Een kort scheepvaartjaar

De spits ‘Manna’.

In 2019 voer ik het water dun als freelanceschipper. Afgewisseld door Arjen Rekker zeilde ik het hele zomerseizoen met de tweemastklipper ‘Margot’ en vanaf eind november was het heel druk met het Amsterdam Light Festival. Flagship huurde me in om met de salonboot ‘Titanic’ door de grachtjes te varen. Het jaar 2020 stak daar mager bij af. In januari deed ik nog wat tochtjes met de salonboot, maar daarna belandden we in de coronacrisis.

De passagiersvaart lag op z’n gat, leuker kan ik het niet opschrijven. Begin juni kreeg ik de kans als schipper met een vrachtspits te varen, de ‘Manna’. De reis ging van Charleroi naar Évry, voorbij Parijs. In een volgend blog zal ik daar meer over vertellen. Twaalf dagen was ik onderweg en toen was het stil. Nadat het kabinet voor juli en augustus besloot tot versoepeling voer ik over het Wad: één dag met het tjalkje ‘Pallieter’ en één midweek met de kleine tjalk ‘Antonia Maria’. Dat was leuk! 

Een jaaroverzicht in foto’s.

Januari

Januari. Over de nachtelijke Amstel met de ‘Titanic’. Volgens de eigenaar ‘de grootste ssalonboot van Amsterdam’. Viel wel mee denk ik, al kan de lengte van 20 meter best een kluif zijn in die krappe grachtjes.
Varend met de ‘Titanic’ ontwaar ik in het Oosterdok een bekende romp: en ja: het is de ‘Festina Lente’, ons woonschip van 1983-1987, aan boord waarvan onze dochter Wies is geboren. We verkochten het schip om verder te gaan met de chartertjalk ‘Courage’. Later  word ik hartelijk ontvangen en rondgeleid door de nieuwe eigenaren, Linda en Marc Reijnen.
De oorspronkelijke ‘Festina Lente’

Februari

Okee, aan het varen ben ik niet, maar wél ben ik aanwezig bij de Sectordag, een training over vaarveiligheid die branchevereniging BBZ organiseert voor haar leden. Ik schrijf er een artikel over voor Schuttevaer.
Op de Foto: Stefan Kramer van Rood boven Groen spreekt over vaarveiligheid.

April

Voor een artikel in ‘Schuttevaer’ en de brochures van ‘Historische Zeilvaart’ maakte ik een fotoserie van mijn eigen kleinkinderen aan boord van de driemaster ‘Grootvorst’, van Ed Kruiskamp en Agnes Zonneveld. Links mijn dochter Wies en schoonzoon Lajos.
Midden in de lockdown van april arriveert het Harlinger tallship ‘Thalassa’ in de thuishaven, met een grote groep jongeren van ‘School at sea’ aan boord. Ze zijn in de Carieb verrast door Covid-19, konden geen kant op en in arren moede staken ze dan maar even de oceaan over. Ze willen nog een weekje de Noordzee bevaren. Dat kan wel, maar dan mag er niemand aan of van boord. Bevoorraden mag wél. De marechaussee ziet erop toe.

Mei

Met de kleinkinderen een rondje Harlingen in een sloepje van Bootverhuur ‘Ouwe Seun’.

Juni

Een indrukwekkende dag in juni. De lichtelijk wanhopige schippers van de historische vloot vragen ‘voor Pampus’ aandacht voor hun coronaproblemen.
In juni schipperen mijn vriendin Elise en ik de spits ‘Manna’ door België en Noord-Frankrijk. We zijn geladen met 340 ton rollen ijzer. Hier liggen we in het centrum van Luik, wat aanleiding geeft tot hilariteit bij binnenvaartcollega’s. Normaal gesproken liggen daar alleen plezierbootjes. Ja hallo, weet ik veel wat gebruikelijk is?
Vanuit de Royersluis varen we bij Antwerpen de Schelde op. Majestueus. Varen op de Beneden-Schelde, met getijstroom en zo schijnt nogal spannend te zijn. Het lukte me aardig. ‘Ik heb het nog nooit gedaan dus ik denk dat ik het kan’.
Voor de nacht meren we aan op schilderachtige plekjes. In Nederland doet iedereen maar wat, maar in Noord-Frankrijk zie je overal mondkapjes. De pizzeria is na lange coronasluiting nét weer open. Gelukkig, zegt de eigenares.

Augustus

Hoera, we mogen toch ook nog een paar dagen het wad op, met de tjalk Antonia Maria. Onderweg van Terschelling naar Kornwerderzand laten we het schip droogvallen op de westwal van het Inschot, ongeveer tegenover het gasproductieplatform van Elf Petroland. Meeuwen, scholeksters en in de verte zeehonden houden ons gezelschap.

Kort daarna verzocht de Harlinger schipster Monica Otto of ik een weekje wilde varen met haar tjalkje Antonia Maria. Alweer een paar zeilseizoenen had ik gezeild met meestal dikke tweemastklippers en het was een hele tijd geleden dat ik zo’n klein scheepje (19,5 meter) had geschipperd. Maar ik was allang blij dat er iets te doen was in de zeilvaart, dus ik zei direct ‘Ja!’
Gelukkig maar, want wat een mooie week was het. Het leuke van deze wat kleinere charterschepen is de heel andere klantenkring. Ook deze reis voer de Antonia Maria met één gezin. Handig in coronatijd, want met veel mensen op één schip gaat niet zomaar. We deden alles wat je in zo’n week kan doen – opkruisen naar Terschelling, droogvallen op een zandplaat bij het Inschot, de sluizen naar het IJsselmeer, de Friese meren en kanalen, de stad Leeuwarden. Mooi hoor.

September

De 15e is de laatste zomerdag van september. Amsterdam Boat Experience (of was het Flagship?) belt me of ik snel naar Amsterdam kan komen, voor een tochtje met de salonboot ‘Wolk’. Een dertigtal makelaars en onroerendgoedbonzen. Ze vinden het leuk, want na afloop zijn ze met geen stok van boord te krijgen. Op het water is het een gekkenhuis. Iedere Amsterdammer heeft nog één keer zijn sloep of pieremagochel gepakt voor een dobbertochtje. Tot laat in de avond ben ik druk met het ontwijken van onverlichte vaartuigen.

 

2 reacties op “Een kort scheepvaartjaar

  1. Hallo Gijs,
    Jouw verhaal kwam net binnen en ik heb het meteen gelezen.
    In deze bizarre tijd tenminste iets aardigs ondanks dat je behoorlijk bent beknot in jouw bewegingen dit afgelopen jaar.
    Veel succes met alles wat je wilt ondernemen en ik blijf je volgen.
    Ik woon wel in waterrijk gebied maar niet voor de vaartuigen die jij bemant!
    Altijd welkom
    Veel liefs Je nicht Karen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *