Vanmorgen was ik in de Harlinger bibliotheek, even proefdraaien als vrijwilliger bij de taalochtend. ‘Taal is zeg maar echt mijn ding’, als aow’er heb ik meer tijd en erop terugkijkend vond ik het erg leuk om te doen.
Meteen gevraagd hoe ‘Rijden met Gijs’ het doet, mijn boek over motorrijden. Ik had een paar exemplaren ter beschikking gesteld aan de bieb. In een paar weken is het al vier keer uitgeleend, één is nu op aanvraag onderweg naar het filiaal in Dronrijp en het mooiste: men heeft het in de categorie ‘literatuur’ ingedeeld. Daar kan een schrijver tevreden over zijn.
De bibliotheek, het stadsmuseum en een gerenommeerde boekwinkel delen in Harlingen één toegangsdeur. Gek dat de bieb een boek van een lokale schrijver wél aanbiedt, maar dat de met veel subsidie naar Harlingen gehaalde boekwinkel het ‘niet interessant’ vindt. Waarom niet? ‘Omdat de Bruna aan de overkant het ook verkoopt.’
Ze hebben alleen de omslag bekeken. Of het wel of niet zo’n geweldig boek is, dat vind ik voor mezelf lastig te beoordelen, maar nou ja, dan niet.
Misschien durven de lezers mij niet te vertellen dat ze het slecht vinden, maar ik heb er al veel positieve reacties op gekregen. Zelfs groene GroenLinksers waardeerden dit boek, dat toch gevuld is met benzine en motorgeraas. Ik ben alvast begonnen aan het tweede deel: ‘Varen met Gijs’. In dit weblog heb ik alvast wat voorpublicaties geplaatst, zoals Varen met Willem‘, ‘Over opstandigheid en de jaren vijftig’ en ‘Van Loenen naar Vreeland’.
‘Rijden met Gijs’ is in Harlingen gelukkig nog altijd verkrijgbaar bij De Jong Boeken en natuurlijk bij de Bruna. Je mag het ook rechtstreeks bij mij bestellen. Dan krijg je een gesigneerd exemplaar.