Maandelijks archief: september 2008

Innovatie als trend

“Sociale innovatie is de nieuwe trend”, dat is de stelling die het Noordnederlandse KvK-Netwerk poneert op zijn ondernemerscommunity. “Doen jullie al aan sociale innovatie? Welke ervaringen hebben jullie hiermee?” vraagt de moderator in de groep “Innovatie”.

Trends hadden meer met mode te maken, dacht ik altijd. Maar over het onderwerp heb ik wel een mening.

Als Nederlandse samenleving hebben wij de laatste decennia veel te weinig gedaan voor de ontwikkeling van kennis en competenties. Hiervoor, en voor innovatie, is zeker in het onderwijs steeds minder ruimte. De creativiteit en het eigen initiatief van docenten en scholieren/studenten zijn in toenemende mate aan de leiband gelegd. Steeds meer regels, tot in detail voorgeschreven leerplannen en -doelen, rapportage en verantwoording, het is allemaal dodelijk voor het ‘vrije denken’.
Typisch Nederlands, dat wel; in ons land is geld verdienen altijd het belangrijkste geweest. Wie daar niet mee bezig was – kunstenaars, leraren, filosofen, schrijvers, vrijdenkers – allemaal werden ze met een scheef oog bekeken. Vaak zijn dat juist de mensen die zorgen voor de ontwikkeling van de samenleving – ook van het bedrijfsleven!
Datzelfde bedrijfsleven heeft daar weinig affiniteit mee. Iedereen in het bedrijf moet rennen en vliegen, targets halen. Er wordt te zelden ruimte gemaakt voor scheppingsdrang, voor het zoeken naar maatschappelijke relevantie, voor het ontwikkelen van producten die niet morgen, maar pas over een jaar iets kunnen opbrengen.
Mijn pleidooi: maak in je bedrijf mensen, energie of tijd vrij voor niet-productieve activiteiten. Niet voor niets bieden sommige multinationals hun personeel een lounge aan waarin ze onder werktijd kunnen luieren. Nietsdoen heeft een negatieve klank, maar juist op die momenten komen goede ideeën tot rijping.
De overheid pleegt lippendienst aan de creativiteit en de innovatie, maar beschikt eigenlijk maar over één stuk gereedschap, tegelijk een machtsmiddel: zij probeert alles te regelen en te controleren. Echter, met Big Brother aan het roer zal de burger in ons land steeds meer iemand worden die zich schikt en aanpast aan de grootste gemene deler. Gevaar en risico moeten vermeden worden in dat wereldbeeld. Je hoofd boven het maaiveld uitsteken, dát zal het grootste risico worden.
Enfin, de overheid, dat zijn wij zelf.

Warmetuut – herdenking

Terug naar Warmenhuizen

Een zomerritje met de Ducati naar Noord-Holland. Het is warm, het wolkendek jaagt, maar het is droog. De Pettense zeewering biedt een indrukwekkend uitzicht op land en zee.

 

Daarna rijd ik door, naar de roots van mijn vader: Warmenhuizen. In ‘Warmetuut’ staat het grote huis in de Dorpsstraat, waar ik als jongetje in de jaren vijftig heb gelogeerd bij opa en oma. Mijn opa en naamgenoot was die grote huisdokter met de overhangende wenkbrauwen, waar ik een beetje bang voor was. Het huis staat er nog, onveranderd lijkt het wel.

Huize van Hesteren, Warmenhuizen.
Huize van Hesteren, Warmenhuizen.

Op de begraafplaats ben ik voor het laatst geweest toen ik mijn opa begroef, in 1973. Het is nauwelijks voor te stellen, zolang als het al geleden is. Ik bezoek er het graf waar hij ligt, samen met mijn oma en tot mijn verbazing met de as van mijn favoriete tante: Pans van Hesteren.

Het graf van mijn grootouders, Gijs en Lies van Hesteren, en van mijn tante Pans.
Het graf van mijn grootouders, Gijs en Lies van Hesteren, en van mijn tante Pans.

Het is een idyllische plek, waar twee meisjes me vrolijk babbelend ontvangen, zie de foto van de Dorpsstraat. Ze staan aan het graf van hun papa, die bij een motorongeluk om het leven is gekomen. Mama is verhuisd, maar ze logeren in Warmenhuizen bij hun opa en oma. Ze praten honderd uit en vinden het interessant dat ik ook een motorrijder ben.

Ik vraag hen of ze weten waar mijn oom Boelie, broer van mijn vader, is begraven. Zij weten het niet, maar een oudere dorpeling wijst het me zonder moeite. “Jong gestorven, hè?”, weet hij. Boelie werd maar 51 jaar oud. Ook hij was huisarts in dit dorp, van 1963 tot 1978. Zijn naam leeft voort in de Boelie van Hesterenstichting, die hier het lokale medisch centrum beheert.

Helaas, oom Boelie, de huisartsentraditie heb ik niet voortgezet.
Helaas, oom Boelie, de huisartsentraditie heb ik niet voortgezet.

Goed om af en toe even stil te staan bij degenen die je voorgegaan zijn. Memento Mori.

Dokterswoning van Hesteren rond 1960, collectie Peter Pronk
Dokterswoning van Hesteren rond 1960, collectie Peter Pronk