Maandelijks archief: januari 2011

The Internet of Humanity

Al op 13 januari gunde Max Vijftigsschild mij de primeur. De directeur van de Friese Internetacademie kwam ik tegen tijdens het symposium van het Friese innovatiefonds Fryslân Fernijt. In dank heb ik me beperkt tot een enkele tweet, want tenslotte ben ik slechts een amateurjournalist. Op 12 januari miniblogde ik: “De internettende wasmachine van de Friese Internetacademie is intussen een feit.”

Internettende wasmachine

De primeur was voor mij, omdat de innovatieafdeling van het Dokkumer Kabel Noord een klein bijrolletje heeft kunnen spelen. Dankzij de Powerlineadapters die we over hadden van het IPTV-project Gamenations kon de proefmachine snel en gemakkelijk gekoppeld worden aan het internet.

Daarna was het even stil, totdat Vijftigschild een persbericht verzond. Het nieuws over de uitvinding werd deze week opgepikt door de Leeuwarder Courant en Omrop Fryslân, zie onderaan dit bericht. Vijftigschild zelf zegt hierover: “Het idee van een slimme wasmachine is al drie jaar oud. Dit semester diende zich een afstudeerder aan, Jorrit Praamsma. Hij wilde het project graag uitvoeren. Het is gerealiseerd met open source hardware en software. De basisgedachte is ketenomkering. Het energiebedrijf zet de wasmachine aan op het moment dat de energieprijs laag is.”

In deze tijd van Smart Grids en het Internet of Things ligt een zelfdenkende en internettende wasmachine voor de hand. Vijftigschild zelf spreekt over Web 3.0.

Onderweg naar morgen

Helemaal geen gekke gedachte, vind ik. We begonnen met Web 1.0, het Internet van de Techneuten. Daarna ontstond Web 2.0, het Internet of People. Via Internet of Things voorzie ik dat er over een jaar of dertig een Internet of Humanity is ontstaan. Wij zullen desgewenst een USB-stick in ons oor steken. Daarmee staan wij in permanente verbinding met het web. Van tijd tot tijd zal ons individuele bewustzijn deel uitmaken van een overstijgend, wereldwijd en gemeenschappelijk bewustzijn. De som van 1 + 1 zal meer zijn dan 2.

Het is duidelijk dat we in een tijdperk van overgang leven. Deze maatschappelijke transitie is minstens zo ingrijpend als de overgang van een jagend naar een sedentair bestaan, de uitvinding van het schrift of de industriële revolutie.

Het nieuwsbericht van Omrop Fryslân:

Van Knipsels innovatienieuws

Achteloze delete van webarchief

Het Volkskrantblog gaat uit de lucht, kregen wij bloggers onlangs te horen. Naar nu blijkt heeft de vaste redactie van de papieren krant altijd met dédain neergekeken op al die onopgeleide, onbetaalde en ondeskundige bloggers op dit VKblogpodium.

Dat beeld wordt niet alleen bevestigd door het korte en onverschillige e-mailtje dat ik onlangs ontving van hoofdredacteur Philippe Remarque. Vandaag wist ik dat zeker, na lezing van de wekelijkse column van Thom Meens, de normaal gesproken altijd redelijke en empatische ombudsman van de Volkskrant. Hij is blij dat hij van de bloggers af is. Ik vind het een beetje gemakkelijk hoe Meens de schrijfsels op het vkblog als ‘bagger’ kwalificeert. Ik voel me aangesproken en misschien zelfs enigszins beledigd.

Nee, wat Meens stelt is juist: zelden of nooit verscheen er nieuws uit het vkblog in de reguliere krant. Was het niet nieuwswaardig of niet lezenswaardig? Nee, de krantenredactie nam niet de moeite om naar de parels te zoeken, laat staan dat de redactie zou weten hoe die te vinden.

Enfin, dat gedoe met het vkblog leidt alleen maar af. Ik wil er helemaal niet mee bezig zijn. Helaas blijft dit aandacht opeisen; ik vind het lastig dat m’n online archief vernietigd wordt, door de verdedigers van ’t vrije woord nog wel.

Het verhaal van Thom Meens


Uiteraard verschijnt dit blogje ook op mijn andere podium, dat ik eigenlijk altijd had bedoeld voor mijn engelstalige teksten. Tja, hoe lang dit vkblog er nog is blijft zeer twijfelachtig.

Make haste, slowly

Het geheim van Terneuzen

ONDERWEG EN TOCH THUIS

De man van de nieuwe wethouder in Harlingen zit ook op Twitter. We hebben laatst samen koffie gedronken in Hotel Zeezicht. “Je moet eens bij ons langskomen,” zei Conny van Gremberghen, journalist van beroep. Niet veel later vind ik mezelf terug in een viersterrenhotel in Terneuzen. Inderdaad, van het een komt het ander.

In de eetzaal van het hotel kijk ik uit over de Westerschelde. Het zicht op het langzaam in het avondduister verdwijnende grootscheepse vaarwater ontdooit mijn oude zeemanshart. Het maakt me dichterlijk. Ik zit toch alleen aan tafel; het personeel is voorkomend maar afstandelijk, zoals te verwachten is in een net hotel. Alleen het twitterpubliek houdt me gezelschap. In hoog tempo stuur ik twichten het internet op.

“De bakens blinken, groen en rood. Op de Westerschelde vaart een boot. Het hotelmenu is best gezond. Dus ik tweet dat in het rond. “
“Schepen in de Scheldenacht. Hun lichten als rivieren. Ze varen langs, als verdwaalde dieren, vol verborgen dieselkracht.”
“Met zoveel virtuele eetgenoten, smaakte ook de zeebaars goed. Het geeft me voor ’t toetje moed. Op de Schelde varen nog steeds die boten.”

Het Sinterklaasrijm doet pijn aan de oren, maar enfin, dit houdt me even bezig.


Ongelooflijk uitzicht over de Westerschelde vanuit het balkon van het Terneuzense gemeentehuis.

Lees verder Het geheim van Terneuzen

Volkskrantblog, toch bedankt

Vier jaar en ruim zevenhonderd berichtjes verder is het nu bijna voorbij.  Ooit koos ik voor het platform, vanwege het innovatieve karakter. Welk ander traditioneel medium gaf al in 2005 zijn lezers de kans om méé te schrijven aan de krant? Web 2.0 avant la lettre was het.  Volkskrantblog, bedankt!

Het was een gewenningsproces voor me. Als beginnend blogger vond ik het bar spannend, die wereldwijde publicatie van mijn gedachten. Stel je voor dat iemand het leest! Bijna gênant. Het zou aanvoelen alsof ik een blozende tiener was, die in de klas werd betrapt met een liefdesgedicht.

Naarmate het aantal roerselen steeg, nam de gêne af. Dat moest ook, want hoe word je anders ooit een schrijver? Volkskrantblog, bedankt!

Voor het medium koos ik ook, omdat de zoekmachines al die blogjes van de Volkskrantsite zo goed konden vinden. Die drempel had ik genomen: het maakte me op zich niet zoveel uit of het gelezen werd, maar als ik toch aan het schrijven ging, dan maar liever voor een zo groot mogelijk publiek.  Nou, dat was er. Volkskrantblog, bedankt!

Dus dit afscheid is er een in dank en met een klein beetje weemoed. Ondanks de onaardige brief van de hoofdredacteur die ik deze week ontving. Die brief, die door Philip Remarque aan mij en aan alle andere duizend zoveel volkskrantbloggers was gestuurd. Net in functie en dit was zijn eerste wapenfeit. Au, dat deed pijn.

De stekker ging eruit, op 1 maart al. Tja, zei Philip Remarque, de redactie kon er nu eenmaal niet de benodigde aandacht aan schenken. Tja, dacht ik, het zal wel te duur zijn geworden. Tja,  dacht de redacteur waarschijnlijk, het is crisis. Tja, dacht ik,  had je niet even kunnen overleggen? Had je misschien op zijn minst “sorry!” kunnen zeggen? Tja, dacht Remarque, misschien kunnen we al die honderden berichten die iedereen de laatste jaren heeft geschreven wel migreren naar een andere site? Tja, dacht ik, misschien had je daar van te voren even beter over na kunnen denken? Verdorie!

Ach ja, het zijn de hard feelings die wel vaker de kop opsteken bij een afscheid. Maar dat is maar voor even. De wereld draait door, het overzetten van de berichten naar een andere website zal op één of andere manier wel lukken, de krant zal nog wel – even – blijven bestaan. Dus we kijken terug op de zegeningen die het ons bracht. Volkskrantblog, bedankt!

Het glas is altijd half vol.