen zullen zich zeker verder uitbreiden. Sociale media bijvoorbeeld.

Plattelandsgebieden zoals die in Noordelijk Friesland hebben een eigen problematiek. Zaken als digitale community’s zouden daardoor meer invloed en betekenis kunnen krijgen. Ouderen worden geacht langer zelfstandig te blijven wonen. Dus allerlei domoticatoepassingen zullen aan belang winnen: alarmering, val- en bewegingsdetectie, monitoren van hartslag, bloeddruk, beeldcommunicatie. Hierbij hoef je helemaal niet op zoek naar Willy-Wortelachtige gadgets. Je kunt beter slim leentjebuur spelen bij bestaande oplossingen. Ga in de wereld op zoek naar oplossingen die optimaal in jouw lokale situatie ingezet kunnen worden. Steve Jobs zei het al: ‘We have always been shameless about stealing great ideas.’ [1]

De persóón Zwierenberg blijft me interesseren. Ben je filosofisch aangelegd?

“Zeker. Laatst las ik een boek van Daniel Dennet, een bekende wetenschapsfilosoof. Het leven is een algoritme, gebaseerd op DNA, zegt hij. In feite doen we als mensheid hetzelfde met ICT. DNA en ICT-software, het zijn dezelfde soort van algoritmen. Zoals computers dat voor software zijn, is ons menselijk lichaam eigenlijk niet meer dan de drager van in DNA vastgelegde informatie. Na onze voortplanting zijn we eigenlijk overbodig. Daarom gaan we erna ook langzaam stuk! Och, ik las laatst een boek van Bas Haring, ‘Voor een echt succesvol leven’. Hierin schrijft hij dat ook een doodlopende weg een mooie weg kan zijn.

Naar analogie daarvan kan je zeggen: een mislukte innovatie kan toch een mooi leerproces zijn. En een geslaagd innovator is degeen die één keer vaker heeft doorgezet dan de anderen. Waarom blijft zo iemand het toch steeds weer proberen? Mensen als Thomas Edison, die duizend maal bleef proberen het juiste materiaal voor de gloeidraad van zijn gloeilamp te ontdekken.

Ik herken me daarin. Bij de KPN kwam ik destijds altijd terecht op de afdelingen die op zoek waren naar nieuwe dingen, dingen die beter konden. En in het geval van de KPN, die geld opleverden. Weet je, iedereen kent dat gevoel – de één wat meer dan de ander. Dat het de technische richting op zou gaan, dat voelde ik al heel jong. Op mijn zestiende was ik al radioamateur met een C-zendmachtiging.”

Zoals jij het vertelt, ligt het initiatief voor innovatie bij bedrijven en burgers. Heeft de overheid nog wel een taak dan?

“Ik vind van wel. De overheden spelen een belangrijke rol bij het aanmoedigen van ondernemerschap en innovatie. Ze nemen die rol serieus. Ze weten donders goed dat veel innovaties geen succesgarantie kennen. Toch steken ze hun nek mede uit. Om nog even naar Friesland terug te gaan: het provinciebestuur ontwikkelde instrumenten als het innovatiefonds Fryslân Fernijt, met de nadruk op snelle en kortdurende ontwikkelcycli. Natuurlijk mopperden ondernemers over de hoeveelheid tijd die ze moesten steken in het schrijven van de projectplannen, het rapporteren en het verantwoorden, maar dat is hoe het werkt, wanneer je aanspraak wilt maken op gemeenschapsgeld. Voor degenen die dat te belastend vinden en het liever op hun eigen manier willen doen, bestaan er inmiddels fablabs, incubators en netwerk-bedrijfsverzamelgebouwen.

Weet je, innoveren is gewoon leuk, zolang je er maar niet op rekent dat je er slapend rijk van wordt.”

 

[1] YouTube: www.youtube.com/watch?v=8QzJa_OU0tI , Steve Jobs werd geïnterviewd over zijn bezoek aan Xerox en het kopiëren van hun grafisch besturingssysteem voor de Mac.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *