Het land door, op zoek naar de drukpers (2)

Begin 2016 schreven mijn partner Inge en ik drie artikelen over de drukpers die 150 jaar geleden werd gebruikt voor de Harlinger Courant. Alleen de eerste twee delen werden gepubliceerd. De derde aflevering was al een heel eind op weg, maar we moesten wachten op inbreng van derden. Hierdoor stagneerde de voltooiing. Ongeveer in dezelfde periode besloot de uitgever van de krant het roer om te gooien. Van een abonneekrant werd het een huis-aan-huisblad. Voor freelancers was geen budget meer voorhanden. Dit betekende het einde van onze werkzaamheden bij de Harlinger Courant.  Vijf jaar later publiceer ik alsnog het volledige verhaal. In deel 1 het begin van de zoektocht naar de drukpers. Dit is deel 2.

Ter gelegenheid van 150 jaar Harlinger Courant bevindt een Gutenbergpers zich in Harlingen. In beeld met de pers schrijver Johan vd Wal en uitgever Henry Drost. (Foto: Henry Drost, Harlinger Courant)

Deel 2
Een schuldbewuste Brabander, een beledigde Griek en een mopperende pensionado

Een samenvatting van Deel 1:
De drukpers was in bezit van museum Het Hannemahuis in Harlingen. Aan het einde van de jaren zeventig gaf het museum de pers in bruikleen aan het Nederlands Drukkerijmuseum in Etten-Leur. De mensen daar staken veel geld en moeite in de pers. Voorzien van nieuwe onderdelen en in geheel gerestaureerde staat verhuisde de drukpers in 2002 naar Drukkerij Salsedo. Opnieuw in een bruikleenconstructie. En vervolgens verliet de machine in 2009 definitief het schone Noord-Brabant. Waar naartoe, dat was onzeker.

Tekst en foto’s: Gijs en Inge van Hesteren

Want waar was de drukpers? Het antwoord is geschiedkundig van belang en voor het bewaren van historisch erfgoed. Nog afgezien van de visie van de werkelijke eigenaar: nog steeds museum het Hannemahuis.
Inge en ik deden opnieuw navraag bij het Drukkerijmuseum. “Het gaat de krant niet om de schuldvraag, maar wél om de waarheid. Kunt u klaarheid in de zaak brengen?”
Het antwoord liet enkele weken op zich wachten, maar begin januari 2016 ontving de redactie een brief. Het museumbestuur putte zich uit in verontschuldigingen. “We vinden het heel vervelend, maar wij hebben te goeder trouw gehandeld en wisten niets van een overeenkomst tussen het Hannemahuis en ons museum,” schrijft voorzitter Rien van Heck.
“Eerst wil ik graag iets rechtzetten. De pers is bij drukkerij Salsedo in Breda opgehaald door de firma Schenk uit Leiden, niet door de firma Mekes, zoals u schrijft. Het bedrijf van Schenk bestaat niet meer. Ik heb die onderhandelingen zelf gevoerd. Ik wist niet beter dan dat ons museum eigenaar van deze pers was en dat hij in bruikleen bij drukkerij Salsedo stond. Dit contract hebben we inmiddels gevonden.”

Vrijwilliger Kees Smolders werkt nog steeds met de andere degelpers, die nog wél in bezit is van het Drukkerijmuseum.

Naar Kreta

“In 1978 is een aannameformulier aangemaakt. Dat geeft aan dat ons museum deze pers in 1978 heeft gereviseerd en ontbrekende onderdelen nieuw heeft laten maken. Ook dit wist niemand in ons museum. De pers is naar wij gehoord hebben naar een grafisch museum op Kreta gegaan. We hebben zover we kunnen nagaan op de website van dat museum (Museum of Typography in Chania) inderdaad een pers gezien die overeenkomt met de foto’s die u ons toestuurde.”

Van Heck stuurde kopieën van het bruikleencontract en het aannameformulier mee. Dat klopte allemaal. HC besluit de beantwoording door Van Heck te beschouwen als tips in de goede richting. Eerst het Griekse museum. Dat is gemakkelijk terug te vinden op het internet. Op de website van het Museum of Typography kan de bezoeker een virtuele wandeling maken en het duurt niet lang voordat er een machine in beeld komt die heel veel lijkt op de kniedegelpers van de Harlinger Courant. HC stuurt een e-mail naar Griekenland, waarin de historie van de Harlinger drukpers wordt toegelicht en het vermoeden wordt geuit, dat het misschien om dezelfde drukpers gaat. Heeft de directeur, meneer Giannis Garedakis, misschien meer informatie voor HC?

Bijna dezelfde drukpers, zoals hier te zien is op de website van het Museum of Typography op Kreta.

Garedakis reageert aangebrand. In een deftige, in vlekkeloos Engels gestelde brief schrijft hij: “Uw zoektocht is twijfelachtig. Probeert u na vele obscure jaren de rol van Sherlock Holmes of Hercule Poirot aan te nemen? Ik geef toe dat ik al jarenlang drukkerijmachines aan het verzamelen ben, uit heel Europa en ook uit Nederland. Ik ben ervan overtuigd dat de drukpers die u op onze website heeft gezien niet degene is die u zoekt. Er bestaan er zoveel van dit type. U verdenkt mij toch niet van transacties onder de tafel of geheime afspraken? Ik hoop dat u niet in navolging van bepaalde Europese oligarchen fantastische mythes verspreidt dat alle Grieken luie schurken zijn.”

Naar Leiden

Au. Daarmee moeten we het doen. Een ander spoor werpt meer resultaat af. Via de online telefoongids vinden we een telefoonnummer. Het is van Drukkerij Schenk. Dat bedrijf bestond toch niet meer? “Dat zit zo,” zegt Jan G. Visser van de drukkerij in Leiden. “Ik heb deze drukkerij indertijd overgenomen van meneer Schenk. Die is met pensioen, maar hij heeft nog steeds heel veel drukkerijmachines in bezit. Ooit had hij een eigen museumpje, maar hij heeft alles aan een Griek verkocht, ergens op een eiland. Wacht even, ik heb ergens een telefoonnummer van de heer Schenk!”
Wat Visser vertelt over het Griekse eiland klopt met Van Heck’s verhaal. Toch blijkt het anders in elkaar te zitten. We bellen naar de heer C. Schenk.
“Verkocht aan een Griek? Nee, dat klopt niet. Heel veel is die kant op gegaan, maar deze niet. De drukpers waarop u doelt herinner ik me goed. In die tijd knapte ik veel mooie oude machines op en vaak verkocht ik ze weer. Deze had ik al verkocht toen hij nog in Breda stond. Niet aan een Griek, maar aan een handelaar in Antwerpen. Die man is erg bemiddeld. Hij heeft er honderden staan.”

“Ik hoop dat u niet in navolging van bepaalde Europese oligarchen fantastische mythes verspreidt dat alle Grieken luie schurken zijn.”

“Iemand uit Etten-Leur heeft me onlangs ook al hierover gebeld. Het punt is, die man in Antwerpen weet niks, heeft geen tijd. Als je hem vraagt of hij die pers nog heeft weet hij niet hoe en waar. Dat is wel jammer. Ik liep destijds met plannen voor een drukkerijmuseum in Leiden. Daar had deze pers mooi bij gepast. Maar de gemeente hier wilde er niets van weten. Ze hebben liever een schilderij van een paar miljoen dan een stuk eigen industrieel erfgoed. Nu ben ik 83 en vind ik het mooi geweest.”
We denken dat we nu weten hoe het zit met Kreta. We schrijven een e-mail. “Geachte heer Garedakis, intussen weten we bijna zeker dat de drukpers van de Harlinger Courant zich niet bevindt in uw museum. Onze welgemeende excuses, als we u de indruk hebben gegeven dat we u ergens van verdachten. Dat lag niet in onze bedoeling. We waren alleen nieuwsgierig, zoals een journalist betaamt. We wilden zeker niet doen alsof we Sherlock Holmes waren en wat ons betreft zijn Grieken absoluut geen luie schurken.”

Naar Harlingen

We legden onze ervaringen voor aan Hugo ter Avest, directeur van het Hannemahuis. Zijn museum is de rechtmatige eigenaar van de pers. Hij maakt er geen halszaak van, maar gaat binnenkort toch eens bellen met voorzitter Rien van Heck van het Drukkerijmuseum in Etten-Leur.

“Voor Flevodruk en de Harlinger Courant is het toch jammer dat we nu niet weten waar de pers is gebleven.”

“De documentatie die boven water is gekomen toont duidelijk aan dat er sprake was van een bruikleenconstructie. Het bevestigt wat ik al had gedacht, na ons eerste contact hierover in december. Jammer dat ik het originele bruikleencontract nergens meer heb aangetroffen. Ik denk, dat het ten tijde van het 150-jarig bestaan van de Harlinger Courant uit de map is gehaald en naderhand niet goed is teruggelegd.”
“Je kunt het niet goedpraten, maar ik snap wel dat zo’n drukpers per ongeluk wordt verkocht. Het is een vrijwilligersmuseum. Voor het Hannemahuis is dit geen kernstuk van de collectie, dat heb ik al eens gezegd, maar met name voor Flevodruk en de Harlinger Courant is het toch jammer dat we nu niet weten waar de pers is gebleven. Het blijft industrieel erfgoed van Harlingen. Ik ga binnenkort even bellen met Rien van Heck van het Drukkerijmuseum. Misschien kunnen we de machine op het spoor komen.”

Hier stopt de speurtocht voorlopig. De drukpers bevindt zich in Vlaanderen. Het Antwerpenverhaal krijgt een staartje. Lees daarover in het tot dusver nooit eerder gepubliceerde deel 3, De Antwerpse grot van Ali Baba.

2 reacties op “Het land door, op zoek naar de drukpers (2)

  1. Geweldig Gijs. Als docent grafische vormgeving op het Grafisch Lyceum Amsterdam ben ik altijd zeer geïnteresseerd geweest in de geschiedenis van de drukpers. Ik ging ook elk jaar met de leerlingen naar Antwerpen om te kijken in het Plantin-Moretus museum. Ook bezochten wij musea in Nederland. Helaas was het jammer dat de school geen interesse in oude apparatuur Ha waardoor ik veel apparatuur geschonken heb aan diverse musea en ook verscheept heb naar Zimbabwe.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *