Lichtjestocht in den vreemde

Eerlijk waar, het doet me wel wat. Het is een winderige, maar heldere vrijdagavond. Langzaam verdwijnt de zon achter de daken van de stad. We herdenken net als in heel veel andere plaatsen één jaar oorlog in Oost-Europa. Dat er in onze eigen stad een manifestatie zou zijn wist ik niet, totdat ik de aankondiging heel toevallig op harlingenboeit.nl tegenkwam.

Voor de trappen van het stadhuis. (Foto: Gijs van Hesteren)
Voor de trappen van het stadhuis. (Foto: Gijs van Hesteren)

Als ik kom aanwandelen hangt er een bedaarde stemming. Een zestigtal mensen uit Oekraïne heeft zich opgesteld bij de trappen van het achttiende-eeuwse Harlinger Raadhuis. Jong en oud draagt elektrische kaarsjes. Ik hoor zacht gepraat een vreemde taal. Het klinkt als Oekraïens. Een nare gedachte, dat we deze taal al leren herkennen. Zonder die rotoorlog zou dat niet het geval geweest zijn.

Hoe moet het voelen voor hen? Ze zijn afhankelijk van de goedertierenheid van de Nederlanders. Die doen hun best, dat weten we, maar het moet wennen zijn, afgezonderd van huis en haard in een onbekend land. Misschien met een vader, partner of kind nog in Oekraïne, als soldaat, of onder de dreiging van Russische raketten, gericht op gewone burgers.

Een enkele Nederlander herken ik in de menigte. Net als ik stellen ze zich bescheiden op. Het gaat niet om ons bij deze herdenking, het gaat om de Oekraïners. De monumentale deur van het stadhuis gaat open. Wethouder Hendrik Sijtsma komt naar buiten, vergezeld door de in Oekraïense vlag gehulde Inna Briukhovetska. Sijtsma doet het openingswoord. Welkom iedereen in deze moeilijke tijden. Welkom in het veilige Harlingen. We zijn blij dat we met ons allen iets kunnen doen voor jullie. Voor de hand liggende woorden, maar zeker gemeend. Briukhovetska vertaalt het.

Ik sta middenin de groep mensen. Als ik om me heen kijk zie ik de mensen aandachtig luisteren en instemmend knikken. Hierna gaan we op weg. In een optocht wandelen we langs de Noorderhaven naar de Sint Jacobstraat. We maken een rondje via de Zuiderhaven. Hier en daar hebben stadgenoten lichtjes voor hun raam opgesteld. Dat geeft de Oekraïners moed.

Zoals heel vaak bij optochten in Harlingen – waarom toch? – verloopt de wandeling in stevig tempo. Ik kan het net bijhouden, maar dat geldt niet voor iedereen. Bij plukjes en beetjes arriveren we na een half uurtje bij het gemeentehuis. Dan komen de toespraken. De Oekraïners vertellen. Ze zijn blij met de steun en opvang. Ze spreken elkaar moed in. Ze zullen nooit opgeven. Samen zingen ze tot slot hun volkslied. Slava Ukraini. Een minuut stilte volgt. Ik blijf buitenstaander, maar ik voel me deel van een geheel. Daarna gaat iedereen huiswaarts.

Na afloop complimenteer ik Hendrik Sijtsma met de rol die de gemeente bij deze samenkomst speelt. “Nou, het was helemaal hun eigen idee”, legt hij me uit. “Maar wij wilden als gemeente graag meewerken.” Nou, ik vind het al prachtig dat Hendrik voorop wilde lopen en dat hij het woord heeft willen doen. Goed gedaan. Harlingen, gastvrije stad. Laten we dat volhouden, voor welke vluchteling van welke oorlog dan ook.

Deze column schreef ik oorspronkelijk voor de nieuwswebsite harlingenboeit.nl

Waardeer dit artikel met een Tikkie. Niet verplicht en het bedrag kunt u zelf bepalen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *