In de voorgaande tien delen van dit 2020-motordagboek (zie deel 1 voor de eerste aflevering) beschreef ik alles wat motorrijden leuk maakt. De voorbereidingen op het motorseizoen, het sleutelen, het toeren, de aankoop van een Moto Guzzi, de reizen naar circuits, de races en circuitdagen, de toerritten. Als afsluiter reed ik met zoon Gijs junior (39) tweederde deel van een Rondje Nederland. In deel 10 vertelde ik over het begin van de tocht, langs de kust van Noordwest-Friesland. In deze laatste aflevering neem ik de draad op bij Lauwersoog.
De vorige delen van mijn 2020-motorblog beschreven huiselijke beslommeringen, geknutsel aan motorfietsen en vooral race-avonturen. De laatste racedemo van het jaar was de Luttenbergklassieker. Daarna was het hardrijden even voorbij. In deze aflevering bespreek ik mijn corona-toerritten door Nederland met de AJS en de Moto Guzzi, en niet te vergeten, met mijn oudste zoon Gijs junior.
Terug naar de AJS, waarover ik al schreef in deel 2 van dit blog. Je weet het waarschijnlijk nog: we hadden in de zomer van 2020 mooi, heel mooi weer. Ik maakte met de AJS (een 350 cc ééncilinder type 16 MS uit 1958) een prettige rit naar de Holwerder Pier, voor insiders bekend als een verzamelpunt voor Friese Motorrijders. Lekker langs de zeedijk en de kwelders pruttelen. Wat is Friesland toch prachtig, met zijn hoge luchten en verre einders. Aan de wadkant van de dijk blubber en zout water. Ik ben opgegroeid in het bronsgroene Brabant, maar die zee maakt intussen een belangrijk deel uit van mijn leven hier in het noorden.