Zo vaak gebeurt het niet, dat je als gewone sterveling kunstenaars live aan het werk ziet. Het Hannemahuis bood het duo Irem Kaneli en Stijn Smit de gelegenheid. Parallel aan de lezing over hun conceptuele kunst vervaardigden zij voor een met grote ogen toekijkend publiek het schilderij ‘Mini-Lost Drops Ebb & Flow Hannemahuis (2023)’.
“Van conceptuele kunst heb ik niet veel verstand”, legde directeur Hugo ter Avest mij nadien uit. “Maar dat wil niet zeggen dat we voor lokale kunstenaars niets willen doen. We leren hier zelf veel van en dit is zo’n mooie nieuwe toevoeging aan het museum.”
Wat is dat dan, ‘conceptuele kunst’? Je kunt het misschien ook ‘omgevingskunst’ noemen, want in het werk van het duo kreeg de omgeving een belangrijke taak. Met name met twee aan open lucht en water onderhevige werkplaatsen: het Dollardatelier en het Kwelderatelier Marrum. Met volop fotomateriaal legden Kaneli en Smit uit hoe zij te werk gingen. Een losjes gebrachte en vrolijke presentatie, niet al te serieus gebracht. Ver komt degene die zichzelf relativeren kan.
Niet verf, maar modder en slib uit het wad smeren zij op hun doeken. “Het wordt bijna een seksuele daad”, stelde Irem Kaneli, “hoe zout water, zwaartekracht, stroming en golven de doeken beïnvloeden. Een vingerafdruk van het het getij. In het wad geboren, als in een baarmoeder van wind en zout, waar wij bijstaan, soms tot ons middel in de blubber. ”
Als schipper van de bruine vloot voelde ik me aangesproken en dat was niet voor niets. Ooit waren de uit Istanbul afkomstige Kaneli en de Fries Smit actief in de chartervaart. Ik merkte het: de manier waarop zij uitrekenden hoe hoog zij hun doeken moesten bevestigen voor een goed resultaat. Ik dacht aan de rekenmethoden die schippers hanteren, bijvoorbeeld bij het passeren van een wantij met een klipper. Het NAP, de huidige waterstand, het reductievlak van de waddenkaart, op- of afgaand tij, de windrichting, de diepgang van het schip. Tja, je moet deze dingen even serieus bekijken, want na droogvallen wil je ook graag weer vlot komen.
Het resultaat van hun werkwijze riep bij mij de grote vlakverdelingen van de wereldbekende Barnett Newman op. Maar dat is natuurlijk een onterechte vergelijking. Iedere kunstenaar – of in dit geval ieder kunstduo – maakt volstrekt unieke werken vanuit volstrekt unieke emoties en beweegredenen. Dit werk past gewoon perfect bij een waddenstad als Harlingen, met al de zoute en natte connotaties die het oproept.
Ondertussen werd er gewerkt aan het Hannema-kunstwerk. De twee conceptuele kunstenaars gaven het woord ‘modderspuiten’ nieuwe inhoud: klei op een doekje van pakweg dertig bij dertig centimeter. Zonder omhaal plaatsten zij het resultaat in een emmer water. De mensen in de zaal keken geboeid toe.
“De klei die we gebruikten is een mix van verse zeeklei uit de kweldergebied Noarderleech en oude zeeklei uit Harlingen, uit een pas afgegraven sloot. Het zeewater waar het schilderij in heeft gestaan kwam uit de Zuiderhaven.”
Aan het eind van de lezing de veiling. Het publiek werd er enigszins door overvallen, maar bood grif en graag. De gelukkige, voor de luttele som van honderd euro, werd Frank Borsboom uit Arnhem. Hij nam een mooi stukje wad mee terug naar het zuiden. Ook gelukkig was na afloop het kunstenaarsduo: “Wij zijn zelf erg tevreden met de middag. Mooie opkomst en positieve geluiden!”
Wie de overzichtstentoonstelling van Kaneli en Smit met eigen ogen wil bewonderen heeft nog een paar weken de tijd: tot 19 maart. Wat wil je nog meer: je staat middenin de waddenklei en krijgt toch geen vieze voeten.
Deze verslaggeverscolumn schreef ik voor de Harlinger nieuwswebsite harlingenboeit.nl
Waardeer dit artikel met een Tikkie. Het bedrag mag u zelf bepalen.