Maandelijks archief: januari 2010

Toch wel groot, dat cafe

Kabel Noord bestond eind vorig jaar dertig jaar. Daarom is de datum van 30 januari uitgekozen om dat met al het personeel samen te vieren. et werd een werkbezoek aan ‘Vrienden van Amstel’ in de Rotterdamse AHOY. Het ging in eerste instantie niet om de lol, natuurlijk, maar om ’t groepsproces.

Je moet ervan houden, al die Nederlandse en Nederlandstalige artiesten, maar toegegeven: het grootste café van het land barstte van de sfeer. Vooral toen het elfduizendkoppige publiek tijdens het optreden van Rowwen Hèze het Amstelbier met duizenden liters tegelijk over zichzelf uitsproeide. Om gek te doen is geen carnaval nodig.

Enfin, het was een zware avond, maar ik heb nog een paar mooie meiden op de foto kunnen zetten. Van te voren hebben de VIP-hostessen ons met z’n allen op de groepsfoto geslingerd, als aandenken voor de personeelsleden die er niet bij konden zijn. Moe maar voldaan huiswaarts, met de Birwabus over besneeuwde wegen.

Met z’n allen; de foto is nog vóór het bierfestijn gemaakt.

intussen een paar bloedmooie meiden ontmoet. #vriendenvanamstel on Twitpic

Wilde meiden.



Overheid spil in ontwikkeling breedband

Breedband en de plattelandsparadox

De laatste weken was een deel van de postings die ik in dit blog plaatste gewijd aan artikelen die door anderen waren geschreven. Dat mag ook best, maar het moet geen gewoonte worden. Om het af te leren, hier een opiniestuk dat vrijdag 29 januari verscheen in het Friesch Dagblad. Ik geef het graag weer, omdat het bij het Dagblad niet op de website terecht komt. Het is geschreven door Niek Geelhoed, directeur Kabel Noord.


Digitaal Masterplan voor een leefbaar platteland

 
Het platteland is een fantastische omgeving om te wonen. Rust en ruimte in overvloed, schone lucht, geen files, actief verenigingsleven en nabuurschap. Waarom praten we dan toch zo vaak over de problemen van het platteland? Dit heeft te maken met de afname van het aantal bewoners van het platteland en vooral de uitstoom van jongeren aan het begin van een beroepscarrière. Als dat doorzet, brokkelt het economisch draagvlak af, met als uiteindelijk gevolg een ontvolkt en bijna onleefbaar platteland. Lagere overheden worstelen hier mee en zoeken naar oplossingen. Dit stuk gaat over één van de oplossingen.
 
Werk en voorzieningen
 
De nadelen van wonen op het platteland hebben vaak te maken met de factor afstand. Afstand is dan ook de keerzijde van rust en ruimte. De grote afstand tot werk en voorzieningen brengt velen er toe te verhuizen naar elders.
 
Om de tendensen te keren, moet het beleid zich richten op de factor afstand. Dat kan door ofwel hier de afstand tot werk en voorzieningen weer te verkleinen ofwel het belang van de factor afstand te laten afnemen.
Dat eerste is tegen alle economische tendensen en dus lastig. Dat tweede lijkt nog moeilijker, maar is toch de sleutel tot de oplossing. Want in de digitale wereld speelt juist de factor afstand geen rol meer. Informatie, de belangrijkste grondstof voor de kenniseconomie, is via het Internet op het zelfde moment overal ter wereld beschikbaar. In de interneteconomie kan een bedrijf overal concurreren en zich daarbij overal vestigen. Dus ook op het platteland. Voor deze bedrijven zijn vestigingsfactoren als de aanwezigheid van goed personeel belangrijk, maar ook goedkope grond en een prettige omgeving, naast uiteraard snelle verbindingen.
 
Voor een deel geldt het zelfde voor voorzieningen. Steeds meer diensten zijn via internet te regelen en door slimme logistiek overal te brengen. Natuurlijk blijft de fysieke aanwezigheid van een dokter of een bushalte noodzakelijk. Maar ook voor voorzieningen kan het belang van de factor afstand een stuk worden teruggebracht, met als gevolg een verbetering van de leefbaarheid van het platteland. Dat kan bovendien werkgelegenheid brengen, want ook voorzieningen op afstand kunnen immers overal worden gebracht.
 
En dit geldt ook voor medewerkers. Veel werknemers gaan nu al steeds meer de files vermijden door delen van de werkweek vanuit huis te werken. Vergaderingen worden via telefoon of webcam afgehandeld, er kan gewoon op de computer van de zaak gewerkt worden. Werktijd en -plaats worden steeds flexibeler.
Hierdoor wordt een steeds groter deel van de (werk)week thuis doorgebracht. Dan bepaalt de woonomgeving weer veel meer de woonplaatskeus. En omdat het platteland de prettige woonomgeving voor velen is, kan daarmee de negatieve tendens worden omgebogen.
 
De Plattelandsparadox
 
De werk- en woonomgeving moet dan wel aan één voorwaarde voldoen: de aanwezigheid van goede verbindingen. En daar stuiten we op een probleempje. Die snelle verbindingen zijn er vaak niet. In de stad meestal wel, maar op het platteland ontbreken ze doorgaans geheel. Hoe komt dat?
 
In Nederland wordt de digitale infrastructuur beheerd door marktpartijen. Zij zullen pas in snelle verbindingen (breedband) investeren bij voldoende rendement. Logisch, maar gevolg daarvan is dat een deel van Nederland nu en in de toekomst niet (voldoende) wordt bediend. Dat is zeg maar het “onrendabele deel” van ons land.
En laat dat deel nou net op het platteland liggen! Hogere aanlegkosten en minder klanten zorgen voor investeringsberekeningen met een negatief resultaat. Dus geen investeringen. Weg mooie kans!
 
Dit is een paradox: de maatschappelijke revenuen van goede verbindingen zijn op het platteland per inwoner groter dan in de stad, maar de economische revenuen zijn kleiner en daardoor komen ze er niet. Jammer maar helaas.
 
Tenzij…
 
Er is één partij die deze paradox kan doorbreken: de lokale/regionale overheid. Deze heeft belang bij een moderne infrastructuur, die inwoners kan vasthouden door werk naar de werkers te brengen in plaats van andersom. Een actieve overheid helpt daarom marktpartijen om het platteland wèl aan te sluiten. En helpt tevens Neelie Kroes om haar doel te bereiken in haar nieuwe baan: alle Europeanen in 2013 aangesloten op breedbandinternet.
 
Wat kunnen de overheden zoal doen om de achterstand van het platteland om te buigen in een voorsprong? Een greep uit de mogelijkheden:
Het gebruik van verbindingen stimuleren door zelf in het goede voorbeeld te investeren en aanverwante sectoren daartoe te inspireren. Technologieneutrale subsidies geven op het onrendabele deel van de investering. Leningen tegen gunstige voorwaarden beschikbaar stellen. Samen met bijvoorbeeld pensioenfondsen een participatiefonds oprichten. Bedrijven en inwoners mobiliseren om via gezamenlijke aanleg tot lagere kosten te komen. Kennisintensieve starters faciliteren, enz, enz.
Er zijn instrumenten zat. En Neelie in Brussel juicht elk initiatief toe, wanneer maar duidelijk is dat de marktpartijen het laten afweten. Het kan en daarom draait het dus vooral om visie en politieke moed.
Natuurlijk, het kost wat geld, maar dit zou wel eens een goedkope en duurzame manier van plattelandsontwikkeling en krimpbestrijding kunnen zijn.
 
Overheden hebben al eeuwen de taak te zorgen voor belangrijke infrastructuur. Het is op zijn minst kortzichtig om daarbij alleen aandacht te geven aan de infrastructuur van de vorige eeuw en die van deze eeuw grotendeels te negeren.
Het platteland biedt vele mogelijkheden, die met een tegendraads en visionair overheidsbeleid benut kunnen worden. President Obama heeft dat begrepen en een “Broadband Roadmap” gemaakt. Het wordt tijd dat ook wij een Digitaal Masterplan voor ons platteland maken. En waarom gaan we daar in Friesland niet mee beginnen? Yes, we can!!


Niek Geelhoed is directeur van Kabel Noord te Dokkum.

Driehoek, dobberend in machtige stroom

De Gouden Driehoek, samenwerking Overheid, Onderwijs en Ondernemers

Dokkum. In toenemende mate is het effect merkbaar van Vital Rural Area, het Europese project waar de Noordoostfriese gemeenten en de provincie Fryslân al anderhalf jaar eendrachtig samenwerken. Niet dat er zoveel méér initiatieven ontstaan met betrekking tot een leefbaar platteland. Die waren er vaak al. Alleen, die bestonden meestal náást elkaar en niet mét elkaar. Al die kleine beekjes en stroompjes komen dankzij de focus van dit Interregproject één voor één bij elkaar, zich verenigend tot een respectabele stroom. Uiteindelijk tot een machtige rivier, hoop ik.

Betere samenwerking tussen maatschappelijke sectoren is één van de verschijningsvormen van regionale focus. Een voorbeeld is het samenwerken in de ‘Gouden Driehoek’. De driehoek bestaat uit de ‘drie O’s’: Overheid, Onderwijs en Ondernemers. Dat deze drie gremia een heel verschillend intern beeld hebben van visie, missie en tempo hoef ik niet uit te leggen. Regionale identiteit kan er echter voor zorgen, dat zij toch bij elkaar komen.

Het Ondernemerscongres van de ONOF (de Noordoostfriese ondernemersfederatie) zal  aanstaande maandag extra de nadruk op dit proces leggen. Vandaag beschrijft de Nieuwe Dockumer Courant de recente ontwikkelingen, in een artikel van hoofdredacteur Klasina van der Werf. Zij gaf mij toestemming om dit hieronder weer te geven. Dat doe ik graag, want ik hoop van harte, dat het zal leiden tot meer aandacht voor het congres en meer resultaat voor de regio Noordoost-Friesland.

Meer over leefbaar platteland.


Bezinnen op de toekomst


"We moeten jongeren laten inzien dat het de moeite waard is om in Noordoost-Friesland te wonen en te werken. Daarvoor hoeven ze niet naar het Westen van het land.’’ Dat zegt voorzitter Jan de Vries van de Ondernemers Federatie Noordoost Fryslân (ONOF). Om dit voor elkaar te krijgen is de stichting NetNix opgericht.

DOKKUM – ,,It is net niks’’, zei één van de jongeren toen ze een naam moesten bedenken voor een project over kansrijke jeugd. NetNix is ontstaan tijdens een maatschappelijke stage bij de lokale omroep. Onlangs splitste NetNix zich af van de lokale omroep en werd de Stichting opgericht. Jan de Vries is voorzitter, directeur Niek Geelhoed van Kabel Noord is penningmeester en Erik Vogt (van…?) is secretaris. De stichting heeft als doel de jeugd uit het voortgezet onderwijs na te laten denken over een kansrijke toekomst in deze regio. ,,Door de jeugd zelf films te laten maken, kunnen ze zien wat de mogelijkheden in deze regio zijn en geïnspireerd raken om te kiezen voor een toekomst in dit gebied’’, legt De Vries uit.

Videofilms
NetNix moet overheid, onderwijs en bedrijfsleven dichter bij elkaar brengen in diverse projecten. De stichting begeleidt deze projecten, waarin stagiaires uit voortgezet onderwijs samen met stagiaires uit middelbaar en hoger onderwijs videodocumentaires, animaties of games maken. De eerste opdrachten zijn inmiddels binnen. Zo maakt NetNix vier videodocumentaires over beroepskeuze op het gebied van toerisme, ICT, duurzame energie en ambachten & techniek. Aan de hand van het filmpje moeten jongeren verleid worden hun beroepskeuze aan te laten sluiten op de mogelijkheden in Noordoost-Friesland.

Database
De stichting NetNix komt voort uit het platform de Gouden Driehoek, het samenwerkingsverband tussen onderwijs, ondernemers en overheid in Noordoost-Friesland. Een ander project dat daaruit voortkomt is een database met de behoeftes van alle bedrijven in Noordoost-Friesland. Scholen, maar ook het UWV, kunnen op deze wensen van de ondernemers inspelen, waardoor de partijen beter op elkaar afgestemd zijn. De Vries: ,,Voor het plaatsen van kunststofkozijnen zijn bijvoorbeeld speciale monteurs nodig. Gosse Wijnsma wil deze monteurs wel opleiden. Met behulp van de database weten scholen dat deze mogelijkheid er is. Kabel Noord kan mensen gebruiken bij het aanleggen van een vezelnetwerk. Maar daar is nu nog geen opleiding voor. Scholen kunnen daar op inspringen.’’
De overheid moet de faciliteiten verlenen. De vragenlijst voor de ondernemers is inmiddels opgesteld. Alle 2700 bedrijven worden benaderd. ,,Als de uitkomsten verwerkt zijn in de database, hebben we goud in handen.’’

Ondernemerscongres
Tijdens het ondernemerscongres van komende maandag in DOK18 zullen de betrokken partijen verder praten over de concrete activiteiten van het platform de Gouden Driehoek. Een ander speerpunt tijdens dit congres is het Sociaal Economisch Masterplan. Daarin wordt duidelijk gemaakt wat er de komende twintig jaar moet gebeuren om dit gebied, ondanks de krimp van de bevolking en de vergrijzing, economisch actief te houden. Zo moet de regiostad Dokkum goed inspelen op de aanleg van de Centrale As waardoor stuwende bedrijven aangetrokken worden. Door middelgrote kernen een eigen gezicht te geven, kunnen voorzieningen in plaatsen als Dokkum-Damwâld, Burgum-Hurdegaryp, Buitenpost-Kollum en Surhuisterveen-Harkema in stand blijven. Kleine dorpen kunnen als woondorp zeer in trek raken en oude kerken krijgen een nieuwe invulling op het gebied van kunst, ambacht en cultuur. Wandel- en fietsroutes moeten ervoor zorgen dat er steeds meer toeristen naar deze regio komen. Verder wordt in het masterplan duidelijk gemaakt dat de ontsluiting van Noordoost-Fryslân van cruciaal belang is voor de economische ontwikkeling van het gebied. Innovatief ondernemen en duurzaamheid zijn de sleutelwoorden in 2030. De Vries: ,,Deze regio moet tijdig inzien dat een krimpende bevolking geen bedreiging hoeft te zijn. We moeten ons nu al bezinnen op onze toekomst en zelf het heft in handen nemen.’’

Tijdens het ondernemerscongres geeft gedeputeerde Piet Adema zijn visie op het plan. Henk Stam van het Dockinga College vertelt meer over de Gouden Driehoek. Vervolgens is er een discussie met de aanwezigen. Tot slot treedt Teake van der Meer op met het programma ‘Noordoost Friesland in beweging’ en tijdens de netwerkborrel zorgt Irish Stew voor de muziek.

Met dank aan Klasina van der Werf en de Nieuwe Dockumer Courant