Over bepaalde zaken word je het in je relatie nooit helemaal eens. Toen ze nog leefde, wilde mijn vrouw Inge graag met de camper naar rustige streken, om een stukje te rijden, dan even te picknicken, daarna weer wat rijden, parkeren bij een oude molen, koffiestop, stukje rijden, terrasje, rijden, supermarkt, rijden, museum, etc., etc. Dat vind ik stiekem ook wel leuk, maar soms komt het oude zwerversinstinct van de zeilschipper en het jaaginstinct van de motorrijder naar boven. Dan maak ik liever lange dagen op de motor, om nergens voor stoppen, kilometers te maken, het asfalt zonder pauze onder me door te zien schieten.
Daarom maar eens een verhaal van een jaar of tien geleden. Ik schreef het voor de ‘Strada’, het verenigingsblad van de Ducaticlub Nederland. Met de Ducati Monster 1000 trok ik in juli 2008 een weekje naar het zuiden. Via Bundesautobahn A31 naar de Eifel. Langs de Jura, Vogezen en Franse Alpen naar de Côte d’Azur, waar mijn ouders overzomerden. Eigenlijk zou ik alleen een lang weekend door de Eifel rijden. Maar ja, als je toch op pad bent…