Steun voor Harlinger zeilschepen

Gemeente onderzoekt noodfonds voor bruine vloot

Bij zeilen als sport hoef je aan dek of in het kluivernet geen anderhalve meter afstand te houden, maar het mág wel. (Foto: Gijs van Hesteren)
Bij zeilen als sport hoef je aan dek of in het kluivernet geen anderhalve meter afstand te houden, maar het mág wel. (Foto: Gijs van Hesteren)

HARLINGEN – In het voorjaar liep ook de laatste zeegaande schoener binnen, na een ongeplande reis vanuit de Carieb. Daarna werd het stil in de Friese havenstad. Gedurende het hoogtepunt van de coronacrisis lagen de kades vol werkloze zeilchartervaartuigen. De trotse, uit zeventig schepen bestaande vloot zat zonder werk.


In de loop van de zomermaanden liet Den Haag de teugels een stukje vieren. De meeste schippers besloten hun tjalk of klipper toch maar vaarklaar te maken. De ‘oude’ meezeilers – meestal wat grotere groepen – waren al afgehaakt, maar een nieuw soort klant deed zijn intrede.
Intussen werkt men achter de schermen aan andersoortige oplossingen.

Motie leidt tot directe actie

Begin juli nam de Harlinger gemeenteraad een motie aan van Harlinger Belang, Wad’n Partij, D’66, GroenLinks en HOOP. Zij stelden voor onderzoek te doen naar een noodfonds voor de bruine vloot. Het college nam de oproep over. Wethouder Paul Schoute: ‘Onze gemeente herbergt een grote vloot. Noblesse oblige, vonden wij. Eerder dit jaar hadden we deze schepen al vrijgesteld van haven- en kadegelden. Instemmen met een noodfonds vonden we als college een beetje kort door de bocht. Maar dat er ondanks de vakantieperiode spoed geboden was begrepen wij ook wel. Met het Amersfoortse bureau BMC hadden we al eerder samengewerkt. Hun mensen gingen direct aan de slag met een onderzoek naar de implicaties van eventuele ondersteuning. Wat is de omvang van de problematiek, wat zou er nodig zijn en kan de gemeente daar iets in betekenen?’

Paul Scheffer, voorzitter VBZH. 'De rijksregelingen bieden ondernemers in de chartervaart weinig mogelijkheden.' (Foto: Gijs van Hesteren)
Paul Scheffer, voorzitter VBZH. ‘De rijksregelingen bieden ondernemers in de chartervaart weinig mogelijkheden.’ (Foto: Gijs van Hesteren)

Paul Scheffer, voorzitter van de Verenigde Bruine Zeilvaart Harlingen (VBZH) en zelf ooit burgemeester in Harlingen: ‘Niemand loopt er te zeuren, dat ligt niet in de aard van de schippers, maar in feite is de situatie abominabel. Na het aannemen van de motie ben ik drie weken bezig geweest met het natrekken van informatie. Het is nogal wat, dat de schippers voor ons met de billen bloot wilden gaan. Het beeld dat je krijgt is ‘rood’. Vooral de kleine schepen kunnen geen kant op. Er is veel geannuleerd, de vaste Duitse klanten komen niet dit jaar en als ze hun reservering omboeken naar volgend jaar betekent het dat je én dit jaar, én volgend jaar ‘voor half geld’ vaart. We kregen van diverse kanten het signaal dat het water tot aan de lippen staat. Vetrandjes zaten er toch al niet aan in deze sector en de vraag: ‘kan je dit jaar zonder hulp overleven?’ leverde buitengewoon negatieve antwoorden op.’

Tussenrapportage en keuzes

De wethouder: ‘Harlingen is de eerste gemeente in het land die kwalitatief en kwantitatief onderzoek laat doen naar de gevolgen van de crisis. Volgende week verwachten we de eerste tussenrapportage van BMC. We hopen daarna een beeld te hebben van mogelijke stappen op korte en langere termijn. Omdat we zo’n grote vloot hebben, geven de onderzoeksresultaten misschien een redelijke doorkijk voor de andere bruinevloothavens in Nederland. De BBZ overlegt met het Rijk en daar bleek al dat Den Haag alleen ondersteuning biedt via de generieke fondsen als TVL, TOW, TOZO en dergelijke. Daarmee komen veel scheepseigenaren niet verder.’

Scheffer: ‘De TVL-regeling bijvoorbeeld, gaat uit van de BTW-aangifte over juni tot en met september. Veel schippers krijgen hun voorschotten echter al tussen oktober en april. In de praktijk blijkt dan dat er bijna geen bijdrage vanuit de TVL komt.’

Schoute: ‘Het gaat om keuzes. Wat zouden we als gemeente willen? Moeten we de ondernemingen helpen? Voor massieve financiële bijdragen zijn onze middelen te beperkt. De gemeente Harlingen heeft meer uitdagingen, ambities en wolken aan de horizon. En als we de ene sector steunen, maken andere sectoren in de stad misschien evenveel aanspraak op hulp. We moeten er voor waken dat we als gemeente geen ongeoorloofde staatssteun geven.
Of gaat het ons erom dat we historisch erfgoed niet willen zien verdwijnen naar rietkragen en sloperijen? Want dat gebeurt er als de eigenaren niet langer in staat zijn om hun certificaten te verlengen. We hebben al even nagedacht over ‘zachte’, langlopende kredieten, maar we begrijpen dat de schippers er niet op zitten te wachten dat hun schepen nog verder worden volgehangen met leningen.’

Chartervaart als ‘sport’

Op de korte termijn wordt er in ieder geval gevaren. Wie uitkijkt vanaf de Harlinger Sasbrug ziet bruine zeilen aan de einder. Wisseldagen bieden een vertrouwd beeld van manoeuvrerende charterschepen, scheepsbevoorrading en gasten die komen en gaan, maar achter deze façade gaat verandering schuil. Zeilen geldt als sport en aan dek zijn geen mondmaskers en anderhalve meter afstand nodig. Onderdeks ligt dat anders en daarom kan de volledige scheepscapaciteit niet benut worden. Agnes Zonneveld van Historische Zeilvaart: ‘We hebben van de ‘oude’ boekingen wat zomertochtjes kunnen behouden, maar meestal varen de bij ons aangesloten schepen nu met kleine groepen. Gezinnen, families.
Het gaat om lagere huursommen dan anders, maar we krijgen het redelijk kostendekkend. De omzet beloopt zo’n 50 tot 60 procent van die van vorig jaar. Nee, van winst is geen sprake, maar er komt in ieder geval wat binnen. Elk duizendje is er één. De langere termijn? Ja, daar maken we ons ernstig zorgen over. Wie bij ons meestal direct na een tocht boekt voor volgend jaar is nu terughoudend. Kosteloos annuleren, dat kunnen we deze mensen nu eenmaal onmogelijk aanbieden. Over een maandje weten we meer; dan beginnen de scholen normaal gesproken te boeken.’

Gedeprimeerde schippers

Waar Agnes Zonneveld óók bezorgd over is: de gemoedstoestand van de schippers. Er ontstaan financiële problemen en: ‘bij sommigen bespeur ik af en toe neerslachtigheid. Nu er niet gevaren kon worden tussen maart en begin juli is het ritme, de flow eruit. Nog maar net begonnen is het seizoen intussen alweer half voorbij. We kunnen onderhand net zo goed voor de kant blijven liggen, dat is dan een gedachte die opkomt.’
Er zijn scheepseigenaren die dat daadwerkelijk doen. Alle boekingen hebben ze geannuleerd of overgezet, ze zitten in een stillig-regeling met hun verzekeraar en als ze alsnog zouden besluiten om uit te varen wordt de lak duurder dan de brief.

Arnaud Flierman, zetschipper van de stevenaak Victoria S, is in elk geval weer vrolijk, nu er af en toe een tochtje zijn kant op komt. Zo heel veel stelt het nog niet voor. ‘Ik heb dit jaar nu twee reizen gemaakt en nog een drietal komt eraan. Eindelijk krijgen we nu de klanten die we altijd al hadden willen hebben’, zegt hij lachend. ‘De eerste keer was met een gezin met acht kinderen, de tweede met een woongroep van twaalf mensen. Tja, ze hadden de ruimte op dit schip met 24 slaapplaatsen. Per persoon betaalden zij ongeveer hetzelfde tarief als andere jaren, maar we konden natuurlijk niet met volle bak varen. Dat hoor ik van meerdere collega-schippers. Sommigen voeren zelfs tochten met twee of drie passagiers. Zo komt in elk geval een béétje geld binnen.’

Arnaud Flierman. 'Het is intussen weer kneiterdruk op Terschelling en Vlie.' (Foto: Gijs van Hesteren)
Arnaud Flierman. ‘Het is intussen weer kneiterdruk op Terschelling en Vlie.’ (Foto: Gijs van Hesteren)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *