Oplevering en proefvaart landingsvaartuig D-Day

Zware boeg- en hekgolf. Schipper en persmensen genieten. (Foto: Gijs van Hesteren)
Zware boeg- en hekgolf. Schipper en persmensen genieten.
(Foto: Gijs van Hesteren)

Van de USA naar Normandië, Engeland, Nederland en weer terug

HARLINGEN – Daniel Starks in de Amerikaanse staat Wyoming is trots op zijn collectie van 120 militaire voertuigen. Hij toont deze vanaf volgend jaar aan het publiek in zijn nieuwe National Museum of Military Vehicles. Hij vond dat er ook een landingsvaartuig dat tijdens D-Day was ingezet bij hoorde. Een Brabants bedrijf kreeg de opdracht om op onderzoek uit te gaan. BAIV Maarheeze vond zo’n vaartuig uiteindelijk in het Engelse graafschap Kent. Het restauratiewerk werd gegund aan de Franeker Scheepswerf Talsma. De uitvoering van het werk vond plaats bij onderaannemer Scheepstimmerbedrijf Feith in Harlingen, onder projectleiding van E.E.S. Taxaties. Het vervolg? Via de stranden van Normandië terug naar de USA. 

‘Een droom die uitkomt’, zegt de eigenaar van BAIV, Ivo Rigter. Op de werf van Robert Jan en Ineke Feith praat hij over de voorgeschiedenis van het project. BAIV staat voor British American Infantry Vehicles. Zestien jaar geleden begonnen als uit de hand lopende hobby is het nu een commercieel bedrijf met veertien werknemers.

Ivo Rigter: 'Dit was eigenlijk een té grote klus voor ons. (Foto: Gijs van Hesteren)
Ivo Rigter: ‘Dit was eigenlijk een té grote klus voor ons. (Foto: Gijs van Hesteren)

‘Daniel Starks ken ik vanuit de wereld van de re-enactment, het naspelen van historische gebeurtenissen uit de Tweede Wereldoorlog. Hij heeft zijn fortuin verzameld in de wereld van de hart- en vaatziektentechnologie. Ik ben onlangs in Ohio geweest, waar vijfduizend mensen de invasie van Normandië speelden. Fantastisch! Er hing op het laatst zoveel blauwe rook dat je geen hand meer voor ogen zag. Starks wil straks in zijn museum een soort diorama op ware grootte maken, met als centraal object een landingsvaartuig. Omdat wij heel veel ervaring hebben met tijdsgetrouw bouwen van replica’s heeft hij gevraagd of wij voor zo’n vaartuig konden zorgen. Eigenlijk een project dat voor ons te groot en te afwijkend is. Daarom hebben we ons gewend tot Jelle Talsma. Hem kenden we van een vroeger project in Den Helder.’

Even een nieuwe motor en klaar

Projectleider Peter Kieft: 'We hebben heel lang gezocht naar een Amerikaanse vlag met 48 sterren, want zo was dat toen.' (Foto: Gijs van Hesteren)
Projectleider Peter Kieft: ‘We hebben heel lang gezocht naar een Amerikaanse vlag met 48 sterren, want zo was dat toen.’
(Foto: Gijs van Hesteren)

Tijdens en na de Wereldoorlog bouwden Andrew Higgins en talloze licentiehouders ongeveer 20 duizend LCVP’s (Landing Craft Vehicle Personnel). Higgins was een bekende ontwerper van bootjes met geringe diepgang, bestemd voor de ondiepe wateren rondom New Orleans. Oorspronkelijk bouwde men de ongeveer elf meter lange LCVP’s van mahonie- en hechthout, bekleed met 8 mm stalen pantserbeplating.
Rigter: ‘Daar zijn nauwelijks nog exemplaren van overgebleven. Na de oorlog zijn er nog veel gebouwd, maar dan van polyester. Wél met gebruikmaking van heel veel onderdelen uit de oorlogsjaren. Dit exemplaar uit de jaren zestig hebben we gevonden in een rommelhoek van de werf ‘The Brickyard’ te Edenbridge, in het Engelse graafschap Kent, helemaal overwoekerd. De boot was gebruikt als rekwisiet in een of andere film.
‘Even een nieuwe motor erin, alles nalopen en dan heb je er een goed scheepje aan’, zei de verkoper. Dat hebben we geweten. Bij het laden van de dieplader bleek dit schip tien ton zwaarder dan verwacht. Al snel bleek waarom. De boomwortels groeiden uit het vlak en de polystyreen vulling ervan had als een spons tonnen water opgezogen. Robert Jan Feith heeft alles eruit gesloopt en vernieuwd.’

'Ineke en ik hebben er heel wat werk aan gehad. We zijn er nu best trots op', zegt Robert Jan Feith. (Foto: Gijs van Hesteren)
‘Ineke en ik hebben er heel wat werk aan gehad. We zijn er nu best trots op’, zegt Robert Jan Feith.
(Foto: Gijs van Hesteren)

Projectleider Peter Kieft vult aan: ‘Heel veel zaken waren verdwenen. Zoals de Engelsen dat zeggen: ‘The gypsies took them’ – met alle respect voor de gypsies overigens. Toch wilden we een zo getrouw mogelijke replica bouwen van de PA26-15, één van de boten die bij Operatie Overlord zijn ingezet. Een instructiefilm voor bootbemanningen uit 1944 was een belangrijke leidraad, en daarnaast ntwee boeken, met titels die opvallen veel op elkaar lijken: ‘The boats that won World War II’, door Jerry E. Strahan en ‘The boat that won the war’, door Charles C. Roberts.
Overal en nergens snorden we materialen en onderdelen op. Het internet was natuurlijk een grote hulp. We vonden heel veel messing en bronzen onderdelen, zoals de schroef, het beslag, het kompas, de besturing en de motorbediening. De zescilinder tweetakt diesel van GM is afkomstig van een Belgische spits. ‘Het varken’, noemde men deze motoren in de binnenvaart, misschien vanwege het door merg en been gaande gebrul bij vol gas. Scheepswerf Talsma heeft de motor geplaatst.’

‘We waren wel blij met deze klus’, legt Robert Jan Feith uit. ‘Het was wat stil afgelopen najaar. Je weet hoe het gaat, nu stikken we ineens van het werk en we zaten met een deadline. Aanstaande mei zou het museum in Wyoming open gaan. Gelukkig is dat nu met een jaar uitgesteld. Het was een hoop werk. Ineke heeft alleen al 260 uur besteed aan het schilderwerk. Nou ja, het is nu tenminste klaar.’

Jan van de Wetering: 'Het is wel even wennen, dit ding.' (Foto: Gijs van Hesteren)
Jan van de Wetering: ‘Het is wel even wennen, dit ding.’
(Foto: Gijs van Hesteren)

Lastig te besturen

Een landingsvaartuig werd bemand door vier soldaten, die optraden als schipper, matroos en twee mitrailleurschutters. De bediening was daarom simpel. Toch kwam het erop aan bij het varen. De boten naderden het strand onder zwaar vijandelijk vuur, er stond een stevige branding en het getij is in Normandië imposant. Als de boten dwars vielen sloegen ze vaak om. Daarom lieten veel schippers ver uit het strand de laadklep al neer. De manschappen moesten maar zien hoe ze met zware bepakking en wapens aan land kwamen.

‘Dit ding is inderdaad lastig om mee te varen’, zegt schipper Jan van de Wetering tijdens de proefvaart in het Harlinger Verbindingskanaal. ‘Het roer draait zó zwaar dat je van boord komt mety armen als die van Arnold Schwarzenegger.’
Toch geniet Van de Wetering zichtbaar. Met een zware boeg- en hekgolf geeft hij ‘het varken’ in het Van Harinxmakanaal flink de sporen.

Stoere, gepassioneerde mannen spraken over ‘hun’ unieke vaartuig. Van binnen zijn het jongens.

Ivo Rigter: ‘Nu we een jaar uitstel hebben, willen we in juni met de PA26-15 naar de viering van 75 jaar D-Day op Omaha Beach. We hebben er goede hoop op dat onze opdrachtgever dat goedvindt.We zouden de landingsdemonstratie dan uitvoeren in samenwerking met de specialisten van ‘Keep them landing’. Zij gaan naar Normandië met een groep randgroepjongeren. Een deel gaat parachutespringen en een deel gaat aan land vanaf de PA26-15.
In Maarheze werken we ook met kansarme jongeren en wajong’ers. Met twee linkerhanden komen ze binnen, maar na twee jaar vertrekken ze als vakmensen met grote kans op een baan.’

Literatuur:

‘The boats that won World War II’, door Jerry E. Strahan, ISBN 978-0-8071-4143-4.
‘The boat that won the war’, door Charles C. Roberts, ISBN 978-1-5267-0692-8.

Info: www.baiv.nl, www.scheepswerftalsma.nl, www.feith-scheepsbetimmering.nl, www.scheepstaxaties.nl

Dit artikel verscheen in april 2019 in Weekblad Schuttevaer.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *