Tagarchief: ftth

Scandinavische breedbandmodellen

Werkbezoek aan OpenNet

Deze week kwam ik terecht in Harderwijk, op werkbezoek bij OpenNet. Ferenc Jacobs had een aantal beleidsambtenaren van Noordoost-Friese gemeenten, consultant Marc Crolla, een gedeputeerde plus assistent en mij daarvoor uitgenodigd. Ferenc stelt zich ten doel met behulp van crowdsourcing en –funding een Friese beweging naar FttH op gang te brengen.

Geheimzinnige techniek, althans voor niet-techneuten. Foto Marc Crolla.

Hij liet zich tijdens ons werkbezoek ondersteunen door de OpenNetters Menno Wiersma en Eric Mol. Zij brachten een boeiend verhaal over openheid van glasvezelnetten, Scandinavische modellen en de haalbaarheid daarvan voor de Nederlandse situatie. Met het werkende laboratoriummodel van Schuuring Harderwijk lieten zij zien hoe de beodigde technologie eruit ziet, van servers, Network Operation Centre, backbones, tot last mile glasvezel en modems.

Regionale verglazing

De Noordoost-Friese kabelaar Kabelnoord – dat zijn wij dus – spant zich momenteel zeer in voor verglazing van alle huidige coaxaanslutingen. Dat streven zal zich waarschijnlijk tot het huidige netwerk beperken. Misschien is voor buurgemeenten – waar geen regionaal opererend nutsbedrijf ter beschikking staat –  PPS-participatie een goede oplossing.  Zeker als je dat aanvult met abonneeparticipatie, kapitaal uit de markt en Europese gelden – die de Zweden en Finnen in elk geval makkelijk binnen lijken te kunnen halen. De NO-Friese ambtenaren en de gedeputeerde waren duidelijk gecharmeerd van deze gedachte.

Brussel

De naam van Dirk van der Woude schoot me weer te binnen. Dirk is beleidsambtenaar bij de gemeente Amsterdam. Hij gaat daar over de glasvezelaanleg. Zijn opmerkingen tijdens de glasvezelavond van D66 in Leeuwarden, waar ik in januari als panellid bij zat, zijn bij mij blijven hangen. Naar aanleiding van de kwestie van al dan niet terechte staatssteun aan breedbandinitiatieven stelde hij over ‘Europa’ onder andere:

“Het ligt er maar net aan met wie je spreekt in Brussel, en hoe je je verhaal daar vertelt!”
Het kwam erop neer, dat het helemaal niet zo onmogelijk is voor lokale overheden, om deel te nemen in glasvezelprojecten. Dat bewijst de gezwinde aanleg van FttH, die momenteel plaatsvindt in de gemeente Amsterdam.

Daarom hoop ik binnenkort met Jan Walburg op audiëntie te kunnen komen bij de lobbyiste voor de SNN, Tytsy Willemsma. We willen de markt verkennen voor Jan’s nieuwe project Smart Caring Rural Societies. We willen dan ook aan haar vragen welke wegen er in Brussel te bewandelen zijn,  richting daadwerkelijke glasvezelfondsen. Misschien brengt dat de regio verder.

Moeizame projecten en transsectorale vraagstukken

De Friese toekomstscenarist Klaas Sietse Spoelstra vroeg me of ik niet een paar praktijkvoorbeelden kon noemen van ‘moeizame projecten’ en ’transsectorale vraagstukken’. Heel veel zin om hier onze zwaarst mislukte projecten te noemen heb ik niet; die staan heus wel ergens in dit weblog gedocumenteerd. Wie daar meer van wil weten raad ik aan om ze zelf maar te gaan opzoeken. Voor vandaag beperk ik me tot een paar voorbeelden van zaken die wel moeizaam, maar niet hopeloos bleken te zijn.

Breedband in rurale gebieden

Glasvezelnet Kabel Noord 2010
Glasvezelbackbone Kabel Noord 2010

Juist de meest perifere of rurale gebieden hebben het meest profijt van een snelle breedbandverbinding. Maar vooral die gebieden staan achter in de rij, juist daar is het investerings- en exploitatiemodel het meest moeizaam.

Toch beschikken ook deze regio’s over de gereedschappen om tot opschaling en versnelling te komen. Ook hier bevinden zich leveranciers, afnemers, lokale en regionale overheden en investeerders. Er is echter meer eensgezindheid en beleidsfocus nodig dan in stedelijke gebieden. Aan deze voorwaarden kan voldaan worden door transsectoraal samen te werken en gebruik te maken van de sociale cohesie die een rurale samenleving eigen is.

In Scandinavië is een aantal goede voorbeelden te vinden. Boeren in Zweden graven zelf de geul voor hun glasvezelaansluiting: Fiber to the Farm. In Denemarken bouwen en beheren bewonerscoöperaties hun eigen digitale netwerk; bijvoorbeeld in de Jutlandse gemeente Vejen.

Lees verder Moeizame projecten en transsectorale vraagstukken

Glasvezel, overal in Friesland

Overheid mag en moet mee-investeren

Dit pand krijgt een glasvezelaansluiting.De Friese CDA-Statenfractie vindt dat er meer glasvezel moet worden aangelegd in Friesland. Ik citeer de site van de Leeuwarder Courant van vandaag: "Bedrijfjes die afhankelijk zijn van hoogwaardige internetverbindingen kunnen zich dan in dorpen vestigen."
Friesland dreigt de boot te missen, aldus de fractie. De krant nog een keer: "Aanleg van kabels is in dunbevolkte gebieden extra duur, waardoor kabelmaatschappijen er minder investeren."

Natuurlijk gebeurt er al het één en ander in deze provincie. De Friese Glasvezelring is daar een voorbeeld van. Deze Fryslânring zorgt dat bedrijven en organisaties worden voorzien van zakelijke glasvezelverbindingen. Goed werk, maar deze coöperatie is vooral een vraagbundelaar en aanjager. Wie gaat er daadwerkelijk glasvezel aanleggen?

Juist in Noordoost-Friesland beschikken de gemeenten over een eigen kabelbedrijf. Juist daar kan Friesland een begin maken met zo’n provinciaal glasvezelnet. Niet alleen "to the business",  maar naar elk huishouden: ‘fiber to the Home’.

Voor het aansluiten van alle bedrijven, instellingen en huishoudens is er meer nodig dan fracties die dat willen en bestuurders die dat hopen. Dan zullen overheden zich actiever moeten opstellen dan zij nu doen. Europese regelgeving heeft de deur onlangs op een kier gezet voor lokale overheden die mee willen investeren in digitale infrastructuur. De mogelijkheden die Brussel biedt liggen juist in perifere gebieden waar de ‘markt’ te weinig initiatief neemt.

"Geen enkel probleem", verklaarde de nieuwe Eurocommissaris Neelie Kroes over financiële deelname van de provincie Limburg in een vergelijkbaar project. Maar dan moet het wel over een open netwerk gaan!

Zie ook:
Politici bezoeken Kabel Noord
Overheid spil in ontwikkeling Breedbanddiensten

Meer over glasvezel

Politici bezoeken Kabel Noord

Een goed idee van de Statenfractie van de Christenunie. Het was voor het eerst, dat politici zichzelf op deze wijze bij ons hadden uitgenodigd. We ontvingen hen graag!

Werkbezoek Statenfractie Christenunie aan kabel Noord. Foto: Tienke Stellingwerf-Bloem

Werkbezoek Statenfractie Christenunie aan kabel Noord. Foto: Tienke Stellingwerf-Bloem

Niek Geelhoed gaf de statenleden een toelichting over de geschiedenis en positie van Kabel Noord als gemeentelijk nutsbedrijf. Over de glasvezelontwikkelingen in Friesland zei hij: "Die stagneert. Het is heel belangrijk dat een regionale overheid faciliteert, regisseert en misschien wel mee-investeert."

Hoezeer je als regio ook investeert in fysieke infrastructuren, je zal altijd te kampen hebben met je perifere ligging. Als je verder kijkt dan de ‘oude’ economie, dan zie je dat in de ‘nieuwe’ economie afstanden en locaties niet meer tellen. Het maakt niet uit waar een digitale winkeletalage zich bevindt. Niet alleen investeren in asfalt en bakstenen dus. Een zo breed mogelijke digitale snelweg biedt met name het perifere platteland nieuwe kansen.

De politici namen kennis van actuele breedbanddiensten als videovergaderen en thuiszorg op afstand met beeldtelefoons, zoals bijvoorbeeld NijFinster BV die uitvoert bij thuiszorgorganisaties en andere zorginstellingen.

Beeldtelefoon

De fractie vond het bezoek geslaagd en dat vonden wij ook. 
Wij konden laten zien wat ons bezighoudt. Misschien zou zo’n politiek werkbezoek vaker moeten plaatsvinden. De kritische vragen van de statenleden helpen ons om onze visie helderder te krijgen.

Foto’s: Tienke Stellingwerf-Bloem

Verslag op website RTV NO-Friesland

Overheid spil in ontwikkeling breedband

Breedband en de plattelandsparadox

De laatste weken was een deel van de postings die ik in dit blog plaatste gewijd aan artikelen die door anderen waren geschreven. Dat mag ook best, maar het moet geen gewoonte worden. Om het af te leren, hier een opiniestuk dat vrijdag 29 januari verscheen in het Friesch Dagblad. Ik geef het graag weer, omdat het bij het Dagblad niet op de website terecht komt. Het is geschreven door Niek Geelhoed, directeur Kabel Noord.


Digitaal Masterplan voor een leefbaar platteland

 
Het platteland is een fantastische omgeving om te wonen. Rust en ruimte in overvloed, schone lucht, geen files, actief verenigingsleven en nabuurschap. Waarom praten we dan toch zo vaak over de problemen van het platteland? Dit heeft te maken met de afname van het aantal bewoners van het platteland en vooral de uitstoom van jongeren aan het begin van een beroepscarrière. Als dat doorzet, brokkelt het economisch draagvlak af, met als uiteindelijk gevolg een ontvolkt en bijna onleefbaar platteland. Lagere overheden worstelen hier mee en zoeken naar oplossingen. Dit stuk gaat over één van de oplossingen.
 
Werk en voorzieningen
 
De nadelen van wonen op het platteland hebben vaak te maken met de factor afstand. Afstand is dan ook de keerzijde van rust en ruimte. De grote afstand tot werk en voorzieningen brengt velen er toe te verhuizen naar elders.
 
Om de tendensen te keren, moet het beleid zich richten op de factor afstand. Dat kan door ofwel hier de afstand tot werk en voorzieningen weer te verkleinen ofwel het belang van de factor afstand te laten afnemen.
Dat eerste is tegen alle economische tendensen en dus lastig. Dat tweede lijkt nog moeilijker, maar is toch de sleutel tot de oplossing. Want in de digitale wereld speelt juist de factor afstand geen rol meer. Informatie, de belangrijkste grondstof voor de kenniseconomie, is via het Internet op het zelfde moment overal ter wereld beschikbaar. In de interneteconomie kan een bedrijf overal concurreren en zich daarbij overal vestigen. Dus ook op het platteland. Voor deze bedrijven zijn vestigingsfactoren als de aanwezigheid van goed personeel belangrijk, maar ook goedkope grond en een prettige omgeving, naast uiteraard snelle verbindingen.
 
Voor een deel geldt het zelfde voor voorzieningen. Steeds meer diensten zijn via internet te regelen en door slimme logistiek overal te brengen. Natuurlijk blijft de fysieke aanwezigheid van een dokter of een bushalte noodzakelijk. Maar ook voor voorzieningen kan het belang van de factor afstand een stuk worden teruggebracht, met als gevolg een verbetering van de leefbaarheid van het platteland. Dat kan bovendien werkgelegenheid brengen, want ook voorzieningen op afstand kunnen immers overal worden gebracht.
 
En dit geldt ook voor medewerkers. Veel werknemers gaan nu al steeds meer de files vermijden door delen van de werkweek vanuit huis te werken. Vergaderingen worden via telefoon of webcam afgehandeld, er kan gewoon op de computer van de zaak gewerkt worden. Werktijd en -plaats worden steeds flexibeler.
Hierdoor wordt een steeds groter deel van de (werk)week thuis doorgebracht. Dan bepaalt de woonomgeving weer veel meer de woonplaatskeus. En omdat het platteland de prettige woonomgeving voor velen is, kan daarmee de negatieve tendens worden omgebogen.
 
De Plattelandsparadox
 
De werk- en woonomgeving moet dan wel aan één voorwaarde voldoen: de aanwezigheid van goede verbindingen. En daar stuiten we op een probleempje. Die snelle verbindingen zijn er vaak niet. In de stad meestal wel, maar op het platteland ontbreken ze doorgaans geheel. Hoe komt dat?
 
In Nederland wordt de digitale infrastructuur beheerd door marktpartijen. Zij zullen pas in snelle verbindingen (breedband) investeren bij voldoende rendement. Logisch, maar gevolg daarvan is dat een deel van Nederland nu en in de toekomst niet (voldoende) wordt bediend. Dat is zeg maar het “onrendabele deel” van ons land.
En laat dat deel nou net op het platteland liggen! Hogere aanlegkosten en minder klanten zorgen voor investeringsberekeningen met een negatief resultaat. Dus geen investeringen. Weg mooie kans!
 
Dit is een paradox: de maatschappelijke revenuen van goede verbindingen zijn op het platteland per inwoner groter dan in de stad, maar de economische revenuen zijn kleiner en daardoor komen ze er niet. Jammer maar helaas.
 
Tenzij…
 
Er is één partij die deze paradox kan doorbreken: de lokale/regionale overheid. Deze heeft belang bij een moderne infrastructuur, die inwoners kan vasthouden door werk naar de werkers te brengen in plaats van andersom. Een actieve overheid helpt daarom marktpartijen om het platteland wèl aan te sluiten. En helpt tevens Neelie Kroes om haar doel te bereiken in haar nieuwe baan: alle Europeanen in 2013 aangesloten op breedbandinternet.
 
Wat kunnen de overheden zoal doen om de achterstand van het platteland om te buigen in een voorsprong? Een greep uit de mogelijkheden:
Het gebruik van verbindingen stimuleren door zelf in het goede voorbeeld te investeren en aanverwante sectoren daartoe te inspireren. Technologieneutrale subsidies geven op het onrendabele deel van de investering. Leningen tegen gunstige voorwaarden beschikbaar stellen. Samen met bijvoorbeeld pensioenfondsen een participatiefonds oprichten. Bedrijven en inwoners mobiliseren om via gezamenlijke aanleg tot lagere kosten te komen. Kennisintensieve starters faciliteren, enz, enz.
Er zijn instrumenten zat. En Neelie in Brussel juicht elk initiatief toe, wanneer maar duidelijk is dat de marktpartijen het laten afweten. Het kan en daarom draait het dus vooral om visie en politieke moed.
Natuurlijk, het kost wat geld, maar dit zou wel eens een goedkope en duurzame manier van plattelandsontwikkeling en krimpbestrijding kunnen zijn.
 
Overheden hebben al eeuwen de taak te zorgen voor belangrijke infrastructuur. Het is op zijn minst kortzichtig om daarbij alleen aandacht te geven aan de infrastructuur van de vorige eeuw en die van deze eeuw grotendeels te negeren.
Het platteland biedt vele mogelijkheden, die met een tegendraads en visionair overheidsbeleid benut kunnen worden. President Obama heeft dat begrepen en een “Broadband Roadmap” gemaakt. Het wordt tijd dat ook wij een Digitaal Masterplan voor ons platteland maken. En waarom gaan we daar in Friesland niet mee beginnen? Yes, we can!!


Niek Geelhoed is directeur van Kabel Noord te Dokkum.