ASSEN – Het is intussen bijna niemand meer ontgaan: het grote succes van ‘Jumping Jack’, de theatervoorstelling over het leven van Jack Middelburg, de Johan Cruijff van het motorracen. Nationale en regionale kranten schreven er lyrisch over, begin mei, na de première: ‘Overdonderend spektakel’ (Kester Freriks, NRC); ‘Ronkend, rockend en raak’ (Leeuwarder Courant en Dagblad van het Noorden). Ook Het Motorrijwiel was erbij. Gijs van Hesteren liet zich meevoeren door het opwindende spektakel, locatietheater op de meest legendarische plek van de Nederlandse motorsport: de voormalige Noordlus van het TT-circuit in Assen.
De twee try-outs en de première van Jumping Jack hadden direct al kippenvel veroorzaakt op de welgevulde tribunes. Daar zat publiek dat je normaal gesproken wat minder vaak tegenkomt bij theatervoorstellingen: weinig kalende heren in colbert en grijzende dames met mantelpak, maar vooral motorkleding dragende mannen en vrouwen, met caps, jacks en hier en daar een stevige tatoeage.
Muur van geluid
Het begon met stampende rock van Erwin Java & Band. Extra gitaristen zorgden voor een muur van geluid. Met open uitlaten dreunden twintig klassieke racers van RMM, het Rijdend Motormuseum, met een noodgang voorbij. Vijftig dansers, lichteffecten, rekwisieten op ware grootte. Dit was een lofdicht aan de jeugd, aan de wilde jaren zeventig en tachtig, aan passie voor motorsport, toen alles nog kon. Dit was prachtig.
Drieduizend toeschouwers per voorstelling lieten zich onderdompelen in een magische combinatie van spel, licht, muziek, beweging en échte, live voorbijracende motoren. Kees Botman, één van de twee Bedenkers & Uitvoerders van Ongewone Gebeurtenissen (BUOG), was tijdens de theaterdagen een zeer drukbezet man. Toch vond hij tijd om het hele verhaal nog eens kort toe te lichten. ‘Dit is niet bedoeld als waarheidsgetrouwe documentaire over het leven van Jack. In die jaren zag Nederland er heel anders uit dan nu. Dat is de sfeer van toen die we terug willen halen. Eigenlijk krijgen jullie straks een soort sprookje te zien, over de kleindochter van Jack. Maar nu moet ik snel verder: de WC’s moeten nog schoongemaakt.’
De voorstelling
De rol van kleindochter is toebedeeld aan de jonge actrice Julia van der Vlugt. Zij heeft haar grootvader nooit gekend. Na een scooterongeval reist zij als in een droom terug in de tijd. Jack, overtuigend gespeeld door Matteo van der Grijn, ziet haar aan voor zijn grote liefde Petra. Tegen wil en dank laat zij zich meevoeren langs de hoogtijdagen van Middelburg. De scenes volgen elkaar snel op, de ene overdonderend, de andere klein en gevoelig. Het decor bestaat uit dansers (‘rebelse motorrijders vol met testosteron’) en danseressen (‘Drentse breezersletjes’), een motorstuntman, de oude TT-loopbrug, een sleep van tien caravans (rennerskwartier!), de behandeltafel van bottendokter Derweduwen. Met hem deelt Julia/Petra haar zorgen over het onafwendbare einde. Dat doet ze ook keer op keer met Jack. Zij weet hoe het af zal lopen…
Jack is een verscheurd man. Doordeweeks werkt hij in de kassenbouw, in de weekends wil hij de beste zijn. In die jaren is het wegracen op dat niveau een wrede sport, nog veel meer dan nu. Om als privérijder vooraan te finishen moet hij harder rijden en meer risico’s nemen dan de fabriekscoureurs. Het lukt hem, met GP-overwinningen in Silverstone en Assen. Voor zijn ambitie moet hij echter duur betalen: met botbreuken en ander fysiek ongemak. ‘Ik ben maar een boerenlul die toevallig goed kan motorrijden – omdat ik niet anders kan!’, zegt Jack. Zijn lichaam zit intussen vol met schroeven en ander ijzerwerk. Motorsportliefhebbers weten hoe het afloopt: Jack komt in 1984 tragisch om het leven bij een nationale wegrace in Tolbert. Hij wordt niet ouder dan 31 jaar.
Knap werk van BUOG, deze theatervoorstelling, en van allen die eraan meewerkten. Complimenten voor de regie van Frank Lammers, de choreografie, het mooie acteren en zingen van de hoofdrolspelers, de enscenering en voor het meeslepende verhaal.
Op weg naar de motorrijdershemel reist Jack een stukje samen op met zijn kleindochter, die terug naar het heden vertrekt. ‘Ik heb je nooit gekend. Schuif eens op voor je ouwe opa’, verzucht hij weemoedig. ‘Ik ben moe. Was het dit wel allemaal waard?’
‘Jumping Jack’
Waardering: *****
Productie: BUOG, Kees Botman en Pieter Stellingwerf.
Regie: Frank Lammers.
Muziek: Erwin Java & Band en de Jumping Jack Band.
Dans: Lucia Marthas Institute for Performing Arts, Groningen.
Hoofdrollen: Matteo van der Grijn, Julia van der Vlugt, Lucas Hamming, Genio de Groot.
Plaats: Assen, Noordlus TT-circuit.
Voorstellingen: tussen 9 en 25 mei
Dit artikel verscheen eerder in Het Motorrijwiel.
De RRM Specialklasse
Het plezier spat ervan af bij de motorrijders van de RMM-specialklasse. Zij treden twee weken lang op. Met het luidruchtige warmdraaien van hun motoren maken zij van de oude Noordlus een echt rennerskwartier. Achter de tribunes verkoopt men flesjes pils, kroketten en patatjes mét, net als vroeger bij de races.
‘We zijn best een hechte groep en vinden het geweldig om hierbij te zijn’, zegt Heerenvener Gerrit Stoeten, die meerijdt met zijn Honda replica. ‘Dit is heel goede reclame voor de klassieke motorsport.’
Martin Eijbersen, die racedemo’s rijdt op de Yamaha waarmee zijn vader in de jaren zeventig al deelnam aan wegraces: ‘Op het laatste moment vroegen ze of ik mee wilde doen. Het was even passen en meten, maar het lukt. Elke dag op en neer naar Assen, het valt niet mee, maar het is het waard.’
Foto: Teun de Leeuw (links) en Pieter Kuiper draaien de motoren alvast warm.