Ieder jaar rijd ik tijdens het derde weekend van juli naar het Belgische Chimay. Dat begon zo’n veertien jaar geleden, toen Inge en ik er als journalist reportages maakten over de internationale klassieke motorraces. Zelf meedoen, nee, dat vond zij geen goed idee. Veel te gevaarlijk, op zo’n snel, spannend, maar niet ongevaarlijk stratencircuit. Toch, na haar overlijden in 2017 schreef ik me voor het eerst in als coureur. Waarom? Om haar dood te verwerken en tegelijkertijd het leven te vieren. En omdat ik al mijn leven lang geboeid word door technologie van de oude school. En door de bijzondere aspecten van deze merkwaardige sport.
Tajan van der Wiel en John Nienhuis, verbeten op zoek naar een beter lopende XS. (foto: Gijs van Hesteren)
In de maand na Chimay was er even tijd geweest om te genieten van mijn pensioen. Ik had wat vaarklusjes gedaan, om de kas een beetje aan te vullen. Hoewel, zonder kosten te rekenen schipperde ik ‘di Adventure’, het 28 meter lange wachtschip van Scouting Harlingen, van Terhorne naar Stavoren. Ze hadden het verhuurd aan één van de teams in het IFKS-skûtsjesilen. Later een wél betaalde klus – zij het met korting vanwege de doelgroep – op de Friese meren. Dat was met de Beatrix, een catamaran van Stichting Sailwise, die helemaal is ingericht op zeilen met gehandicapten. In dit geval met blinden en slechtzienden. Deze mensen wilden natuurlijk zelf graag sturen. Dit ging eigenlijk best goed. “Twee spaakjes stuurboord… één terug naar bakboord” enzovoort.
Chimay, zondag, bocht 10 (Virage de Beauchamps), bij één van de twee ronden die ik reed voordat ik met de XS definitief de pijp aan Maarten gaf. Een nogal snel bochtje, met in het asfalt een knikje halverwege. (Foto: Objectif Moto)
De laatste dag van december, het jaar liep ten einde, we mochten terugkijken. Stel, je mag een stukje van 2022 overdoen. Het was een vraag die ik deze dag tegenkwam in de sociale media. Nou, ik zou afzien van al het menselijk geklungel waarmee ik anderen waarschijnlijk onvrijwillig had gehinderd of belast. Maar goed, laat ik me beperken tot het motorseizoen. Als ik kijk naar dingen beter doen, ging het misschien maar om kleine dingen, maar ze waren toch pijnlijk. In het eerste geval pijnlijk voor de motor (Chimay), in het tweede (Gedinne) pijnlijk voor het belangrijkste teamlid van Motorsport Harlingen, Tajan van der Wiel.
“Wanneer ga je dat boek nou eens schrijven, Gijs?” vragen mijn vrienden me van tijd tot tijd. Af en toe lees ik mee in het weblog van de grote George R. Martin. Wat me daar vooral opvalt: deze fantasy-auteur – met wie ik me in ieder ander opzicht absoluut niet op één lijn durf te stellen – schrijft liever korte stukjes. Helaas, want iedereen wacht al jaren op het afsluitende deel van zijn imposante romancyclus ‘Songs of ice and fire’ – ‘Game of Thrones’, zoals de meeste mensen de reeks zullen kennen.
OSS – Het was drie jaar geleden dat we voor het laatst reden op circuit Paalgraven in Oss. Corona gooide steeds weer roet in het eten van de Pinksterraces. Met des te meer enthousiasme verwelkomden organisatoren, vrijwilligers, teams en publiek de 2022-editie. De pandemie leek eindelijk haar ijzeren greep op de samenleving te verliezen.
Vol gas op circuit Paalgraven. (Foto: Bert last)
De eerste dag kregen we te kampen met ontstellende hoeveelheden regen. Vooral sneu voor de vele vrijwilligers, die zich al wekenlang hadden ingespannen voor een goed evenement. Zoveel regen viel er zelfs, dat na een uur of twee in de middag alle activiteiten moesten worden afgelast, zélfs de fameuze Drie Uren.
Voor dit verhaal keren we terug naar de gelukkige tijd vóór de pandemie of de oorlog in Oekraïne, naar de classic races op Chimay in 2018. Voor mezelf was dit een matig weekend. En dit was niet de meest geslaagde of succesvolle race van het seizoen. Maar het verhaal moet toch een keer verteld worden.
De XS in het rennerskwartier van Chimay, vlak voordat de stuurkuip aan diggelen zou gaan.
‘Raalte’, half september, classic races op de Luttenbergring. Ons Team Motorsport Harlingen beleefde een topdag. Dit keer was ik de enige die reed. De arm van mijn racemaat Tajan van der Wiel was nog niet voldoende hersteld van een werkplaatsongeval om deel te kunnen nemen. Wel trad hij op als chefmonteur. Dankzij zijn tender loving care stond de 1972 Yamaha XS650 er goed bij.
In de voorgaande tien delen van dit 2020-motordagboek (zie deel 1 voor de eerste aflevering) beschreef ik alles wat motorrijden leuk maakt. De voorbereidingen op het motorseizoen, het sleutelen, het toeren, de aankoop van een Moto Guzzi, de reizen naar circuits, de races en circuitdagen, de toerritten. Als afsluiter reed ik met zoon Gijs junior (39) tweederde deel van een Rondje Nederland. In deel 10 vertelde ik over het begin van de tocht, langs de kust van Noordwest-Friesland. In deze laatste aflevering neem ik de draad op bij Lauwersoog.
Met de Diversion en de California passeerden we Haaksbergen. (Foto’s: Gijs van Hesteren)
De AJS op de Noorderpier. Zicht op de Visserijhaven en daarachter de binnenstad van Harlingen. Deze foto mocht geruime tijd de pagina van de Friese afdeling van de Facebookgroep ‘De motorrijder’ veraangenamen. (Foto’s: Gijs van Hesteren)
De vorige delen van mijn 2020-motorblog beschreven huiselijke beslommeringen, geknutsel aan motorfietsen en vooral race-avonturen. De laatste racedemo van het jaar was de Luttenbergklassieker. Daarna was het hardrijden even voorbij. In deze aflevering bespreek ik mijn corona-toerritten door Nederland met de AJS en de Moto Guzzi, en niet te vergeten, met mijn oudste zoon Gijs junior.
Terug naar de AJS, waarover ik al schreef in deel 2 van dit blog. Je weet het waarschijnlijk nog: we hadden in de zomer van 2020 mooi, heel mooi weer. Ik maakte met de AJS (een 350 cc ééncilinder type 16 MS uit 1958) een prettige rit naar de Holwerder Pier, voor insiders bekend als een verzamelpunt voor Friese Motorrijders. Lekker langs de zeedijk en de kwelders pruttelen. Wat is Friesland toch prachtig, met zijn hoge luchten en verre einders. Aan de wadkant van de dijk blubber en zout water. Ik ben opgegroeid in het bronsgroene Brabant, maar die zee maakt intussen een belangrijk deel uit van mijn leven hier in het noorden.
We waren nog maar net terug van de Duitse Lausitzring, zie deel 8 van dit motorblog. Een paar dagen later stond ‘Raalte’ op het programma. De demo’s op stratenparcours waren geen van alle doorgegaan. Pas na de lente organiseerde men mondjesmaat wegraces en trackdays, maar alleen zonder publiek, op vaste circuits als Assen of Zandvoort.
Liveverslag vanaf het legendarische circuit, met de Yamaha XS650. (Foto: Jan Warntjes)