Met snelle en trage motorblokken
Waarom is het zo leuk, racen met een klassieker die er eigenlijk niet voor is ontworpen? Geen idee, misschien een kruising tussen midlifecrisis (ik begon pas met racen op mijn 49e) en de herinnering aan de Britse eencilinders en twins van mijn jongste motorjaren. In de historische motorracewereld ben ik niet de enige met een XS. Ik noem uit mijn kennissenkring bij de SAM de gebroeders Peter en Arjan van der Velde, Jan Smit, Jan van Zuuk en Gert Heideveld. En in de Belgische klassieke races leerde ik Piet Laan, Dirk de Winter en zijspanéquipe Richard en Kim Pouwels kennen. Enfin, het trillen en dreunen doen je beseffen dat je leeft, terwijl de constructie van het motorblok op stevig misbruik is berekend.