Tagarchief: vrijwilligerswerk

Nederlandse taal in de bieb

Al vier dinsdagochtenden achtereen klom ik naar de zolder van de Harlinger bibliotheek. Daar hielp ik als vrijwilliger bij de taalochtend. Als aow’er heb ik ineens meer tijd voor écht nuttig werk. Begin februari las ik op Harlingen Boeit over het Digi-taalhuis.

‘Op zolder’ in de bibliotheek wordt er verdeeld in groepjes hard gewerkt. (Foto: Emma van Rijsoort)
‘Op zolder’ in de bibliotheek wordt er verdeeld in groepjes hard gewerkt. (Foto: Emma van Rijsoort)

Lees verder Nederlandse taal in de bieb

Dit is wat project Willem Barentsz zo leuk maakt

HARLINGEN – “Dit is de grootste attractie van de Noordwesthoek aan het worden”, zegt projectleider Gerald de Weerdt trots over de replica van het schip waarmee Willem Barentsz eind zestiende eeuw de route om de Noord naar het Verre Oosten verkende. De romp is bijna klaar. Midden volgend jaar gaat het schip te water en daarna is het tijd voor de afbouw. Zeilen tijdens Sail Harlingen, daarvoor komt dat te laat…

Ook Gerald de Weerdt werkt met zijn handen aan de replica. (Foto: Joachim de Ruijter)

Replica Nova Zemblaschip bijna af dankzij ellebogenstoom en donaties

“We leggen nu de laatste hand aan de scheepshuid. Het onderwaterdeel is klaar, het dek is dicht. We hebben berekend dat we er nu 24 duizend manuren in hebben zitten.”
Samen met De Weerdt wandelen verslaggever en fotograaf over het schip, dicht onder het dak van de bouwloods. Dat dak gaat er komend voorjaar af, want ergens begin juni 2018 takelt KTF het schip het water in.
“Veertig ton weegt het casco dan. Eenmaal in het water komt er nog twintig ton ballast bij. Daarna komen de afbouw en het tuigen. Als we klaar zijn zal het aantal werkuren gestegen zijn tot ongeveer dertigduizend. Dat klopt aardig met de tijd die de vroegere scheepsbouwers nodig hadden.”  Lees verder Dit is wat project Willem Barentsz zo leuk maakt

Klaas Feenstra: bouwvakker tussen vrouwen

Vrijwilliger in De Batting

Dit artikel werd gepubliceerd in de Harlinger Courant van 17 augustus 2015, als onderdeel van een nieuwe serie: ‘de vrijwilliger in de 21e eeuw’. Het eerste deel staat in dit blog onder de titel ‘Gea Ottens: ik hoor bij de inboedel’.

HARLINGEN – Het idee ontstond tijdens een gesprek met een gepensioneerde arts. Hij vertelde met gedrevenheid over al de vrijwilligers, die belangeloos klaarstaan voor hun medemens. In de zorg, in de stervensbegeleiding, in besturen van verenigingen, in het jongerenwerk. Voor zichzelf wilde hij geen publiciteit. “Ga liever op zoek naar degenen die zelden op de voorgrond staan en waar nooit iemand iets aan vraagt.” Na een gesprek met een vrijwilligster bij de Kringloopwinkel bezoekt de Harlinger Courant nu zorgcentrum De Batting.

Tekst en foto’s Gijs en Inge van Hesteren

Klaas Feenstra, op de afdeling, omringd door vrouwen.
Klaas Feenstra, op de afdeling, omringd door vrouwen.

Anneloes van Eijck van Heslinga is vrijwilligerscoördinator bij Zorgcentrum De Batting. Het is dankzij haar bemiddeling dat HC in haar kantoortje kan spreken met Klaas Feenstra. “Zeg maar Klaas!” zegt de voormalige bouwvakker. “Nee, momenteel heb ik geen betaalde baan. Mijn hele leven, vanaf mijn vijftiende, heb ik gewerkt als loodgieter. De laatste jaren vond ik het werk minder leuk. Ambachtelijk vakmanschap was niet meer nodig en alles doe je met plastic PVC-buis. En steeds gejaagder: snel, snel. Nou ja, ik ben nu zestig. Het bedrijf wilde af van oudere werknemers. Ik heb me lang verzet, samen met de vakbond, maar uiteindelijk trek je toch aan het kortste eind. Ergens ben ik blij dat ik eruit ben.”   Lees verder Klaas Feenstra: bouwvakker tussen vrouwen

Gea Ottens: ‘ik hoor bij de inboedel’

Gea Ottens
Gea Ottens kan zich een week zonder Harlinger Kringloopwinkel niet voorstellen. “Veel mensen vielen in een diep gat na de brand. Het is ook een sociaal gebeuren!” In de nieuwe winkel komt beslist weer een koffiehoek.

Een artikel dat eerder werd gepubliceerd in de Harlinger Courant, als eerste in een serie over vrijwilligers. Lees ook het tweede deel: Klaas Feenstra, bouwvakker tussen vrouwen.

De vrijwilliger in de 21e eeuw

De samenleving wordt steeds ingewikkelder. Ineens gaat alles via internet en de kredietcrisis sloeg toe. De Europese Unie heeft het moeilijk en de burgers ook. De nationale overheid rekent steeds meer op eigen initiatief bij de burgers. Dit heeft gevolgen voor alle sectoren van de maatschappij. Werk dat vroeger werd gedaan door beroepskrachten verschuift. ‘De burgers moeten hun problemen samen oplossen,’ zegt premier Rutte.  ‘Al die kleinere initiatieven bij elkaar, waarbij mensen bijdragen naar vermogen noemen we de participatiesamenleving.’

Alles goed en wel, maar wat betekent het? Veel werk dat vroeger werd verricht door mensen met een salaris blijft nu liggen. Vooral als dat weinig tot geen omzet of winst met zich meebrengt, zoals bijvoorbeeld in zorg en welzijn. Het werk wordt alleen nog gedaan als vrijwilligers het oppakken, zonder financiële vergoeding. Zij waren altijd al heel belangrijk, ook in betere jaren. Nu de overheid zich stap voor stap terugtrekt wordt die rol dubbel zo groot. De Harlinger Courant doet in een artikelenserie onderzoek naar vrijwilligerswerk. Wat voor mensen zijn deze vrijwilligers, wat beweegt hen, wat voor werk doen zij, wat betekent het voor hun ‘klanten’?

 



HARLINGEN – Het idee ontstond tijdens een gesprek met een gepensioneerde arts. Hij vertelde met gedrevenheid over al die vrijwilligers die belangeloos klaarstaan voor hun medemens. In de zorg, in de stervensbegeleiding, in besturen van verenigingen, in het jongerenwerk, tijdens sportieve activiteiten. Voor zichzelf wilde hij geen publiciteit. “Ga liever op zoek naar degenen die altijd op de achtergrond staan en waar nooit iemand iets aan vraagt.” De redactie van de Harlinger Courant voegde de daad bij het woord. In deze eerste aflevering praten we met een vrijwilligster bij de Kringloopwinkel. 
Lees verder Gea Ottens: ‘ik hoor bij de inboedel’

Afscheid en weerzien met De Baas

Utrecht. Het eindfeest van het Utrechtse Kollektief Kafee De Baas was voor mij en Inge een nostalgische, sentimentele en emotionele gebeurtenis. Het is al meer dan vijfentwintig jaar geleden dat we er werkten en we zagen veel van de gezichten voor het eerst sinds 1984, die zaterdagavond in Muziekcentrum Tivoli.

Inge en Arnold met de handjes.

Pas als je wat ouder bent en terugkijkt op je leven zie je ineens hoe belangrijk ze waren, de jaren dat je er als vrijwilliger gewerkt hebt. Alles wat ik later in mijn leven zo hard nodig heb gehad, heeft daarin zijn wortels. Samenwerken met andere mensen, die vaak een heel andere instelling hebben dan jij. Omgaan met klanten, die niet bij voorbaat op jouw golflengte zitten. Heel lang en hard werken en niet zeuren. Als een ondernemer je keuken beheren: inkopen en koken voor honderd mensen. Emoties en ervaringen delen. Denken dat je de wereld veranderen kan.

Wat was het mooi. Wat waren we naïef. “Lief” waren we, zegt Koen-Machiel van de Wetering, de man die het boek schreef over drie decennia café De Baas. Lief en goedaardig, sociaal en bewogen, gedreven en toegenegen. “Tappen uit Principe” heet het boek. Van de Wetering heeft samen met oud-medewerkers de geschiedenis opgetekend en het is een monument geworden voor het café en de honderden Baas-vrijwilligers die het mogelijk maakten.

Polaroidfoto’s van alle oudmedewerkers die in Tivoli waren op 7 juni. Foto Inge van Hesteren

Alle genodigden in Tivoli kregen het boek mee. Onderweg naar Friesland, op de terugweg in de auto, heb ik de helft al gelezen en nu heb ik het uit. Zelfs mijn eigen naam kwam ik tegen in het boek, dus ik heb echt bestaan. Ik bleek zo veranderd dat nauwelijks iemand me herkende die avond. Zeker te dik geworden.

Destijds was ik lang en mager en een beetje soft, zoals oud-collega Lenneke me in Tivoli wist te vertellen. Leuk hoor. Maar ik was toch hard genoeg om haar te redden van Johnnie, een soort bikerdelinquent en klant in het café. Hij had een onbeantwoord oogje op haar. “Dood moet ze, dood!”, brulde hij. Lenneke zat in de bierkelder, ik stond tussen haar en Johnnie, op het kelderluik “Is ie al weg?”, riep Lenneke, “Ik moet zo plassen!”. Het was óns café en we lieten er niemand vermoorden, zeker geen collega. Uiteindelijk was het Inge, die met haar zwangere buik genoeg respect afdwong bij Johnnie om hem te laten inbinden. Scheldend verliet hij het pand.

Het was een groot feest, zaterdagavond. Ontroerd hernieuwden we onze vriendschap met vele mensen met wie we destijds hebben gewerkt. Zo kwam ik Ansfried weer tegen en later ook Inez. Inge en ik gingen toen veel met hen om. Ze woonden samen, die twee. Jammer, dat ging niet helemaal goed. Ze knokten elkaar regelmatig het pand uit. Het ging uit en later had mijn broer nog iets met Inez. Vanavond waren ze gewoon blij elkaar weer te zien.

Tappen uit Principe, 32 jaar kolledktief kafee. © Vereniging Frons, ISBN 978-90-9024369-6

Blij was ik ook, dat ik oud-collega’s terugzag als Manfred, Jenneke, Ad, Arnold, Jan, of Hans. De meesten zagen er nog net zo uit als toen – behalve ik kennelijk. Heel wat adresgegevens en visitekaartjes zijn er uitgewisseld. De laatste kans was het, deze feestavond. Hierna is er niets meer, of toch? In de grote stapel oude dag- en logboeken vond ik pennevruchten uit 1981 terug, van mijzelf en van Inge en van andere mensen, die ik toen goed kende. Niet alleen zakelijke mededelingen van de ene ploeg aan de andere, maar ook hoop, liefde en poëzie.

Ik hoop, dat er nog werk van wordt gemaakt om die boeken te redigeren en als niemand het wil doen, dan ben ik er toe bereid.

Kees Brussel,de man die er altijd was. Foto Gijs.

Met Jenneke heb ik begin jaren tachtig lange tijd in de keuken gestaan. We kookten voor soms meer dan honderd eters in het eetcafé. Vlees en vega. Op het laatst draaiden we daar onze hand niet meer voor om. Vol trots had ze vanavond twee van de vier kinderen meegenomen. Die heeft ze sindsdien grotendeels in haar eentje grootgebracht. Goed gedaan, mooie jonge volwassenen – ze leken erg op haar en ze waren slechts weinig jonger dan wij zelf destijds.

Oh, en daar was ook Arnold met de handjes, die me vertelde dat het comité Tivoli Tijdelijk tussen ’79 en ’81 niet minder dan 18 keer een zaal heeft gekraakt, om te laten zien hoe groot de behoefte was onder Utrechtse jongeren aan een centrum voor muziek en theater. Een aantal malen was ik daar ook bij, om met de mobiele actietap van De Baas bier en wijn te verstrekken aan de aktievoerders.

In de grote zaal van Tivoli was ik 28 jaar niet geweest. Al jaren is het de plek in Utrecht voor de betere muziek. De laatste maal dat ik binnen was, in 1981, had het comité het leegstaande complex opengebroken voor een aktieoptreden. Ik zie de punkbands en Jules Deelder nóg staan op het podium, belicht door bouwlampen en omgeven door rokerige wietdampen. Inge moest tot drie keer toe door een WC-raampje klauteren, opdat de VPRO-cameraploeg een mooi plaatje kon maken van de ontsluiting van het pand.

Mensen van de Baas, bedankt voor die mooie jaren. Werken in De Baas: voor mij maakte het verschil.

Dertig jaar logboeken: lief en leed van honderden vrijwilligers. Foto Inge van Hesteren

Over mijn laatste bezoek aan De Baas

Bericht over het eindfeest in “Alles over Utrecht”

De site waarop  het einde staat beschreven:

http://www.eetcafedebaas.nl/

De VPRO over Tivoli Tijdelijk in de jaren 70 en 80

De VPRO in ‘Het Spoor Terug’ over het einde van De Baas

Een Afterlife voor alle oud-medewerkers

________________

Reacties

Paul Broekman 08-06-2009 09:29
Grappig, ik heb ook nog mee gedaan met het kraken van Tivoli.
En natuurlijk ook in de baas gegeten (en gedronken…)

alib_bondon 11-06-2009 02:56
Goed te lezen. Is wel lang geleden… Bestaan dergelijke initiatieven nog in Utrecht?

Gijs van Hesteren 11-06-2009 07:30
Zo lang geleden is het niet, eigenlijk. De deuren van De Baas sloten vorig jaar juni pas definitief. Volgens mij was er nóg een collectief café in Utrecht: Averechts. Dat bestaat nog, denk ik.

fred van der wal 17-09-2009 12:48
Goed om te lezen!