Van de USA naar Normandië, Engeland, Nederland en weer terug
HARLINGEN – Daniel Starks in de Amerikaanse staat Wyoming is trots op zijn collectie van 120 militaire voertuigen. Hij toont deze vanaf volgend jaar aan het publiek in zijn nieuwe National Museum of Military Vehicles. Hij vond dat er ook een landingsvaartuig dat tijdens D-Day was ingezet bij hoorde. Een Brabants bedrijf kreeg de opdracht om op onderzoek uit te gaan. BAIV Maarheeze vond zo’n vaartuig uiteindelijk in het Engelse graafschap Kent. Het restauratiewerk werd gegund aan de Franeker Scheepswerf Talsma. De uitvoering van het werk vond plaats bij onderaannemer Scheepstimmerbedrijf Feith in Harlingen, onder projectleiding van E.E.S. Taxaties. Het vervolg? Via de stranden van Normandië terug naar de USA. Lees verder Oplevering en proefvaart landingsvaartuig D-Day→
HARLINGEN – Vijfenzeventig jaar lang wierp de vuurtoren van Harlingen zijn licht over haven en Vaarwater langs de Pollendam. In 1998 verloor het bouwwerk zijn functie als baken voor de scheepvaart. Het werd omgebouwd tot éénkamerhotel met een uniek uitzicht. Dat is nu twintig jaar geleden en daarom kwam landmeter Kees van Hamersveld naar Harlingen voor een vuurtorenlezing.
De zaal in Museum het Hannemahuis zat vol. Met overwegend wat oudere belangstellenden, vaak met een nautische of cultuurhistorische achtergrond. Van Hamersveld: ‘Ik ben niet de enige met deze interesse. De Nederlandse Vuurtorenvereniging telt zo’n 440 leden. Voor mij persoonlijk zijn vuurtorens echt een geo-dingetje. Natuurlijk, ze liggen altijd aan zee en dat is leuk. Meestal op een mooie plek en dat is ook goed. Maar mijn interesse is vooral landmeetkundig. Ik heb mijn hele leven gewerkt als landmeter, vandaar. Elke toren vertelt zijn eigen verhaal. In mijn boek staan er wel vijftig. Ik heb ze persoonlijk bezocht en gefotografeerd en de achtergrondgegevens verzamelde ik de afgelopen twintig jaar uit kranten, brochures en boeken.’ Lees verder Het belang van vuurtorens voor scheepvaart en cartografie→
HARLINGEN – Regelmatig organiseert Jeanine Otten van Museum Het Hannemahuis lezingen over maritieme onderwerpen. Ditmaal sprak Sandra Comis over de kleding van walvisvaarders. ‘Van kou had men in de zeventiende eeuw waarschijnlijk minder last’, legde de Voorschotense archeologe uit. ‘Korte jasjes, zij het vaak in twee of drie lagen, pofbroeken, lange geweven kousen, lage schoenen, alles volgens de toenmalige mode. We vinden eigenlijk zelden zulke oude textielresten.’
‘Niemand weet daar raad met deze textielresten’
Voor een onderzoek in opdracht van het Arctisch Centrum van de Rijksuniversiteit Groningen ontdekte Comis eind jaren zeventig, begin jaren tachtig bij Smeerenburg op Spitsbergen en in vijftig graven op het eilandje Zeeuwse Uitkijk een groot aantal kledingstukken. Normaal gesproken verdwijnen die het eerste op archeologische vindplaatsen. Ze vergaan door vocht en schimmels. Dankzij het poolklimaat echter is daar veel bewaard gebleven. Het leidde tot de grootste collectie van 17e en 18e-eeuwse werkmanskleding van Europa. Lees verder Modieus naar Spitsbergen→
HARLINGEN – ‘De mensen weten niet wat er gebeurt op het Wad. Overheden en onderzoekers beheren vanaf hun kantoor. Aan de echte passie voor de zee lopen ze voorbij. Passie die je vindt bij de garnalenvissers langs de Friese en Groninger kusten. Dáár wilde ik iets van laten zien.’ Willem Wilstra is een goedlachse en actieve zestiger. We spreken hem in de kantine van het CIV, de Visserijcoöperatie.
