OSS – Het was drie jaar geleden dat we voor het laatst reden op circuit Paalgraven in Oss. Corona gooide steeds weer roet in het eten van de Pinksterraces. Met des te meer enthousiasme verwelkomden organisatoren, vrijwilligers, teams en publiek de 2022-editie. De pandemie leek eindelijk haar ijzeren greep op de samenleving te verliezen.
De eerste dag kregen we te kampen met ontstellende hoeveelheden regen. Vooral sneu voor de vele vrijwilligers, die zich al wekenlang hadden ingespannen voor een goed evenement. Zoveel regen viel er zelfs, dat na een uur of twee in de middag alle activiteiten moesten worden afgelast, zélfs de fameuze Drie Uren.
“Wat nou, een beetje regen? Sinds wanneer kunnen we dan niet rijden?” hoorde je hier en daar. Toch had de organisatie gelijk. De baan stond blank en de combinatie bedrijventerrein, vrachtwagens, olie en water zou zeker geleid hebben tot calamiteiten. Bijna iedereen in het rennerskwartier zag de juistheid van de beslissing in.
Het zou dit weekend om de regelmatigheid gaan, niet om de absolute snelheid. Iedereen had dus evenveel kans om in de prijzen te vallen. Daarom heet het ook een racedemo. In juli en in augustus zouden we naar Chimay en naar Gedinne in België gaan. Dat zijn wél echte wegraces.
Het zou dit weekend om de regelmatigheid gaan, niet om de absolute snelheid. Iedereen kon dus in de prijzen vallen. Daarom heet het ook een racedemo. In juli en in augustus gaan we naar Chimay en naar Gedinne in België. Dat zijn wél echte wegraces.
Zesduizend toeren
Met de Yamaha van team Motorsport Harlingen namen we deel aan de 750cc-klasse. Ondanks de regen werkten alle klassen ‘s ochtends een training. De XS650 had de neiging om stationair al zesduizend toeren te draaien. Beetje onhandig, bijvoorbeeld als je eigenlijk zou willen remmen voor de bocht. In de opstelfuik heb ik toch maar de motor uitgezet. Na een beetje gemorrel onder de tank werd het beter. ‘Slechts’ vierduizend toeren stationair, hmm. Pieter Evers was zo vriendelijk me een zetje te geven toen de baan werd vrijgegeven, want in mijn eentje zou ik dat ding nooit meer aangeduwd hebben gekregen.
De training verliep naar tevredenheid, al voelde ik de motor in de bochten steeds een beetje glijden. Na de sessie bleek dat de banden toch iets te zacht stonden. Voorafgaand altijd controleren! Koud moeten ze 1,8 bar hebben, dan gaat het altijd goed.
Het parcours kenmerkte zich door strak asfalt met snelle rechte stukken, afgewisseld door haakse en zelfs overhaakse bochten. Gelukkig ook twee linkse, anders had de rechterkant van de banden het wel erg zwaar gehad. Op het rechte eind achterin het circuit tikte zelfs mijn vijftig jaar oude beestje tegen de 165 kilometer per uur aan. Dan heb je wat te doen voor de haakse bocht die daarna komt.
Het was even zoeken naar de juiste rempunten. De schijfremmen anno 1972 doen het eigenlijk zeer goed, maar geven wat minder gevoel dan modernere remmen. Eén keer was ik nét te laat en moest ik de uitloopstrook kiezen.
Terug in het rennerskwartier haalden we de tank eraf. Daar zagen we de oorzaak van het hoge toerental: het rechtse gaskabeltje was naast het cupje geschoten. Dat heb je ervan, als je een klungel als ik zijn gang laat gaan met het gevoelige mechaniek. Gelukkig was racemaat Tajan van der Wiel meegekomen naar Oss. Hij zette met borgdraad spalkjes, zodat het niet weer zou gebeuren. Nadat hij hoorde van de afgelastingen was er méér tijd. Dus gingen ook die spalken er weer af. Hij monteerde alle gaskabels en het verdeelstuk helemaal opnieuw.
De rest van de dag hebben we besteed aan het bekijken van de Laverda’s, die een jubileum te vieren hadden, de mooie NMB-expositie van Mari van Kasteren, kletsen met andere coureurs en eten natuurlijk. Tajans eega Ingrid had ons ruimhartig voorzien van smakelijke gerechten. Onder het genot van biertjes keken we tot slot samen met bevriende racers naar de MotoGP van Catalonië. Daarna werd het erg koud, winderig en vochtig, zodat we tegen tienen allemaal in ons hol onder de wol kropen.
Dag twee
De tweede dag, die leek er meer op. De slagregens waren weggetrokken naar het noorden. Op circuit Paalgraven bleef het zo goed als droog. De Stichting Pinksterraces Oss en de SAM hadden eendrachtig samenwerkend een volledig dagprogramma plus een drie uur durende classic endurance samen weten te stellen. Aan het einde van de dag bleek dat ze daar volledig in geslaagd waren. Maar daarover later meer.
Mijn optreden in de tweede 750-training duurde maar kort. De buis die de rechtse uitlaatbocht verbindt met de demper was losgeschoten. Met vlammen rond de enkels en een hoop lawaai reed ik terug naar onze plek in het rennerskwartier. Tajan stond ergens langs het circuit, dus ik stond er even alleen voor. Met mijn helm nog op en de leren handschoenen nog aan tikte ik met de rubber campinghamer de buis weer op zijn plaats. Die handschoenen waren zeker handig, want het spul was lekker heet. Met sleuteltje tien zette ik de klemband weer vast.
In overleg met de fuikmeester kreeg ik even later toestemming om in de EVO-klasse te rijden. Die ging meteen na de 750-sessie van start. Ik kon redelijk meekomen in die groep. De banden stonden nu op de juiste spanning. Een mooi duel ontwikkelde zich met Ton en zijn Yamaha SZR 660-eenpitter. Toch eindigde ik alsnog langs de kant, door iets wat leek op een vastloper. De bezemwagen bracht me terug naar het rennerskwartier. Daar liet de XS zich gewoon starten. De stationaire afstelling deden we helemaal opnieuw, maar verder leek alles in orde.
Het was tijd voor de endurancerijders. Zij kregen een korte training en daarna volgde de spectaculaire Le Mansstart. Tajan en ik hebben er heel vaak aan deelgenomen. Dat gaat nu even niet, na het nare draaibankongeval van Tajan. Enfin, ik heb het Drie Urengebeuren niet zo heel nauwlettend gevolgd. Ik kan vertellen dat zij het bijna allemaal drie uren volhielden, zonder valpartijen en met maar twee mechanische uitvallers.
Later in de middag reden we weer in de 750-klasse. Dit keer in een getimede regelmatigheidsmanche. Remmen en gaskabels deden nu wat er van ze werd verwacht. Ik had een paar mooie duels. Het eerste met John Hersevoort en zijn Egli-Honda. Dat ding loopt en trekt harder dan mijn Yamaha, maar John doet het rustig aan bij de bochten. Na een paar rondjes de kat uit de boom gekeken te hebben wist ik de XS naast de Honda te remmen. Dat was er één.
Even later piepte Jan van Zuuk met zijn Rickman Yamaha XS650 me voorbij. Natuurlijk ging ik direct in de achtervolging. Opnieuw keek ik een paar rondjes de kat uit de boom. Ook Jan zijn motor was sneller dan de mijne, maar Jan is een voorzichtige rijder. Dat gaf me de kans om net als bij John wat extra snelheid op te bouwen en dit keer aan het eind van het lange rechte eind een inhaalactie uit te voeren. Dat was wel even heel hard remmen geblazen, maar ik haalde de bocht nog net.
In het snelste gedeelte van de baan hield de motor in en hij sloeg over. Toch weer dat vastloperachtige verschijnsel? Dit keer zette ik de motor niet stil, nam de bocht en welja, het fietsje draaide zoals het hoorde. Tot de volgende ronde op dezelfde plek. Wéér inhouden en gepruttel. Je kon erop wachten: daar kwam Jan van Zuuk weer voorbijgesuisd. Achtervolging mocht niet baten: de sessie werd kort daarop afgevlagd.
Lus met luchtbel?
Geweldig fijn, een monteur in het rennerskwartier. Tajan en ik kwamen tot de conclusie dat het overslaan en inhouden wel eens iets te maken zouden kunnen hebben met de brandstoftoevoer. De slang liep in een lus onder de carburateurs door. Wie weet vormde zich ergens een luchtbel die de toestroom verstoorde. Tajan legde de slangetjes opnieuw, nu korter en zonder lussen of bochten. De volgende sessie geen centje pijn meer, dus dat was de oorzaak!
Die laatste sessie van de dag was ook de beste voor ons. De fiets liep en stuurde als een droom. Tussen mijn oren zat het goed en ik kon goed meekomen met de snellere rijders. Of we iets gewonnen hebben, qua regelmatigheid? Geen idee, na afloop van het rijden voelden we hoe moe we waren. We gooiden alle meuk in de bus en de caravan en keken nog even of de prijsuitreiking er al aan kwam. Het zag er niet naar uit. We hadden nog drie uur nodig om naar huis te rijden, dus we zwaaiden een keer en aanvaardden de terugreis.
Een topweekend!
Veel dank aan Tajan en Ingrid van der Wiel, aan Stichting Pinksterraces Oss en de SAM, aan mijn kinderen, die mijn rare hobby geduldig gedogen, aan Albertha en Jan Althuisius, die mij belangeloos sleutelruimte te beschikking stellen, en aan de Yamaha Twin Klub natuurlijk. Meer sponsors zijn altijd welkom!
Veel dank aan Tajan en Ingrid van der Wiel, aan Stichting Pinksterraces Oss en de SAM, aan mijn kinderen, die mijn rare hobby geduldig gedogen, aan Albertha en Jan Althuisius, die mij belangeloos sleutelruimte te beschikking stellen, en aan de Yamaha Twin Klub natuurlijk. Meer sponsors zijn altijd welkom!
In mijn boek ‘Rijden met Gijs’ beschrijf ik nog veel meer motoravonturen. Bestelinformatie op deze website, in het bericht Het boek is klaar.
Leuk verhaal Gijs, hoop nog mooie sportieve duels met je aan te gaan.