‘Schuttevaer’ spreekt met Tjalling van der Zee. Geboren uit Nederlandse ouders in Durban, Zuid-Afrika werkte Van der Zee enkele jaren als beroepsmilitair in het Nederlandse leger. Zo rond 1992 begon hij als ‘maat’ aan boord van de zeiltjalk ‘Courage’. Hij voer vervolgens tien jaar als charterschipper. Na ervaringen in de baggerbranche volgde hij een maritieme opleiding aan de Zeevaartschool op Terschelling. Nu vaart hij al jaren via zijn bedrijf Van der Zee Maritime Services als freelancer, meestal in de zeesleepvaart.
Maandelijks archief: november 2018
Van Het Nut naar de Binnenvaartsimulator
Leren navigeren: twee eeuwen maritiem onderwijs
HARLINGEN – De Harlinger Maritieme Academie bestaat tweehonderd jaar. Het werd uitbundig gevierd, met een reünie, maar ook met de presentatie van een boek: ‘Leren navigeren, 200 jaar maritiem onderwijs in Harlingen’. Geo Arnold, achterkleinzoon van oud-leerling kapitein Jan Holstein kreeg het uitgereikt en historicus Jurjen Leinenga schreef het.
Jurjen Richard Leinenga (1958) studeerde geschiedenis in Groningen. Zijn proefschrift gaf hij de titel Arctische walvisvangst in de achttiende eeuw: de betekenis van Straat Davis als vangstgebied (Amsterdam, 1985). Hij werkt sinds 2013 bij de projecten Dutch Ships and Sailors en Diepere Maritieme Data. Begin 2018 legde hij de laatste hand aan het digitaliseren van monsterrollen in Noord-Nederlandse archieven en musea, waaronder die van de Harlinger waterschout.
Zijn contacten met de Maritieme Academie stammen uit deze periode. ‘Ik kom zelf uit een varende familie en ik houd van geschiedenis. Eigenlijk is er in dit vakgebied weinig aandacht voor onze varende historie. Neem de vaart op de Oostzee. Ik miste waardering voor al die mensen die keihard gewerkt hebben. Aan mijn eigen vader heb ik dit kunnen zien. Als kapitein en reder was hij altijd in de weer. Zes uur op, zes uur af.’ Lees verder Van Het Nut naar de Binnenvaartsimulator
Het recht van de straat
Laat mij ook eens een mening hebben.
De mening van de anti-Zwartepieten kan ik niet delen. Ik heb begrip voor hun standpunt, maar ik denk dat ze het niet helemaal in de juiste verhoudingen zien. Soms vind ik hun opstelling zelfs irritant. Waarom moet die zo nodig verkondigd worden tijdens de intocht van kindervriend Sinterklaas? Deze mensen staan echter voor hun eigen mening en dat mocht altijd in Nederland. Zeker omdat ze die steeds geweldloos verkondigen. Ze vragen netjes aan de overheid of ze mogen demonstreren en na toestemming doen zij dat, op de plek en het tijdstip die hen zijn toegewezen.
Dan de andere kant, de ondersteuners van een zwarte Zwarte Piet. Die mensen blijken zich niet geweldloos op te stellen. Die vragen niet netjes om toestemming. Gesteund door overheden die hun ogen sluiten en media die de zaak verder ophitsen nemen zij de vrijheid om legale demonstraties te saboteren. Want tja, vrijheid van meningsuiting bestaat alleen voor de meerderheid, en voor meningen die de meerderheid welgevallig zijn.
Nu schaam ik mij, als Nederlander, als inwoner van Friesland. “Wij verdedigen het Nederlandse cultuurgoed”, zeggen deze dappere heren en dames. Een cultuurgoed dat blijkbaar bestaat uit het recht van het geweld. Op Facebook roepen mensen die ik ken en respecteer intussen ongegeneerd de meest verschrikkelijke dingen. Niet alleen over de anti-zwartepieten, maar over alles wat een kleurtje heeft en iedereen die een beetje linksig lijkt.
Het wachten is nu op de witte puntmutsen, de ingegooide etalages, de boekverbrandingen en de hakenkruizen. En de volgende stap is dat de tegenstanders van Zwarte Piet terug gaan slaan. Zinloze escalatie. Nou, ik ben en blijf vóór de multiculturele samenleving. Deze wereld is van ons allemaal. Nee, de dappere verdedigers van Nederlandse tradities spreken niet namens mij. Dat wilde ik maar even gezegd hebben.
Negende ZZ-races in en rond Zeerijp en ‘t Zandt
Zeerijp – ’t Zand – Het was 16 juni; voor de zevende keer organiseerde de Stichting ZZ Races zijn driejaarlijkse regelmatigheidsevenement. Met de wegraces van 1946 en 1947 meegerekend was het zelfs de negende keer. Tweehonderd coureurs uit Nederland, Duitsland en Engeland waren afgekomen op ‘Het Isle of Man van Noord-Groningen’. Zij brachten het toch al zo door aardbevingen geteisterde gebied nogmaals hevig in trilling. De auteur meldde zich aan voor de speciale klasse van racers uit de jaren zeventig en brengt hier verslag uit van zijn bevindingen.
Tekst en foto’s: Gijs van Hesteren
Dit artikel verscheen eerder in Het Motorrijwiel nr. 155