LEEUWARDEN – Vanaf 9 mei 2019 presenteren de Bedenkers en Uitvoerders van Ongewone Gebeurtenissen, ofwel BUOG, het spektakel ‘Jumping Jack’. Tien voorstellingen over onze allerberoemdste wegracer: de in 1984 tragisch verongelukte Jack Middelburg. Als in een droom kijken we terug op zijn carrière, die zich afspeelt rondom de oude Noordlus van het TT-circuit. Drieduizend toeschouwers per keer, twintig professionele acteurs, dozijnen figuranten, tientallen klassieke stunt- en wegracemotoren, rockmuziek van de band van Erwin Java en nóg vijftig muzikanten. Ik sprak met de mannen van BUOG, Pieter Stellingwerf en Kees Botman.

“Samen zijn wij BUOG, samen doen wij alles”, legt Kees Botman uit. “Voor de helft van onze producties krijgen we opdrachten vanuit de noordelijke provinciale overheden. De andere helft organiseren we op eigen initiatief.”
Pieter Stellingwerf: “Het idee voor ‘Jumping Jack’ begon bij de drie noordelijke provincies Drenthe, Groningen en Fryslân, die ‘iets’ wilden in het kader van Leeuwarden Fryslân 2018. Dit jaar is Leeuwarden Culturele Hoofdstad van Europa. Het was de bedoeling dat we dit zouden gaan uitvoeren in Drenthe. Dan kom je als motorliefhebber al snel terecht bij het legendarische TT-circuit. Ik had vier broers met een brommer. Zodra ze hun één gulden zakgeld hadden gekregen kochten ze er benzine voor. Rijden totdat de tank leeg was. Zelf rijd ik met een BMW R60/5.”

Tien keer zo groot

“Samen met enkele toneelschrijvers hebben we nagedacht over het thema. We kwamen uit op de ‘grote drie’ – Wil Hartog, Boet van Dulmen, Jack Middelburg. Jack vonden we veruit de meest legendarische. Het is uniek, hoe hij puur op eigen talent heeft weten op te klimmen in de motorsport. Dat je als privérijder de GP van Silverstone wint, met materiaal waarop je niet kón winnen, dat zou in deze tijd niet meer mogelijk zijn.”
Botman: “We hebben op YouTube alles bekeken wat er over hem te vinden was. We hebben gesproken met de beroemde ‘Mister TT’, Jaap Timmer, nog net voor zijn overlijden. We spraken met speaker Jan de Rooij, met Wil Hartog, Hans Valstar, Arie van den Broek en vele anderen. Het was heftig, groots wat Jack heeft gepresteerd en al snel waren we ervan overtuigd dat we dit heftig en groots moesten brengen. Gewoon groot? Nee, tien keer zo groot. Vandaar de keuze voor de zogenaamde Noordlus van het TT-circuit. Daar is plaats, want de lus maakt geen deel meer uit van het huidige circuit. En we vallen buiten de ‘geluidsdagen’, dus van protesten uit de naastgelegen woonwijk Baggelhuizen hebben we geen last. Integendeel, er blijken daar mensen te wonen die dit prachtig vinden.”

Misschien wel een stap naar meer begrip tussen motorracers en omwonenden. Jongensachtig zijn de twee mannen, en jongensachtig glimmen hun ogen als ze praten over de uitvoering die ze voor ogen hebben.
Stellingwerf: “We gingen uit van een flink budget. We pakken breed uit. Bijvoorbeeld met de muziek – natuurlijk uit de jaren zeventig en tachtig. Nummers van de Stones (wat dacht je dan: Jumping Jack Flash!), de Talking Heads, Doe Maar. Met een grote groep dansers, met de Erwin Java Band, aangevuld met enkele tientallen muzikanten. We ensceneren de races, met stunters en echte wedstrijdmotoren. Machines en coureurs uit die jaren, liefst met de kleding en de kleuren die daarbij horen.”

We kwamen uit op de ‘grote drie’ – Wil Hartog, Boet van Dulmen, Jack Middelburg. Jack vonden we veruit de meest legendarische

Botman: “We volgen hoogtepunten uit Jack’s leven, gezien door de ogen van een kleindochter, die haar opa nooit gekend heeft. Ze is op weg naar een historische motorrace, maar rijdt al net zo onverschrokken als haar grootvader. Ze krijgt een ongeval, ligt in het ziekenhuis in coma en belandt in een droomwereld, met de geluiden en kleuren van toen. Een soort back to the future. We zijn getuige van Jack’s doorzettingsvermogen, lef en humor. We zien zijn tragiek. Hij is een pechvogel. Hij moet opboksen tegen de fabrieksteams. Door de week bouwt hij kassen, in het weekend moet hij racen.”

Ze moeten nog heel veel regelen, de jongens van BUOG, waarvan het bij elkaar harken van voldoende geld niet het minst belangrijk is. Maar ze kunnen het, dat hebben ze in het verleden wel bewezen, met producties als ‘Leeghwater’ (op de Afsluitdijk met Bert Visscher), de ‘Carmina Burana’ van Carl Orff, of ‘Oorsprong’ (belevingsvoorstelling langs eilanden en vasteland van de Waddenzee). In 2016 ontving BUOG de Friesche Anjer van het Prins Bernhard Cultuurfonds, vanwege de vele verrassende culturele projecten en het leggen van bijzondere verbindingen tussen professionals en amateurs.

‘Jumping Jack’ wordt een openluchtvoorstelling die de echte motorsportliefhebber niet mag missen. De voorverkoop van de toegangskaarten is intussen allang gestart.

Informatie: www.buog.nl en www.jumpingjack.nu.

Lees ook: Twintig gitaristen spelen Ride

Dit artikel verscheen eerder in Het Motorrijwiel nr. 157.