HARLINGEN – In april 2016 schreven we over het leven aan boord van schoolschip ‘Regina Maris’. Onder de vleugels van stichting ‘School at Sea’ hadden jonge mensen van veertien á vijftien jaar oud zes maanden lang de Atlantische Oceaan bezeild. Niet de kapitein of de meevarende leraren bepaalden het leven aan boord. De leerlingen organiseerden het zelf. Vanaf 2017 heeft School at Sea’ een nieuw vlaggenschip: de Harlinger topzeilschoener ‘Thalassa’.
De schoener ‘Thalassa’ en School at Sea
‘Het idee trok ons al heel lang aan’, vertelt kapitein-reder Jacob Dam. ‘We stonden sinds een paar jaar op de lijst als reserveschip voor de ‘Regina Maris’. Vanaf komend jaar vaart Martin Duba, de kapitein van de Regina, voor een vergelijkbare Duitse stichting. Dat geeft ons de kans om eropuit te gaan met Nederlandse leerlingen. Geweldig, als je kijkt wat we hen kunnen bieden. Een bijzondere ervaring voor deze jonge mensen. Met 46 opvarenden samenwonen in een beperkte ruimte, maandenlang, daarmee geef je ze iets mee. Dit is iets totaal anders dan het gebruikelijke charteren.’
De 27-jarige Jelle, zoon van Jacob en Ietje Dam, vaart mee als kok. Jelle: ‘Vooral in de eerste maanden geven ze mij een belangrijke rol. Om te beginnen het inkopen en inruimen van vijftienduizend euro aan boodschappen. Alles houd ik bij met een computerprogramma. Eenmaal onderweg leer ik de kinderen koken. Begin januari ga ik van boord. Daarna moeten zij het zelf doen. Op een verstandige manier, want anders is er de laatste weken alleen nog maar rijst te eten.’
Vier leraren aan boord
Behalve de vaste nautische bemanning gaan er vier leraren mee. Het schoolwerk gaat door, daarom het het project ook ‘School at Sea’. Twee dagen leren, twee dagen varen, twee ploegen wisselen elkaar af. ‘Dit geeft hen meer rust dan in het oudere systeem, dat om de drie dagen wisselde’, legt kapitein Samuel Dubois uit. Hij is komen aanwaaien vanuit Antwerpen en zeilde als stuurman onder andere de wereld rond met de logger Tecla. ‘Mijn papieren behaalde ik aan de zeevaartschool in Enkhuizen. Ik vind het erg leuk om met deze kinderen te varen. Ze komen aan boord als pubers en na zes maanden zijn het jonge volwassenen.’
Eén van de vier leraren is Bonne Ziengs (31). Hij geeft normaal gesproken les aan de scholengemeenschap RSG Simon Vestdijk te Harlingen. ‘Dat doe ik al een jaar of acht. Ik ben nu wel toe aan een stukje avontuur. Alle docenten die meegaan hebben een een plan van aanpak opgesteld. We hebben er ontzettend veel zin in. De RSG heeft heel veel medewerking gegeven aan mij en Nanne van Reewijk, een leerling uit Grauwe Kat die ook meegaat. De collega’s zijn jaloers op mij.’
De andere drie docenten zijn Hanne Mooij (25), Sander Habets (28) en Eva Kam (31). Ze komen uit alle delen van het land. Bonne Ziengs: ‘We begeleiden de leerlingen met het schoolwerk dat ze hebben meegekregen. En we hebben natuurlijk een belangrijke rol bij alle andere zaken die spelen aan boord. Bij het groepsproces, bij de specifieke opdrachten die School at Sea hen meegeeft. Zo gaan de leerlingen op het eiland Cuba zelfstandig op ontdekkingstocht. Elk groepje krijgt natuurlijk een docent mee.’
Wetenschap
Ziengs en Mooij kijken nadenkend, op de vraag of er een wetenschappelijke basis is voor het concept ‘zeilend leren’. Ziengs: ‘In 2008 schreef de onderzoeker Westenberg: ‘controle over de eigen impulsen, autonomie in relaties, inlevingscapaciteit en begrip voor afwijkende standpunten’. Er zit een stukje onderwijstheorie vanuit de adolescentiepsychologie achter dit project. We halen leerlingen uit het klaslokaal en mikken op ervaringsleren en zelfontdekking.’
Zes maanden varen, dat kan niet gratis. Iedere scholier moet 21 duizend euro boven water zien te krijgen. Ietje Dam: ‘Wie geen rijke ouders heeft krijgt begeleiding bij een crowdfundingcampagne. Bijna elke leerling krijgt het bij elkaar. Als het echt niet lukt is er dankzij sponsoren een bufferfonds.’
Jacob Dam: ‘De kinderen nemen maar heel weinig eigen spullen mee. Dat kan ook niet anders, met de beperkte ruimte die we hebben. Geld of creditcards mogen ze evenmin meenemen.’
Door Gijs van Hesteren
Dit artikel is eerder gepubliceerd in de Harlinger Courant en Scheepvaartkrant Schuttevaer