HARLINGEN – Regelmatig organiseert Jeanine Otten van Museum Het Hannemahuis lezingen over maritieme onderwerpen. Ditmaal sprak Sandra Comis over de kleding van walvisvaarders. ‘Van kou had men in de zeventiende eeuw waarschijnlijk minder last’, legde de Voorschotense archeologe uit. ‘Korte jasjes, zij het vaak in twee of drie lagen, pofbroeken, lange geweven kousen, lage schoenen, alles volgens de toenmalige mode. We vinden eigenlijk zelden zulke oude textielresten.’
‘Niemand weet daar raad met deze textielresten’
Voor een onderzoek in opdracht van het Arctisch Centrum van de Rijksuniversiteit Groningen ontdekte Comis eind jaren zeventig, begin jaren tachtig bij Smeerenburg op Spitsbergen en in vijftig graven op het eilandje Zeeuwse Uitkijk een groot aantal kledingstukken. Normaal gesproken verdwijnen die het eerste op archeologische vindplaatsen. Ze vergaan door vocht en schimmels. Dankzij het poolklimaat echter is daar veel bewaard gebleven. Het leidde tot de grootste collectie van 17e en 18e-eeuwse werkmanskleding van Europa. Lees verder Modieus naar Spitsbergen