Het circuit in Zwaagdijk telt twaalf haakse bochten en daartussen alleen maar korte rechte stukjes. We hadden dus veel koppel onderin nodig en goede remmen. Met dat laatste zat het wel snor, dus prepareerden Tajan en ik extra geheime wapens voor de aandrijving van de gele raket: met tien centimeter verlengde inlaatspruitstukken, klein voortandwiel, groot achtertandwiel.
Het startmachien, ooit voor me gebouwd door Joop ten Have, liet het afweten. Dat lag niet aan Joop, bleek bij nadere beschouwing, maar aan slechte elektrische verbindingen naar de accu. Nadat Tajan en Jan Smit het ding getuned hadden startte de XS zonder problemen op. De training en de eerste manche verliepen meer dan prima.
De XS spoot als de brandweer door elke bocht. Het extra draaimoment onderin het toerengebied en de verkorte overbrenging wierpen hun vruchten af. De meeste motoren uit de jaren tachtig liepen ondanks veel meer vermogen niet bij de XS weg. Ja, éven, maar bij de volgende bocht kon ik de motor er weer bijna naast remmen en daarna zó hard uit de bocht wegtrekken dat ze er niet langs kwamen. Zo zie je maar, dat werkt ook: remmerij van 1972, twee kleppen per cilinder en luchtkoeling. En de nieuwe voorvork met poten van 41 mm was een hele verbetering van de oude 35 mm fietspompjes. Kortom, veel rijplezier. Toch heb ik geen van de twee manches uitgereden: in de eerste kreeg ik vlak voor het einde kramp in mijn dijbeen, au au, en in de tweede manche brak in de binnenbocht mijn schakelpedaal af door gebrek aan grondspeling.
Wéér een superleuke dag!
In mijn boek ‘Rijden met Gijs’ beschrijf ik nog veel meer motoravonturen. Bestelinformatie op deze website, in het bericht Het boek is klaar.