‘Een soort tweede huiskamer voor mij’, zegt hij. Zodra het gesprek gaat over het Wad, of over varen op het Wad, klaart zijn gezicht op. ‘Varen was en is mijn leven. Tussen 1964 en 1976 werkte ik voor de Reddingsmaatschappij. Ik was stuurman, later schipper. Vanuit Oostmahorn voer ik met de Insulinde en de gebroeders Luden. Later begon ik voor mezelf. Ik deed seismologisch onderzoek voor LNV (het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, red.). Elke meter van het Wad heb ik bevaren. Een vrij leven; als je gezond bent en kunt werken is er niets mooiers in deze wereld.’ Lees verder Fotoboek garnalenvisserij op het Wad→
‘We moesten serieus proberen het schip te behouden voor de vaart’
HARLINGEN/GOES – De Zeeuwse museale tweemastklipper Avontuur was toe aan groot onderhoud. Héél groot onderhoud zelfs. Voor de refit koos de Stichting Zeeuwse klipper Avontuur voor een werf in Harlingen. Dat lijkt op het eerste gezicht niet zo’n voor de hand liggende keuze. Stichtingsvoorzitter Peter Bilterijst legt het uit.
De stichting beheert Zeeuws maritiem erfgoed in de vorm van de Avontuur, een typisch Zeeuwse klipper. In 1983 redden Guus van Hecke en Rien van Boven het schip van de slopershamer, om de betekenis en de geschiedenis van de zeilende binnenvaart niet verloren te laten gaan. ‘12.000 gulden betaalden zij ervoor. De stichting is voor de restauratie bij heel veel oude schippers te rade gegaan’, zegt Peter Bilterijst. ‘Het schip is gebouwd voor wat we hier de Zuidwesthoek noemen, de grote Zeeuwse wateren. Lees verder Nieuw vlak voor Zeeuwse klipper→
LEEUWARDEN – Heel zijn leven was hij op zoek naar geheimen achter de horizon, Jan Jacob Slauerhoff (1898-1936). Hij staat bekend als één van Nederlands grootste maritieme schrijvers. Zwervend over de oceanen zocht hij naar ‘het eiland van geluk’, al bleef dat voortdurend buiten zijn bereik. Zijn erfenis bestaat uit een uitzonderlijke reeks boeken en gedichten. De in maritieme kringen wereldberoemde auteur en kunstenaar Arne Zuidhoek gaf er een lezing over. Eén ding werd duidelijk: de romantische reislust van Slauerhoff wijkt niet zoveel af van die van Zuidhoek.
Leeuwarden is dit jaar culturele hoofdstad, onder de naam Leeuwarden-Fryslân 2018. Slauerhoff maakt als beroemde Leeuwarder integraal deel uit van het Europese project. De Friezen gaven er vorm aan met een theaterstuk, een expositie en op 5 oktober jongstleden de ‘Slauerhoff Lezing’. Op de sterfdatum van de grote dichter vindt deze lezing ieder jaar plaats in cultureel podium ‘Dorpskerk Huizum’. Niet voor niets: op de kleine begraafplaats bij de dorpskerk bevindt zich het graf van Slauerhoff.
Als spreker koos curator Peter de Haan dit jaar welbewust voor Arne Zuidhoek, maritiem schrijver en beeldend kunstenaar. Ooit begon Zuidhoek (1941) als zeeman; aanvankelijk drie jaar in de koopvaardij, later twee jaar bij de marine. Lees verder Zoeken naar het eiland van geluk→
‘Schuttevaer’ spreekt met Tjalling van der Zee. Geboren uit Nederlandse ouders in Durban, Zuid-Afrika werkte Van der Zee enkele jaren als beroepsmilitair in het Nederlandse leger. Zo rond 1992 begon hij als ‘maat’ aan boord van de zeiltjalk ‘Courage’. Hij voer vervolgens tien jaar als charterschipper. Na ervaringen in de baggerbranche volgde hij een maritieme opleiding aan de Zeevaartschool op Terschelling. Nu vaart hij al jaren via zijn bedrijf Van der Zee Maritime Services als freelancer, meestal in de zeesleepvaart.
HARLINGEN – De Harlinger Maritieme Academie bestaat tweehonderd jaar. Het werd uitbundig gevierd, met een reünie, maar ook met de presentatie van een boek: ‘Leren navigeren, 200 jaar maritiem onderwijs in Harlingen’. Geo Arnold, achterkleinzoon van oud-leerling kapitein Jan Holstein kreeg het uitgereikt en historicus Jurjen Leinenga schreef het.
Jurjen Richard Leinenga (1958) studeerde geschiedenis in Groningen. Zijn proefschrift gaf hij de titel Arctische walvisvangst in de achttiende eeuw: de betekenis van Straat Davis als vangstgebied (Amsterdam, 1985). Hij werkt sinds 2013 bij de projecten Dutch Ships and Sailors en Diepere Maritieme Data. Begin 2018 legde hij de laatste hand aan het digitaliseren van monsterrollen in Noord-Nederlandse archieven en musea, waaronder die van de Harlinger waterschout.
Zijn contacten met de Maritieme Academie stammen uit deze periode. ‘Ik kom zelf uit een varende familie en ik houd van geschiedenis. Eigenlijk is er in dit vakgebied weinig aandacht voor onze varende historie. Neem de vaart op de Oostzee. Ik miste waardering voor al die mensen die keihard gewerkt hebben. Aan mijn eigen vader heb ik dit kunnen zien. Als kapitein en reder was hij altijd in de weer. Zes uur op, zes uur af.’ Lees verder Van Het Nut naar de Binnenvaartsimulator→
BLOKZIJL – Voor de 21e keer organiseerde men de Mattenschippersrace, een ‘kleintje Strontrace’, waarbij zeilende vrachtschepen zeilen, bomen en jagen in de Kop van Overijssel. Al in de eerste fase besliste de schipper van de Dageraad de strijd, door tussen Jonen en de Walengracht een jaagploeg uit te zetten. Aart te Velde’s directe concurrent, Remy de Boer van de Eenvoud, wachtte daarmee te lang. Hij verzeilde in het riet en verloor veel tijd. Het was de tweede keer dat de Dageraad de Mattenschippersrace won.
Dit artikel is eerder gepubliceerd in Weekblad Schuttevaer.
HARLINGEN – De Harlinger Maritieme Academie bestaat tweehonderd jaar. Het werd uitbundig gevierd, met een reünie, maar ook met de presentatie van een boek: ‘Leren navigeren, 200 jaar maritiem onderwijs in Harlingen’. Geo Arnold, achterkleinzoon van oud-leerling kapitein Jan Holstein kreeg het op 24 mei uitgereikt en historicus Jurjen Leinenga schreef het. Een gesprek met de auteur.
Jurjen Richard Leinenga (1958) studeerde geschiedenis in Groningen. Zijn proefschrift gaf hij de titel Arctische walvisvangst in de achttiende eeuw: de betekenis van Straat Davis als vangstgebied (Amsterdam, 1985). Hij werkt sinds 2013 bij de projecten Dutch Ships and Sailors en Diepere Maritieme Data. Begin 2018 legde hij de laatste hand aan het digitaliseren van monsterrollen in Noord-Nederlandse archieven en musea, waaronder die van de Harlinger waterschout.
Zijn contacten met de Maritieme Academie stammen uit deze periode. ‘Ik kom zelf uit een varende familie en ik houd van geschiedenis. Eigenlijk is er in dit vakgebied weinig aandacht voor onze varende historie. Neem de vaart op de Oostzee. Ik miste waardering voor al die mensen die keihard gewerkt hebben. Aan mijn eigen vader heb ik dit kunnen zien. Als kapitein en reder was hij altijd in de weer. Zes uur op, zes uur af.’ Lees verder Van Het Nut naar de Binnenvaartsimulator→