Vrijmetselarij oudste vereniging in oudste woonhuis

HARLINGEN – Nederland kent ongeveer 180 vrijmetselaarsloges. Ook in Harlingen zetelt er een. Secretaris Kees Lugtmeijer nodigde HC uit voor een gesprek, naar aanleiding van de open dag, die de loge aanstaande dinsdag organiseert. HC ontmoet hem in ‘De Gouden Engel’, het verenigingsgebouw aan de Lanen. Een prachtig historisch pand, dat goed past bij de eeuwenoude geschiedenis van de vrijmetselaren.

De ‘werkplaats’ van de Vrijmetselarij, op de bovenverdieping van ‘De Gouden Engel’ aan de Lanen 28. Foto: Inge van Hesteren

“Misschien is dit wel één van de oudste stenen woonhuizen van de stad,” legt Lugtmeijer uit. “Het stamt ergens uit de zestiende eeuw. Vroeger woonden er twee gezinnen en aan de voorkant zat een winkeltje. In samenwerking met de Hein Buismanstichting hebben we het pand begin jaren zeventig gerestaureerd. Het enige nadeel zijn de enkelsteense muren, waardoor het moeilijk warm te houden is.”

Middeleeuwen

De vrijmetselarij zelf is nog veel ouder. De beweging vond vermoedelijk haar oorsprong in de Middeleeuwen, bij het gilde der steenhouwers. Vooral in Engeland had dit gilde een bijzondere positie. De leden werkten aan de bouw van kathedralen. Ze waren veelal hooggeschoolde ambachtslieden, die van plaats naar plaats trokken. Ze hadden daardoor een andere gezagsverhouding met stad, adel of geestelijkheid. Vandaar noemden zij zich in het Engels ‘freemason’, vrije metselaar. Hun werkplaatsen, ‘lodges’, werden in het Nederlands vertaald naar ‘loges’. De loges trokken na verloop van tijd ook niet-handwerkslieden, zoals kunstenaars, wetenschappers, filosofen en notabelen.

“Deugd en IJver, de loge van Harlingen, bestaat sinds 1797. Het is daarmee de oudste vereniging van de stad. We hebben momenteel ongeveer dertig leden. Zij komen inderdaad uit alle geledingen van de samenleving. Dat is dan ook wat we nastreven. Onze doelstellingen: samen werken aan het samenbrengen van partijen, het wegnemen van dat wat verdeelt, goed staatsburgerschap, wederzijdse gelijkwaardigheid. Maar vooral ook zoeken naar het licht, naar de diepere betekenis van de tegenstelling tussen goed en kwaad.”

Mythen en complotten

Het genootschap wordt omgeven door vele mythen. Ten dele heeft het dit aan zichzelf te danken. Geheimen, rituelen en symboliek maken vanaf het eerste begin onlosmakelijk deel uit van de identiteit der Vrijmetselarij. Hierdoor onttrokken de leden zich aan controle door diegenen, die de vrije gedachte met argwaan aanschouwden. Achtereenvolgens deden de Paus, de nazi’s en de communisten het genootschap in de ban. Complottheorieën brachten de Vrijmetselarij in verband met oude Egyptenaren, de Hervorming en de Franse Revolutie.

“Daar klopt niets van,” zegt Lugtmeijer. “De Vrijmetselarij treedt niet naar buiten als groep, we zijn geen serviceclub zoals Rotary of Lion’s. We verkondigen geen leerstelling, geen waarheid, geen dogma’s. Het is een methodiek. Vandaar ook de symboliek. Die bewaren we voor de bijeenkomsten in onze ‘werkplaats’. Het gaat om ‘kleine’ geheimen, in de orde van de verrassingen. Het werkelijke geheim is dat wat je niet onder woorden kunt brengen, het onderzoeken van het onzegbare. Ken uzelf, ken uw naaste en zoek naar het hogere, daar gaat het om. Als je niet gevoelig bent voor de symboliek die daaraan ten grondslag ligt is de Vrijmetselarij vermoedelijk niets voor u.”

Rituelen en symboliek

Het verenigingsleven vindt plaats in de vergaderzaal beneden in het pand, de rituelen boven in de ‘tempel’, die door de Harlinger loge tegenwoordig ‘werkplaats’ wordt genoemd. “Liever hebben we niet de associatie met religie, die het woord tempel oproept, vandaar.”

Toch roept het reilen en zeilen in deze werkplaats parallellen op met bepaalde vormen van godsdienstige liturgie. Zoals Lugtmeier zelf toegeeft, de mens is voortdurend op zoek naar ‘het geheim van de gedeelde ervaring’, ook de vrijmetselaar. Gedeelde ervaring kenmerkt bijna alle religies in deze wereld; misschien werkt deze nog krachtiger als samenbindend element dan de leer die eraan ten grondslag ligt.

Centraal in de werkplaats staan de drie grote symbolen van de Vrijmetselarij: de bijbel, de passer en de timmermanshaak. “De bijbel, niet als religieus statement, maar als ons eerste grote licht, brenger van wijsheid, kracht en schoonheid. We hebben in onze loge katholieken, hervormden, atheïsten en zelfs een moslim. De voorwerpen zijn ankerpunten bij het zoeken naar mystieke momenten met het onbekende hogere. Wat dat is, blijft individueel verschillend.”

Lidmaatschap van de loge ‘Deugd en IJver’ staat alleen open voor mannen. Krijgen vrouwen dan helemaal geen toegang tot loges binnen de ‘Orde van Vrijmetselaren onder het Grootoosten der Nederlanden’?
“Het is historisch zo gegroeid. Intussen bestaan er ook gemengde en vrouwelijke loges, maar wat Harlingen betreft houden we het liever bij het oude.”

De open avond van de Vrijmetselarij vindt plaats op dinsdagavond 3 november, vanaf acht uur. Adres: ‘De Gouden Engel’, Lanen 28, Harlingen.
Meer informatie: www.deugdenijver.nl.

Dit artikel is eerder gepubliceerd in de Harlinger Courant.

 

 

 

 

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *