Tagarchief: videoconference

Zorgautoriteit verlengt regeling Zorg op Afstand

NZa: zorg op afstand blijft declarabel

NZa: zorg op afstand blijft declarabel

Goed nieuws voor Zorg op Afstand. Zorgaanbieders mogen van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) ook na 1 juli 2010 ‘zorg op afstand’ declareren. De NZa verlengt de termijn van het experiment tot 1 januari 2012, vanwege de positieve resultaten. In samenwerking met ActiZ en VWS bekijkt de NZa mogelijkheden voor structurele financiering van ‘zorg op afstand’.

Het betekent dat ook wij kunnen doorgaan met het project voor beeldcommunicatie, dat wij het afgelopen jaar hebben ingevoerd bij Thuiszorg Het Friese Land. Sterker nog, NijFinster en THFL kunnen gaan nadenken over opschaling. Bovendien kunnen vanaf nu ook andere zorginstellingen gebruik gaan maken van de regeling. Tot nu toe was dat voorrecht alleen voorbehouden aan een select groepje zorginstellingen, waaronder THFL.

Declareren verpleeguren

Aanbieders die vanuit het experiment zorg op afstand leveren, mogen voorlopig vier uur verpleging per aansluiting blijven declareren. Nieuwe aanbieders kunnen dit via de beleidsregel innovatie aanvragen.
De NZa laat weten dat er in 2008 één miljoen euro gemoeid was met het experiment. "Het is langzaam van start gegaan, maar rolt nu steeds meer uit. De verwachting is wel dat dit bedrag gaat toenemen", aldus een NZa-woordvoerster.

Structurele financiering

Voor een structurele financiering is het noodzakelijk dat ‘zorg op afstand’ wordt opgenomen in de extramurale zorgarrangementen. ActiZ en de zorgverzekeraars doen voor het eind van dit jaar een voorstel voor de zorgarrangementen.

Evaluatie ‘Zorg op afstand’

Het experiment van volgen van en communiceren met cliënten via een beeldscherm is volgens evaluaties van de NZa en het NIVEL succesvol. Cliënten voelen zich bijvoorbeeld zekerder in huis en problemen worden eerder gesignaleerd. Zo’n dertig zorgaanbieders leveren ‘zorg op afstand’ aan meer dan duizend cliënten.

Bron: www.skipr.nl

Meer zorg op afstand



Innovatie-impuls voor E-learning Waddengebied

De Innovatie-impuls Onderwijs heeft gisteren met zes andere projecten de voortzetting van het Friese project Waddencampus uitverkozen als ‘winnend innovatieconcept’. Erg goed nieuws, waar we wel een glaasje op mogen heffen in Friesland. Al vanaf 2004 hebben de middelbare scholen op de Waddeneilanden en op het belendende vasteland hier keihard aan gewerkt. Dat ging beslist niet zonder slag of stoot en erkenning heeft af en toe lang op zich laten wachten. De Noordelijke Hogeschool en de stichting die nu intussen "Friesland Leernetwerk" heet hebben een belangrijke bijdrage geleverd.

Logo Waddencampus

Als innovator bij Kabel Noord verwacht ik, dat ook wij blijvend deel zullen blijven uitmaken van dit project. De afgelopen maanden heb ik veel gehoord over de te verwachten ‘krimp’ in perifere, rurale gebieden. Die demografische ontwikkeling valt niet tegen te houden. Tijdelijk vertragen, dat is nog het beste dat men hopen kan. Ik zie maar één mogelijkheid om nog een beweging voorwaarts te maken: het uitbouwen van de mogelijkheden van de digitale snelweg. Als infrastructuurboer en gemeentelijk nutsbedrijf kan een kabelaar als Kabel Noord daar de spil in zijn. Met kabeltjes en glasvezeltjes, maar ook als aanjager en katalysator.


Uit het persbericht van Innovatie-impuls:

"ICT en digitaal leren, regionale videolessen en anders organiseren van het onderwijsproces staan centraal in de winnende innovatieconcepten voor de aanpak van het lerarentekort. SER-voorzitter Rinnooy Kan heeft op 8 april de meest kansrijke concepten van het project InnovatieImpuls Onderwijs bekend gemaakt. In het najaar van 2009 is een aantal scholen in het primair en voortgezet onderwijs aan de slag gegaan met het bedenken van innovatieve maatregelen die bijdragen aan het opvangen van het lerarentekort.


De scholen hebben hun ideeën de afgelopen maanden uitgewerkt tot zogenaamde innovatieconcepten; aanpakken om met minder leraren een gelijke of hogere onderwijskwaliteit te realiseren, zonder dat de werkdruk van leraren stijgt. Uiteindelijk zijn 44 innovatieconcepten ingediend, waarvan er zeven zijn geselecteerd.


De Piter Jelles Montessorischool op de Wadden stelt bijvoorbeeld voor om in een virtuele campus groepen leerlingen voortgezet onderwijs op maat te geven. In dit concept werken verschillende scholen en externe partijen samen om met een kleiner aantal docenten digitaal onderwijs te geven via e-learning."

Dit voorstel is een voortzetting van het gedachtengoed van Waddencampus. Ik ga nog even verder met citeren:

"Virtuele campus.
Doelgroep/sector: VO – onderbouw (kleine scholen).  Thema: ICT; teleleren. 
Kleine rurale scholen op de Waddeneilanden worden door hun geringe omvang (van 35 tot 150 leerlingen) ernstig bedreigd in hun voortbestaan. Ook is het niet goed mogelijk een gedifferentieerd onderwijsaanbod te verzorgen. Samenwerken via e-learning is de ideale oplossing. Dit concept introduceert daarom een virtuele campus.


Specifieke groepen leerlingen (learning communities) volgen onderwijs op maat. De positie van kleine scholen wordt hiermee versterkt. Door docenten, lesmateriaal, ervaring en professionaliteit te delen binnen de campus is meer differentiatie van het onderwijsaanbod mogelijk. Zeer begaafde en zwakke leerlingen krijgen daardoor betere onderwijskansen. Er is sprake van community vorming. Leerlingen, docenten en studenten van de lerarenopleiding vormen groepen die dwars door de fysiek schotten van de scholen gaan. Door gezamenlijk onderwijsmateriaal te ontwikkelen wordt de onderwijskwaliteit verbeterd.


Deze benadering kan ook gebruikt worden in andere dunbevolkte gebieden in Nederland of in een stedelijke context voor de zogenaamde ‘kleine vakken’. Uitgangspunt is het E-learningconcept van o.a. Rosenberg 2006, er moet sprake zijn van: een gevarieerde didactische aanpak, een rijke webbased leeromgeving, kwaliteitsverbetering en aandacht voor de sociale component zodat dwarsverbanden ontstaan. Zoals in het voorbeeld tussen docenten en leerlingen van de waddeneilanden en de vaste wal."

Tot zover de citaten.



Ten overvloede, ik feliciteer de indiener van het voorstel, OSG Piter Jelles – en ik dank die club voor zijn betrokkenheid en doorzettingsvermogen. Dat zijn de dingen die het verschil maken!

Meer onderwijs en Waddencampus