Tagarchief: digitale infrastructuur

Tien jaar innovator, en nu verder

Dit blogbericht is een verkorte weergave van mijn afscheidstoespraak op 21 november 2013 in de Grote Wielen. Lees ook: Een decennium innovatie – terugblik.

Leeuwarden, Grote Wielen. Geen einde zonder afsluiting. Kabelnoord organiseerde daarom een bijeenkomst in restaurant de Grote Wielen. Na een decennium van innovatie onder mijn leiding gaf Kabelnoord het stokje over aan anderen. Aan wie? Het weidse noordwaartse uitzicht op het ruige plassenlandschap was bedoeld als inspiratiebron voor elkeen die zich aangesproken voelde.

De jaren 2012-2013 behoorden voor de innovatieafdeling tot de tot dusver beste jaren. Met voldoening kijk ik terug op tien jaar duwen en trekken aan de rurale samenleving. De kansen en de ruimte die Kabelnoord mij hiertoe geboden heeft nopen mij tot eeuwige erkentelijkheid. Als aanjager, als vliegwiel maakten wij het verschil.

Positieve stemming in de zaal. Ceremoniemeester Hein Pols prikkelde de bezoekers met stellingen waar je niet tegen kon zijn. Foto Festina Lente, Inge van Hesteren
Positieve stemming in de zaal. Ceremoniemeester Hein Pols prikkelde de bezoekers met stellingen waar je niet tegen kon zijn. Foto Festina Lente, Inge van Hesteren

Droom

Al kort na mijn aantreden in 2004 had ik een droom: Noordoost-Friesland als proeftuin, als breedbandlaboratorium van het noorden. Nog vóórdat termen als Anticipeergebied Demografische Krimp, Living Lab, of braindrain waren uitgevonden. Hebben we dat bereikt? Is er inderdaad een meetbaar verschil? Ja, durf ik te stellen, dat verschil is er.

Lees verder Tien jaar innovator, en nu verder

Overheid spil in ontwikkeling breedband

Breedband en de plattelandsparadox

De laatste weken was een deel van de postings die ik in dit blog plaatste gewijd aan artikelen die door anderen waren geschreven. Dat mag ook best, maar het moet geen gewoonte worden. Om het af te leren, hier een opiniestuk dat vrijdag 29 januari verscheen in het Friesch Dagblad. Ik geef het graag weer, omdat het bij het Dagblad niet op de website terecht komt. Het is geschreven door Niek Geelhoed, directeur Kabel Noord.


Digitaal Masterplan voor een leefbaar platteland

 
Het platteland is een fantastische omgeving om te wonen. Rust en ruimte in overvloed, schone lucht, geen files, actief verenigingsleven en nabuurschap. Waarom praten we dan toch zo vaak over de problemen van het platteland? Dit heeft te maken met de afname van het aantal bewoners van het platteland en vooral de uitstoom van jongeren aan het begin van een beroepscarrière. Als dat doorzet, brokkelt het economisch draagvlak af, met als uiteindelijk gevolg een ontvolkt en bijna onleefbaar platteland. Lagere overheden worstelen hier mee en zoeken naar oplossingen. Dit stuk gaat over één van de oplossingen.
 
Werk en voorzieningen
 
De nadelen van wonen op het platteland hebben vaak te maken met de factor afstand. Afstand is dan ook de keerzijde van rust en ruimte. De grote afstand tot werk en voorzieningen brengt velen er toe te verhuizen naar elders.
 
Om de tendensen te keren, moet het beleid zich richten op de factor afstand. Dat kan door ofwel hier de afstand tot werk en voorzieningen weer te verkleinen ofwel het belang van de factor afstand te laten afnemen.
Dat eerste is tegen alle economische tendensen en dus lastig. Dat tweede lijkt nog moeilijker, maar is toch de sleutel tot de oplossing. Want in de digitale wereld speelt juist de factor afstand geen rol meer. Informatie, de belangrijkste grondstof voor de kenniseconomie, is via het Internet op het zelfde moment overal ter wereld beschikbaar. In de interneteconomie kan een bedrijf overal concurreren en zich daarbij overal vestigen. Dus ook op het platteland. Voor deze bedrijven zijn vestigingsfactoren als de aanwezigheid van goed personeel belangrijk, maar ook goedkope grond en een prettige omgeving, naast uiteraard snelle verbindingen.
 
Voor een deel geldt het zelfde voor voorzieningen. Steeds meer diensten zijn via internet te regelen en door slimme logistiek overal te brengen. Natuurlijk blijft de fysieke aanwezigheid van een dokter of een bushalte noodzakelijk. Maar ook voor voorzieningen kan het belang van de factor afstand een stuk worden teruggebracht, met als gevolg een verbetering van de leefbaarheid van het platteland. Dat kan bovendien werkgelegenheid brengen, want ook voorzieningen op afstand kunnen immers overal worden gebracht.
 
En dit geldt ook voor medewerkers. Veel werknemers gaan nu al steeds meer de files vermijden door delen van de werkweek vanuit huis te werken. Vergaderingen worden via telefoon of webcam afgehandeld, er kan gewoon op de computer van de zaak gewerkt worden. Werktijd en -plaats worden steeds flexibeler.
Hierdoor wordt een steeds groter deel van de (werk)week thuis doorgebracht. Dan bepaalt de woonomgeving weer veel meer de woonplaatskeus. En omdat het platteland de prettige woonomgeving voor velen is, kan daarmee de negatieve tendens worden omgebogen.
 
De Plattelandsparadox
 
De werk- en woonomgeving moet dan wel aan één voorwaarde voldoen: de aanwezigheid van goede verbindingen. En daar stuiten we op een probleempje. Die snelle verbindingen zijn er vaak niet. In de stad meestal wel, maar op het platteland ontbreken ze doorgaans geheel. Hoe komt dat?
 
In Nederland wordt de digitale infrastructuur beheerd door marktpartijen. Zij zullen pas in snelle verbindingen (breedband) investeren bij voldoende rendement. Logisch, maar gevolg daarvan is dat een deel van Nederland nu en in de toekomst niet (voldoende) wordt bediend. Dat is zeg maar het “onrendabele deel” van ons land.
En laat dat deel nou net op het platteland liggen! Hogere aanlegkosten en minder klanten zorgen voor investeringsberekeningen met een negatief resultaat. Dus geen investeringen. Weg mooie kans!
 
Dit is een paradox: de maatschappelijke revenuen van goede verbindingen zijn op het platteland per inwoner groter dan in de stad, maar de economische revenuen zijn kleiner en daardoor komen ze er niet. Jammer maar helaas.
 
Tenzij…
 
Er is één partij die deze paradox kan doorbreken: de lokale/regionale overheid. Deze heeft belang bij een moderne infrastructuur, die inwoners kan vasthouden door werk naar de werkers te brengen in plaats van andersom. Een actieve overheid helpt daarom marktpartijen om het platteland wèl aan te sluiten. En helpt tevens Neelie Kroes om haar doel te bereiken in haar nieuwe baan: alle Europeanen in 2013 aangesloten op breedbandinternet.
 
Wat kunnen de overheden zoal doen om de achterstand van het platteland om te buigen in een voorsprong? Een greep uit de mogelijkheden:
Het gebruik van verbindingen stimuleren door zelf in het goede voorbeeld te investeren en aanverwante sectoren daartoe te inspireren. Technologieneutrale subsidies geven op het onrendabele deel van de investering. Leningen tegen gunstige voorwaarden beschikbaar stellen. Samen met bijvoorbeeld pensioenfondsen een participatiefonds oprichten. Bedrijven en inwoners mobiliseren om via gezamenlijke aanleg tot lagere kosten te komen. Kennisintensieve starters faciliteren, enz, enz.
Er zijn instrumenten zat. En Neelie in Brussel juicht elk initiatief toe, wanneer maar duidelijk is dat de marktpartijen het laten afweten. Het kan en daarom draait het dus vooral om visie en politieke moed.
Natuurlijk, het kost wat geld, maar dit zou wel eens een goedkope en duurzame manier van plattelandsontwikkeling en krimpbestrijding kunnen zijn.
 
Overheden hebben al eeuwen de taak te zorgen voor belangrijke infrastructuur. Het is op zijn minst kortzichtig om daarbij alleen aandacht te geven aan de infrastructuur van de vorige eeuw en die van deze eeuw grotendeels te negeren.
Het platteland biedt vele mogelijkheden, die met een tegendraads en visionair overheidsbeleid benut kunnen worden. President Obama heeft dat begrepen en een “Broadband Roadmap” gemaakt. Het wordt tijd dat ook wij een Digitaal Masterplan voor ons platteland maken. En waarom gaan we daar in Friesland niet mee beginnen? Yes, we can!!


Niek Geelhoed is directeur van Kabel Noord te Dokkum.