HARLINGEN – De tijd van bierbrouwen, alléén uit liefhebberij is zo langzamerhand voorbij, zo blijkt uit een gesprek met Gerard Ypenga. Hij is één van de twee directeuren van Harlingens eigen lokale brouwerij ‘Brouwdok’. Ypenga begon in 2015 in een schuurtje achter zijn woning, samen met zijn maat Johan ten Hoor verhuisde hij de minibrouwerij begin 2016 naar een ‘popup’-pandje aan het Havenplein en sinds dit jaar stelde de gemeente Harlingen de oude loods van Hubert Jans aan de Willemshaven ter beschikking.
Gerard Ypenga ontvangt ons, dik gekleed in jassen, muts en sjaal, en hij heeft net nieuwe laarzen aangetrokken, want hij heeft last van koude voeten. Dat overkomt grote mannen wel vaker – de afstand tussen hart en ledematen wordt er bij hen niet kleiner op.
“We betalen er maar een nominale huur voor”, legt Gerard Ypenga uit, terwijl hij ons rondleidt door de havenloods. “Het voordeel is de postindustriële locatie en de vrijbrief om dit in te richten naar ons eigen goeddunken.”
De hal is nu nog hol, koud, vochtig en tochtig, maar dat zal snel veranderen. Dankzij ellebogenstoom, eigen vermogen en een nieuwe, stevige groep aandeelhouders is er een mooi bedrag op tafel gekomen. Er gaat verbouwd worden en er komt een nieuwe, veel grotere brouwinstallatie. De Rabobank had vertrouwen in de twee kersverse directeuren en maakte het benodigde bedrag vol. Het bedrijfsplan is rond, het moet kunnen.
“We maakten bier uit liefhebberij. Bier maken met vrienden, vrienden maken met bier, dat gevoel. Het was hier een soort huiskamer, waar iedereen kwam, gewoon, om een lekker biertje te halen. Maar tegelijkertijd wilden we eigenlijk zoveel nieuwe, leuke dingen gaan doen. Muziekoptredens, festivalletjes, films draaien – allemaal nog steeds met het idee van: ‘bier verbroedert’. Dat kon alleen als we zouden opschalen. Dan zouden we ineens op een hoger niveau iets neerzetten.”
Knoop doorgehakt
Ypenga en ten Hoor gingen op onderzoek uit. Ze bezochten brouwersbeurzen in binnen- en buitenland. “Zo gingen we naar de zogenaamde BrauBeviale in Neurenberg. Daar vind je werkelijk alles: bottellijnen, flesjes, blikjes, kroonkurken, glaswerk en ook complete brouwinstallaties. We hebben er heel veel rondgelopen, totdat wee beeld hadden gekregen van wat er op de markt was. Heel goedkope uit China; mooi, maar niet echt hoogwaardig. Heel mooie en dure uit Duitsland, waarvoor je de hoofdprijs betaalt. En Italiaanse leveranciers: goede Europese kwaliteit, mooie technische details en redelijk van prijs. We hebben offertes vergeleken en zijn bij een bedrijf in het Noord-Italiaanse Treviso uitgekomen. De Italiaanse managers zijn afgelopen februari hier in Harlingen op bezoek geweest. Ze hebben tijdens de lunch in ’t Havenmantsje nog ongevraagde adviezen uitgedeeld over het zetten van espresso, haha. Later ben ik naar Italië gegaan om de installatie te bekijken. Het is niet zo’n groot bedrijf, tachtig man werken er. Vervolgens gingen we naar Brugge, waar zo’n Brewhouse 20HL staat opgesteld, bij brouwerij Fort Lapin. We mochten er proefbrouwen. Dat lukte boven verwachting, dus hebben we de knoop doorgehakt. Met die nieuwe installatie brouwen we straks geen 200 liter, maar 2000 liter per keer.”
Aandeelhouders en Rabobank
“Van een v.o.f. zijn we overgegaan naar een BV, zodat we aandelen konden uitgeven. Zelf behielden we 70 procent. We hadden al heel snel genoeg aandeelhouders, die het zagen zitten om met ons in zee te gaan. Met dat als gegeven wilde de Rabobank Noordwest-Friesland meefinancieren. We hebben een begroting van acht, negen ton, waarvan de brouwinstallatie maar een relatief klein deel uitmaakt. De loods ligt buitendijks, dus we gaan de vloer met zestig cm ophogen. Dan krijgen we geen natte voeten bij stormtijen. Er komt vloerverwarming, isolatie, sanitair, een bezoekersgedeelte en natuurlijk een brouwerijafdeling. Aannemersbedrijf Bruinsma gaat het werk uitvoeren. We zitten nu nog in het plannings- en vergunningentraject. Eind februari, begin maart hopen we aan de slag te kunnen gaan. Intussen bouwt men in Italië aan onze brouwinstallatie. Ze zijn daar zes maanden mee bezig, dus we gokken dat hij hier aankomt rond eind mei, begin juni.”
“De sfeer van vanouds willen we behouden. En we zullen serieus aan de bak moeten met marketing. Tot nu toe deden we juist níet aan reclame, omdat we toch niet meer konden leveren dan de ketels die we nu hebben aankonden. Reclamebureau Harlingse Boys denkt nu met ons mee. Haha, ja, ‘Brouwerij aan Zee!”
Tekst en foto’s Gijs van Hesteren
Dit artikel verscheen eind december 2017 in de Harlinger Courant