Henk van Hesteren: Goed Leven

Vorige week overleed mijn vader. Elk uur sterven er wel duizend vaders, maar dit keer was het de mijne – en die van mijn broer Marnix. Hij was het die de volgende woorden sprak tijdens de uitvaartplechtigheid:

Henk van Hesteren in 1980.

Henk van Hesteren: hij is mijn vader, geboren 28 maart 1924 te Warmenhuizen. Slechts enkele uren voordat hij naar een verzorgingstehuis zou gaan kwam hij ten val in zijn eigen woning. Hij brak daarbij heup en schouder. Helaas bleek na de operatie, dat hij een klaplong en ook een longontsteking onder de leden had. Eten en drinken deed hij sindsdien nauwelijks meer. Na 87 jaar en een kort ziekbed van negen dagen blies hij op woensdag 6 juli zijn laatste adem uit, nota bene op de verjaardag van zijn eigen vader.

Ondanks de triestheid van deze situatie troosten we ons met de gedachte dat hij een lang en goed leven achter de rug heeft. Hij is opgegroeid in goed en warm nest, binnen een gezin van negen . kinderen. Zijn vader was huisarts te Warmenhuizen, vlak boven Alkmaar. Henk was de zoon van een dorpsdokter. Dat schiep voordelen.
Henks’s leven verliep in die periode voorspoedig, en kende weinig tegenslagen. Alhoewel, met zeven ambitieuze en welbespraakte zussen viel het niet altijd mee.

Canisiuscollege

Na de lagere school viel er lokaal weinig meer aan onderwijs te halen in het boerendorp. Op twaalfjarige leeftijd ging hij het huis uit. Het hogere doel was om in de voetsporen van zijn vader een goede opleiding te genieten. Daartoe hadden zijn ouders gekozen voor het Nijmeegse Canisiuscollege. Deze ideale vorm van onderwijs, tussen de jezuïetenpaters beviel hem echter voor geen meter. Na een jaar of vijf, midden in de oorlog, pakte hij de trein naar Amsterdam. Oorlog kan lang zo erg niet zijn als het Canisius.

Na het Gymnasium, en pas na de oorlog, ging hij medicijnen studeren. Die studie doorliep hij met gemak. Henk beschikte over een goed geheugen, dat maakte het leven voor hem gemakkelijk. Bizar te zien dat juist dat geheugen later zijn ondergang zou worden.

Aan charme ontbrak het hem niet. Geen idee of hij zich daar zo bewust van was. Of hij “van de meisjes” net zo veel aandacht kreeg als van zijn zussen weet ik niet, maar nog tijdens zijn studie, het is november 1948, liep hij mijn moeder tegen het lijf, tijdens een studentenfeestje.

Ik ben hem helaas vergeten te vragen wat de eerste indruk was, die zij op hem maakte. Maar hij vond haar vast wel erg aardig. En waartoe deze ontmoeting uiteindelijk zal leiden, kan hij dan nog niet voorspellen. Nog geen week later, in het Amsterdamse Concertgebouw, zat hetzelfde meisje in een stoel achter hem. Hee dat is toevallig: “Ken je me nog, ik ben het, Elsje Borgen!”

Els veranderde zijn leven. Er waren wat religieuze tegenstellingen, waar ze overigens zelf geen boodschap aan hadden, maar zijn ouders wel. Dus na een serieuze en verplichte poging katholiek te worden, mocht Els met Henk trouwen, in 1953. Hij was toen net klaar met zijn studie, 29 jaar oud.

Amersfoort

De dienstplicht volgde, te Amersfoort. Als kapitein-medicus leidde hij koningin Juliana nog rond op de kazerne. Maar belangrijker was de geboorte van zijn eerste kind, mijn broer Gijs. Henk wilde huisarts worden. Die ambitie erfde hij van zijn vader. Een huisarts heeft wel praktijkruimte nodig, maar liever niet in de buurt van Opa Gijs. Teveel controle; een beginnend arts heeft immers alle vrijheid nodig.

Hij heeft een jaar gezocht naar een huisartsenpraktijk. Het is november 1954, als hij na een tip van Toon Kortooms (schrijver van Brabantse streekromans) kan starten in Budel. Dat is bijna op de Belgische grens en dik 200 km van Warmenhuizen af. Lieve Henk, dat is wel erg ver van Opa Gijs.
Begrijp me niet verkeerd, hij hield van zijn vader.

Brabant, Budel

Ging dan alles voorspoedig in zijn leven? Nee, Budel voldeed niet aan de verwachtingen, althans niet aan de financiële verwachtingen. Alles was immers anders toen, we hebben het over eind jaren vijftig, begin zestig. Een huisarts kreeg betaald per patiënt, en daar had hij er net te weinig van. Dus met dat inkomen wilde het niet opschieten. Wat was er wel leuk aan Budel ? Ik ben er geboren, zijn tweede zoon.

Het te krappe inkomen, in combinatie met een af te lossen investering dwong mijn ouders naar iets anders te zoeken. Wat ging het worden ? Hij moest keuzes maken. Een andere praktijk in Zeeland (Rilland Bath)? Het aanbod om ziekenhuisdirecteur te worden (Weert)? Of een opkomende discipline: een post-doctoraal studie sociale geneeskunde? Budel versterkte zijn sociaal gerichte instelling en de keuze viel als vanzelf op die studie natuurlijk. Het is inmiddels 1962. Henk wil bedrijfsarts worden in Breda.

Breda

Een nieuwe fase in zijn leven. Het gezin verhuisde naar een Pippi-Langkoushuis. Het was een oud huis, maar we voelden ons happy in villa Kakelbont. Let wel, het was 1963, met een erg koude winter…..
Maar in zijn nieuwe baan bij de Bedrijfsgeneeskundige Dienst te Breda kon hij zijn sociaal gerichte ambities uitleven. Bedrijfsgeneeskunde was – zeker toen – nog baanbrekend werk. Weinig fabrieken die zich op dat moment bezig hielden met lawaai, veiligheid, stof. Hij wel, hij ging de wereld veranderen. In mijn beeldvorming was hij daar ook goed in. We zouden nu zeggen: “Arbeidsomstandigheden zijn zijn ding”. Hij ergerde zich aan de roofbouw op productiemedewerkers, hij durfde het gevecht aan met de directie van grote fabrieken. Met zijn charme, intelligentie, en uitstraling wist hij nog resultaat te boeken ook.

Die bedrijfsgeneeskundige dienst te Breda, nu de arbodienst, was lange tijd zijn passie. In dezelfde periode was mijn vader ook consultatiearts bij de Rutgers Stichting. De stichting was gespecialiseerd in sexuele voorlichting, geboortebeperking en alles wat met sexuologie te maken had. Een functie waar menig gyneacoloog jaloers op zou zijn.

Maar in 1984 was Henk blij met de VUT te kunnen. Hij had er toch genoeg van. Op zestigjarige leeftijd ging hij met pensioen. Die luxe kan de maatschappij zich nu niet meer veroorloven.

Frankrijk

De laatste passie van mijn ouders was het huis in Frankrijk. Gelukkig een jaar geleden verkocht, in 2010. Daar hebben zij zeker 25 jaar gewoond. Het zijn mooie jaren, maar ver weg van Nederland. We zijn er vaak geweest. Achteraf voelt het als niet vaak genoeg. Maar hoe vaak moet je iets doen voordat dit “iets” genoeg is?

Die sociale betrokkenheid schudde hij pas laat van zich af. Helemaal stoppen als arts kon hij namelijk niet. Hij hield van zijn vak. Jarenlang was hij ook Margrietdokter. Niet degene die in het blad de vragen publiceerde, maar wel beantwoordde hij de ingezonden brieven persoonlijk. Totdat zijn medisch archief gestolen werd uit zijn auto. Vlakbij ons huis, in 1993. Nog lang hebben we ons afgevraagd wat die junk met dat archief gedaan heeft. Waarschijnlijk ligt het nog ergens bij Artis op de bodem van de gracht.

Amsterdam

Sinds zeker zeven jaar wonen mijn ouders nu al in Osdorp. Het bracht ons nader tot elkaar. Het was een goede keuze om bij ons in de buurt te komen wonen. Een huis in Zeist, Leiden, of Brabant vonden Shirley en ik geen optie. Te ver weg van Amsterdam. Mijn ouders vonden het fijn om bij ons thuis te zijn, om van Shirley’s keuken te genieten. Zij verbaasden zich over de snelheid en variatie waarmee het eten geserveerd werd. Vaak smulden ze uitgebreid van de Surinaamse gerechten . In zijn verwardheid van de laatste jaren dacht mijn vader dat ik al dat lekkers op tafel getoverd had.
“Marnix wat heb je weer lekker gekookt!” Maar Shirley had niet alleen de boodschappen gedaan , ook had ze de gerechten bereid. Ik dekte alleen de tafel.

Alzheimer

Die verwardheid, Altzheimer, voelde hij als arts aankomen, hoe kan het ook anders, die zelfdiagnose was als arts niet moeilijk te trekken. Wij merkten er niet zoveel van, behalve dat hij wel moeite had met namen. Onze dierbare oudste zoon Asintho gaf hij jaren lang de naam van een mooie bloem, Hyacintho. Hoewel dit mij soms irriteerde hadden we daar ook wel lol in. We begrepen goed dat hij geen 26 meer was. Het leidt vaak tot hilariteit.

In Frankrijk vergat mijn vader een keer dat we in zijn huis logeren. Zo liep hij vroeg in de ochtend Shirley tegen het lijf. “Henk, je loopt naakt rond!” Wat hebben we gelachen. De serieusheid van zijn Altzheimer bemerkte ik pas een jaar of drie geleden. Hij bestudeerde nogal vaak artikelen in de medische bladen en op Internet. Ik probeerde hem een hart onder de riem te steken: “Er is niks aan de hand met je, hoor!”
Maar hij wist wel beter….. en ik zag hem bezorgd kijken. Hoe ver is de wetenschap met deze ziekte, vroeg hij zich af. Hij had ontzag voor de wetenschap, Maar of ze al zó ver zijn?

Mijn vader verbaasde zich over allerlei uitvindingen; vaak waren het kleine dingen die zijn enthousiasme opwekten. Hij hield van gadgets en zijn vrouw vond het allemaal best (ruimte genoeg). Hij verdiepte zich in filosofie, als wetenschap. Abstracte zaken nam hij graag met een korrel zout. Theorieën zijn leuk , maar het moet wel bewijsbaar zijn. Het artsenberoep paste dus erg goed bij hem.

De dood

Misschien was hij daarom wel zo bang voor de dood. De dood is zo ongrijpbaar, zo abstract. Zijn vrouw, Els, maakte van die dood een wetenschap. Een kast vol boeken verzamelde ze. Ze wilde hem iets belangrijks duidelijk maken. Ze wilde hem van zijn angst afhelpen. De boeken zijn het bewijs . Ze tonen aan dat het wel goed zit met die dood.
“Je gaat helemaal niet dood, Henk! Je leeft gewoon verder in een andere dimensie”.
Hij ondersteunde zijn vrouw in haar theorieën en haar literaire bewijzen . Nou ja, hij sprak haar in ieder geval niet tegen. Dat was lief van hem.

De laatste jaren waren zwaar voor hem, én voor zijn echtgenote. Hij zag de dementie ook aankomen. De verbanning naar een verzorgingstehuis was een grote angst voor hem. Tot het laatst toe wist mijn moeder hem bij zich te houden. Ik weet niet zeker of hij dit die bewuste maandag, toen hij zijn botten brak, zo beleefde, maar blijkbaar moest het zo lopen, dat tehuis is hem dus bespaard gebleven.

Toch had ik hem nog wel willen meemaken daar. Dat tehuis is het neusje van de zalm. Geen duffe meubelen of perzische tapijten, maar een heus IKEA interieur met kookeiland en een echte eigen kamer . We concludeerden onlangs al: hij heeft langer van zijn pensioen genoten dan salaris ontvangen. Jazeker: “Je hebt het niet slecht gehad”.

Dit biedt troost. Toch valt het afscheid erg zwaar voor mij. Ik zal hem dus missen, veel eerder dan ik kon vermoeden. Hij was een lieve man . Nooit een dubbele agenda. Hij was er voor mij, voor Gijs. Hij was er voor zijn vrouw. Hij maakte zich altijd zorgen om ons. Dat was zijn natuur. Zijn vertrek, dat proeft toch zuur.

Tekst: Marnix van Hesteren,
11 juli 2011

Fotobewerking: Inge van Hesteren

4 reacties op “Henk van Hesteren: Goed Leven

  1. Hallo Marnix,

    Hoorde gisteravond bij zoon Keimpe dat hij gehoord had dat je vader overleden was. Heb meteen vanochtend cptr. aangezet om daarvan de bevestiging te krijgen en je schitterende verhaal gelezen. Kreeg een prachtige indruk van hoe zijn leven verlopen is ………

    Ik condoleer jou je broer Gijs, jullie echtgenotes, kinderen met het verlies van je vader.

    Door familieomstandigheden hebben we elkaar helaas uit het oog verloren, doch ik wil jullie allemaal toch even laten weten dat ik Henk altijd een bijzonder aardig mens heb gevonden.

    Sterkte allemaal en liefs van mij,

    Lieke.

  2. Dag Lieke, Marnix is even naar Bali en Java, dus namens hem – en namens mezelf! – dank ik je van harte voor je lieve woorden. Het is een mooi verhaal, dat mijn broer heeft gesproken. We hopen allemaal dat het goed met jou en de jouwen gaat! Groet, Gijs

  3. Hallo Gijs,
    Wat heb je dat alles prachtig beschreven!
    En wat ben ik blij, zijn levensverhaal te mogen lezen!
    Lang geleden is het, dat ik hem en Els heb gezien. We hadden contact in jullie tijd in Budel/dorplein. Henk was de controlerend geneesheer van mijn man. We hadden een kunsthandel in Weert en zo hadden we af en toe contact. Ik vond hem en ook je moeder interessante, lieve en hartelijke mensen.
    Toen je ouders in Frankrijk woonden, hadden Els en ik schrijfcontact. Lange brieven gingen van Duitsland naar Farnkrijk en vice versa.
    Enkele jaren geleden schreef ze niet meer en ik was bezorgd. Zou er iets met haar zijn? Ik heb toen naar Amsterdam een brief aan Marnix geschreven; ik wist jouw naam niet meer.
    Geen antwoord, wat beslist zijn reden zal hebben.
    Mijn vraag: zou ik haar nog eens kunnen schrijven? Ik vraag me af: hoe gaat het met haar en hoe verwerkt ze de dood van haar geliefde Henk?
    Een hartelijke groet, ook aan je moeder!
    Elly Janssen

  4. Beste Elly,
    Dank voor je leuke reactie. Ik zal bij Marnix en mijn moeder navragen hoe dat zit. Met mijn moeder gaat het weer best goed. De mantelzorg viel haar de laatste maanden zwaar. Maar het wegvallen van mijn vader is niet niks. Gelukkig heeft ze nog contact met hem gehad via de spirituele wereld. Zie mijn blog https://www.gijsvanhesteren.nl/2011/07/het-ganglicht-wordt-nog-steeds-uitgedaan/.
    Als je alvast iets zou willen schrijven aan mijn moeder, kan je dat ook via mij, per e-mail doen. Mijn mailadres zet ik liever niet in deze reactie, vanwege de kans op spam, maar je kan het vinden op http://www.festinalente.nl/contact/contactformulier.html.
    Met hartelijke groeten,
    Gijs

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *