Het was vandaag de 26e januari, negen jaar geleden, dat Els van Hesteren-Borgen bij ons in huis overleed, na 91 goedbestede jaren. Ze was een zeer bijzondere vrouw, en niet alleen omdat ze de zeer geliefde moeder was van Marnix en mij, en grootmoeder van Gijs jr, Wies en Jip, en overgrootmoeder van Beau, Milou en Jolie. Nog een paar maanden en dan is het een eeuw geleden dat ze ter wereld kwam.
HARLINGEN – De vakantietijd leidt tot bijzondere bezoeken aan de stad. “Gemengde gevoelens van overwinning, trots en droefenis, terwijl we door de smalle straten van de havenstad wandelen”, schreef Ralph Pais onlangs op Facebook. Als enige van de Harlinger familie Pais overleefde zijn grootvader Elias de gaskamers van Auschwitz. “Mijn familie bestond uit hardwerkende middenstanders en maakte deel uit van de kleine Joodse gemeenschap. Broers, zussen, ouders, ooms en tantes, allen zijn één voor één afgeslacht en vergast.” Ralph Pais legt uit hoe het ondenkbare toch gebeuren kon.
Door Gijs van Hesteren. Foto’s: Ralph Pais.
Dit artikel verscheen eerder in gedrukte vorm in de Harlinger Courant
Ralph Pais meldde verder op Facebook: “Wat is het onwerkelijk, om hier door deze straten te lopen en de woningen en winkels te bekijken, die de Nazi’s van mijn familie hadden afgenomen. Vandaag zijn we terug, voor het eerst, en we ontdekken dat we niet langer alleen zijn. Al komen we met weinigen, toch zijn we hier met drie nieuwe Pais-generaties – een wonder en op één of andere manier een overwinning.” Lees verder Struikelstenen en oude koffers – hoe het ondenkbare toch gebeurde→
Gisteren voerde ik een eigenaardig gesprek met een Amerikaanse dame van de IRS (de belastingdienst van de Verenigde Staten). Een mevrouw die probeerde zoveel mogelijk te klinken als een computer. Het liep goed af. Ze wees ons een belastingnummer toe voor het publiceren van e-books op Amazon. Het eerste boek is deze week uitgekomen. Het gaat over de jonge jaren van mijn moeder, Els van Hesteren. Een zeer persoonlijke terugblik op de vormende jaren van een pubermeisje. Zij groeide op in het Nederlands-Indië van de jaren dertig , maar belandde kort voor de Tweede Wereldoorlog in het kille Nederland.
Wat vooraf ging
In het jaar 2011 ondervroeg ik mijn moeder over haar jeugdjaren. 87 Jaar oud was ze inmiddels en mijn vader, haar echtgenoot, was nog maar net overleden. Hoe vaak had ze mijn broer Marnix en mij niet verteld over die prachtige tijd in Nederlands Indië en over de vreselijke oorlogsjaren in Nederland die daarop waren gevolgd? Al van kleins af aan hoorden we over Tempo Doeloe, de baboe’s, kokkie en de geborgenheid die een jong meisje moet hebben gevoeld bij dit leven waaraan nooit een einde scheen te komen. En we rilden bij de verhalen over de kilheid die zij had ervaren in het bezette Nederland en het werk dat zij voor het Verzet had gedaan.
Te hooi en te gras hadden we ons een beeld gevormd van de jeugd van onze moeder. Nooit echter hadden we dit als een consistent, min of meer chronologisch verhaal te horen gekregen. Dat er nu toch een samenhangend relaas is ontstaan vond zijn oorsprong in een stukje tekst, ‘Onvergetelijke Jaren’, in het e-boek weergeven onder ‘Deel 1’. Zij schreef het in haar eigen vlotte schrijfstijl. Dat was de aanleiding waarom ik, tijdens mijn wekelijkse bezoeken aan haar flatje in Amsterdam-Slotervaart, bij haar aan de keukentafel ben gaan zitten met een notitieblok. “Vertel het nu eens in de juiste volgorde, Mam! Hoe zat dat nu precies, met die zwerfjaren tijdens de oorlog, hoe heb je die Schotse George leren kennen, hoe komt het dat je nooit een academische studie hebt kunnen doen?”