Wandeling langs trotse welvaart

Harlingen, al vijfendertig jaar woon ik in deze stad. Aangespoeld via de bruine vloot. Een stukje traditie, een stukje varend erfgoed, die vloot. Net zoals de stad: overal monumenten, waar je ook kijkt. De website harlingenwelkomaanzee.nl meldt: ‘Met meer dan zeshonderd monumentale panden in onze binnenstad blijft de herinnering voortbestaan aan de trotse welvaart die Harlingen gekend heeft’.

Fabriekstraat. Stadsgids Jan de Groot vertelt over de nederzetting Almenum, één van de twee kernen waaruit Harlingen ooit ontstond. (Foto: Gijs van Hesteren)
Fabriekstraat. Stadsgids Jan de Groot vertelt over de nederzetting Almenum, één van de twee kernen waaruit Harlingen ooit ontstond. (Foto: Gijs van Hesteren)

Eigenlijk is dit een stelling waarin de tragiek van de stad schuilgaat. Want waarom hebben we hier zoveel momenten? Omdat de stad zó verarmd was, dat er zelfs geen geld was om de krotten en ruïnes op te ruimen. Zeker, ooit was er trotse welvaart, maar voor het hoogtepunt daarvan zullen we terug moeten gaan naar de zeventiende eeuw. Na deze gouden periode verviel Harlingen tot een uitgewoonde uithoek in een moeilijk bereikbaar stukje Nederland. Pas na voltooiing van de Afsluitdijk en het aflopen van de Tweede Wereldoorlog ontstond er nieuwe welvaart. Meeliftend op de periode van naoorlogse wederopbouw pakte met name de Hein Buismanstichting de stadsvernieuwing voortvarend op. En daarom kunnen we nu zo trots zijn – ondanks nog altijd grote verschillen tussen arm en rijk.

Die trots komt heel hard bij je binnen, als je meeloopt in één van de Winterwandelingen. Welkom aan zee organiseert deze in samenwerking met het Stadsgidsenteam. Het toeristenseizoen moet nog beginnen. De meeste deelnemers aan de februariwandeling blijken een rechtstreekse band met de stad te hebben. Ze wonen in Harlingen, of ze komen er wonen, of ze hebben er gewoond.

Zo vertelt één van de wandelaars dat hij al heel vaak meeliep met de stadswandelingen. Deze ouweseun woont zijn hele leven in de stad. Toch ziet hij iedere keer nieuwe dingen. Haha, en zelf weet hij ook heel veel te melden…

Ik spreek een dame; zij vertelt me dat zij de stad op twaalfjarige leeftijd verliet. Nu woont ze in Hillegom. Haar dochter verhuisde twee weken geleden vanuit de Randstad naar Harlingen. “Zij geniet daar enorm van. En nu kom ik hier ook wonen. Ik kan niet wachten eigenlijk en daarom probeer ik zoveel mogelijk kanten van de stad te zien te krijgen.”

Op heel veel plaatsen stopt stadsgids Jan de Groot even voor zijn verhaal en heel vaak vallen de wandelaars hem bij: zij weten dingen die Jan nog niet wist, of andersom. Zo is de voorkant van restaurant Nooitgedagt (aan de Voorstraat) voorzien van een gevelsteen met een blauwe hand. Dat het vroeger een wijnpakhuis was, dat weet Jan. Dat de blauwe kleur van die hand vermoedelijk verwijst naar de huidverkleuring die optreedt als je met wijndruiven bezig bent, dat weet dan één van de seunen in zijn gevolg weer.

Over de hoge houten opbouw van het monumentale graan- en peulenpakhuis aan het Noordijs vertelt Jan dat deze vroeger gebruikt werd als droogruimte. In de Wereldoorlog maakte het verzet gebruik van het weidse uitzicht tot aan Den Oever: zo volgde men bewegingen van de bezetter. Een Harlingse die al haar hele leven in de binnenstad woont vult aan: het destijds verkrotte pand was in de jaren zeventig weliswaar verboden gebied, maar wel een prachtig mooi speelterrein voor de stadskinderen. “Het mocht niet natuurlijk, maar we kwamen naar binnen langs een kapotte ruit en klommen helemaal naar boven!”

Het pakhuis is nu een appartementencomplex. De houten opbouw verhuurt men als vakantieappartement ‘Het dakhuis’. De website van het appartement bevestigt wat ik ook altijd vertel, als incidenteel rondvaartschipper van Piet Miltenburg z’n ouweseunsloepjes. Ooit was het een machinekamer voor de verwarming van het pakhuis en het drogen van opgeslagen graan. De site laat verder weten dat het appartement onder andere beschikt over een tv, koffieapparaat en een föhn. Vroeger werkten Harlinger huusfrouwen op deze plek voor een karige bijverdienste. Vooruitgang hou je niet tegen.

Heel mooi allemaal. Harlingen is meer dan een parkeerplaats voor eilandbezoekers. Steeds meer mensen komen in het zomerseizoen speciaal voor de stad zelf. Nee, ik ben en word geen ouweseun. Import blijft altijd import, maar ik zeg toch: terecht dat deze toeristen komen. Het is prachtig hier. De monumenten, de zee. En in deze kosmopolitische (mini-)zeehavenstad voelt iedereen zich welkom. Wat de toeristen meestal niet zien is de nog altijd bestaande tragiek: grote verschillen tussen arm en rijk. Maar wie arm is woont tegenwoordig meestal niet meer in een binnenstad.

Deze verslaggeverscolumn schreef ik oorspronkelijk voor de Harlinger nieuwswebsite harlingenboeit.nl

Waardeer dit artikel met een Tikkie. Niet verplicht en het bedrag kunt u zelf bepalen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *