Barsten in het partnerschap

De weg naar de toekomst is weerbarstig

In deze provincie Fryslân zijn we maar druk in de weer met het innoveren. Echter, wanneer je daar als kleine zelfstandige aan wilt meedoen, krijg je te maken met de praktijk. Daarin leidt bureaucratie soms tot een contra-innovatieve patstelling.

Een voorbeeld. Bij een recent projectplan bleek, dat de kleine ondernemers worden ‘gestraft’ voor hun kleinheid. ‘Grote jongens’ zoals hogescholen, clubs als TNO, Atos Origin, PWC of – vooruit dan maar, Kabel Noord – kunnen naar hartenlust innovatieprojecten indienen. Zij mogen dik betaalde werkuren stoppen in hun cofinanciering . Logisch, de ‘markt’ moet altijd eigen geld leggen naast overheidssubsidie. Dat is terecht, maar voor éénmansbedrijven, ZZP’ers en starters wordt het dan vaak moeilijk.

Brussel

Dat heeft te maken met de Europese bijdrage die vaak aan de innovatiefondsen ten grondslag ligt. Die Brusselse bemoeienis leidt tot strenge eisen. De provincie Fryslân kan er over meepraten. Op haar beurt moet het provinciebestuur aansturen op degelijke financiële onderbouwing. Subsidieaanvragers mogen voor hun werkuren daarom alleen daadwerkelijk gemaakte kosten opvoeren. Dus geen marktconform commercieel tarief, maar alleen brutoloon, vermeerderd met werkgeverslasten en een opslag voor kantoorkosten. In plaats van op een tientje of vier á vijf, of vooruit dan maar: pakweg 75 tot honderd euro voor adviesdiensten, komen ze uit op de helft.

Want voor zelfstandigen zonder personeel is het lastig. Zij moeten met hun jaarrekening van het jaar ervoor aantonen hoe hoog hun verdienste uit eigen bedrijf was. Tja, zij verdienen vaak al marginaal, maar hoe dient een ondernemer zijn belastingaangifte in? Hij maximeert zijn bedrijfskosten en minimaliseert zijn inkomsten, Daarmee voorkomt hij een hoge aanslag voor de inkomstenbelasting.

Hier werkt dat ineens averechts. Ze kunnen als cofinanciering maar een laag bedrag opvoeren – een tientje, twee tientjes per uur. In de praktijk betekent het, dat ze zich dubbel een slag in de rondte mogen werken om aan het vereiste bedrag te komen. Dat maakt het niet echt aantrekkelijk! Zo blijkt dat de ene afdeling van de overheid innovatie aanmoedigt, terwijl de andere (die van de financiën) dat belemmert.

Vanuit de klei

Eigenlijk is dat precies wat we niet willen. We proberen aan plattelandsinnovatie een duwtje te geven. Juist met ondernemers die met de voeten in de klei staan, als het even kan. Want moet de innovatie niet uit de samenleving komen? Werken aan samenwerking en vooruitgang mag niet het domein worden van een handvol doorgewinterde subsidiejagers (zoals ik misschien ben). Die mogen alleen een handje helpen, waar mogelijk.

Hier citeer ik zo’n kleine ondernemer, die recent zijn neus stootte: “Wij zijn zo langzamerhand op het punt aangekomen dat we geen heil meer zien in deze hele subsidieaanvraag. We krijgen het gevoel dat we de regie niet meer in eigen hand hebben. Door alle eisen van de overheid zijn we alleen maar bezig om het plan naar de subsidie toe te schrijven. Van het uitgangspunt dat we samen met een aantal partners een mooi idee gaan uitwerken is weinig meer over.”

En hoe spijtig is dat. Iedereen was in zijn hoofd bezig met manieren om zo’n plan te realiseren. Maar de voortgang gaat ongemerkt verloren, al die positieve energie wordt negatief, de tegenstellingen tussen de partners beginnen meer op te vallen dan de overeenkomsten. Helaas, er zit verschil in de ‘taal’ die we spreken, in de verwachtingen die we hebben en de kaders waarbinnen we moeten werken.

En dan de innovatiemensen van de overheid, maar ook de financiële specialisten daar. Zonder uitzondering wil iedereen meewerken. Helaas, er staan wetten in de weg, en praktische bezwaren. Het probleem is daarmee niet meer van ambtelijke of bureaucratische aard, maar het wordt een strategische, een politieke vraag .

Dit blog en een aantal reacties staan ook op de website van de Digitale Agenda Friesland

 


Hier de meest relevante reacties:

 

Reactie van Ferenc op 24 November 2011 op 0.18

Gijs, de spijker op zijn kop! Zou het hierom zijn dat het principe van crowdfunden aan populariteit wint? http://nos.nl/artikel/255180-crowdfunding-groeit-in-nederland.html
Prettig dat je aangeeft je in te willen zetten voor innovatie. Zou graag eens met je afspreken.


Reactie van Loes van der Til op 24 November 2011 op 9.36

Helder verwoord en spijker op de kop, Gijs. Aanvulling: omdat alle diverse partijen in een andere ’taal’ spreken ontstaat vaak verwarring. Wellicht idee om een brug te slaan tussen overheid, ondernemers en burgers. Als we 1 ’taal’ gaan spreken zullen trajecten wellicht soepeler verlopen. Hier ligt ook een uitdaging, lijkt mij.


Reactie van Ferenc op 24 November 2011 op 10.27

Loes, met die insteek organiseer ik vanaf januari Kafee Noordoost, elke laatste donderdag van de maand. Dit doe ik samen met Silvia Hania, juist om de koppeling tussen overheid en ondernemers te versterken. 26 januari is de eerste bijeenkomst, van 16-18 uur in De Pleats in Burgum. De locatie wisselt per maand om heel NOF te bedienen. In Noordoost Frylan kunnen mooie dingen ontstaan, je bent van harte uitbenodigd!

Reactie van René Poppen op 24 November 2011 op 11.33

Mensen, het is nog veel erger. Er is een ambtenaar die de uitgifte en toewijzing van de subsidies moet coördineren. Hij heeft daartoe een zak geld gekregen en onder voorwaarden mag hij het uitgeven. Aan het eind van het jaar moet die zak geld leeg zijn, anders krijgt hij op z’n kop, want voor de volgende ronde wordt een minder grote zak geld gegeven. De verantwoordelijk bestuurder kan dan niet zeggen dat er weer een nieuwe regeling in werking treedt.

De ambtenaar wordt dan ook steeds creatiever met de doelstellingen van de subsidie en heeft “toevallig” contact met een paar personen die wel eens goede ideeën heeft. Deze mensen worden uitgenodigd om subsidie aan te vragen. Die worden dan ook prompt toegekend.

Vooral als het om innovatieve subsidies gaat mag je van een ambtenaar niet verwachten dat hij weet wat er allemaal in de “markt” wordt ontwikkeld, Vooral niet als het gaat om wat er allemaal bedacht wordt in het MKB en bij de ZZP’ers. Dus slaan de grote bedrijven voor best op.

Gevolg is wel dat die kleine bedrijven worden weggedrukt en een groot bedrijf als concurrent erbij krijgen.

Met andere woorden: dit soort subsidies is concurrentievervalsend en de wereld is één grote marketingtruc.

 


Reactie van Gijs van Hesteren op 24 November 2011 op 18.53

Kom kom, René, maak het niet te simpel, zo zit de wereld niet in elkaar. Wijzen met het vingertje brengt ons niet verder. Laten we zoeken naar de kern van het probleem, niet naar de kern van het ongenoegen.


Reactie van René Poppen op 25 November 2011 op 12.29

Tjonge, Gijs. Wat een reactie. Volgens mij is de kern van het door jou geschetste probleem, wat je met een voorbeeld aanhaalt, dat het allemaal zo ingewikkeld is dat het voor een kleine ondernemer frustrerend en energieverslindend werkt. Hij, of zij, zal met deze ervaring niet gauw meer aankloppen en zoekt in het vervolg andere wegen. De behandelend ambtenaar komt daarmee in een spagaat, want dat geld moet op. Daar geef ik een mogelijke consequentie mee aan.

Reactie van Gijs van Hesteren op vrijdag

René, we zijn het eens. Natuurlijk moet dat geld op. Niet om een spagaatbeambte te redden, maar omdat er een breed gevoelde behoefte bestaat – óók bij ondernemers – om innovatie en transitie aan te moedigen. Het subsidiegeld is bedoeld voor innovatie. Als het aanvraagproces kleine en grote ondernemers frustreert, moeten we dit proces vergemakkelijken. Misschien moeten we daarvoor niet te rade gaan bij het ambtelijk apparaat, dat er niet op is ingericht om gemakkelijk buiten de gebaande paden te treden. Misschien moeten we ons wenden tot statenleden (die de baas zijn in de provincie, toch?) of gedeputeerden. Of zijn die ook slechts marionetten in een verstard systeem?


Reactie van Loes van der Til op vrijdag

Waar we mijn inziens in Fryslan aan moeten werken is samen (overheid, ondernemers, burgers) bruggen bouwen en verbinden, analyseren en inventariseren. Er wordt veelal gezocht naar antwoorden, maar het gaat in eerste instantie om de juiste vragen stellen. Daarmee kun je een groot deel van bestaande- en nieuwe processen sturen. Maar wel als gezamenlijk feestje. Als je in Fryslan het wij-gevoel kunt opwekken, kun je samen een heel stuk verder komen.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *