Brommers en SUV’s

In december 2018, tijdens mijn uitstapje naar Phuket, Thailand hield ik een dagboek bij. In enkele afleveringen publiceer ik het nu op mijn weblog. Dit is aflevering 3. 

Brommen en zeilen in Phuket (3)

Thailand is het land van het donkerbruine gepruttel van lichte Honda-motortjes. De gemotoriseerde tweewieler is vervoermiddel nummer één in Thailand. “Iedere Thai heeft er een”, zegt Makz. “En ze doen alles met de brommer. Ze lopen alleen van de brommer naar de voordeur, of van de voordeur naar de brommer.”
Het klopt. Niemand loopt of fietst. Je ziet alleen gemotoriseerd vervoer. Veel moderne vierwielers van vooral Japanse en Koreaanse merken. En voor elke auto die je tegenkomt zie je twintig brommers, scooters en motoren. Voor een deel een rijdend museum. Vooral veel Honda’s C50, Cub en Super cub trouwens. Daar heeft Honda er wereldwijd zo’n honderd miljoen van verkocht. Zo te zien ook in Thailand een paar. Soms hangen ze van ijzerdraad aan elkaar, maar ze doen het! Ik noem ze in dit verhaal ‘brommer’, maar dat is toch iets anders dan wat wij er in Nederland mee bedoelen. Een braaf op 45 km/u afgestelde snelheid kent men niet. In dat opzicht zijn het allemaal motoren.  Zestig is wel het minste dat ze halen, sommige hebben veel meer dan 50 cc en lopen over de honderd.

Honderd miljoen verkochte Honda’s – in alle verschijningsvormen. (Foto: Gijs van Hesteren)

‘s Ochtends ga ik daarom voor mezelf een Honda scooter ophalen, bij het verhuurbedrijfje om de hoek. De knappe jonge eigenaresse doet naast de verhuur voor Makz alle wasserij. Makz heeft voor mijn motortje bij haar een huurtarief bedongen van 400 Baht per dag, zo’n elf euro. De scooter is een Honda 150cc, voor Thaise begrippen een zware motor. Echt wel meer dan een brommer dus. Ik huur hem voor zeven dagen. Heel voorzichtig ga ik per tweewieler de meest oostelijke ‘teen’ verkennen van het hoekje van Phuket waar we zitten.
Dat is in het begin nogal confronterend. Niet alleen moet ik wennen aan de scooter, ik moet ook opletten dat ik goed links blijf rijden. Je moet ogen op stokjes hebben. Veel brommeraars hebben de gewoonte om tegen de richting in te rijden, overal schieten auto’s en brommers ineens de weg op of af. Tegenliggende auto’s halen gewoon in, omdat ze ervan uitgaan dat een brommer wel plaats voor hen maakt. Ja hé, dat zal wel moeten, anders wordt je tot moes gereden. Hier vallen jaarlijks 25.000 verkeersdoden. Makz: “Op de wereldranglijst van slachtoffers staat Thailand als tweede, ná Guatemala.”

Gijs en zijn scooter.
(Foto: Gijs van Hesteren)

Het is georganiseerde wanorde en voor zover ik erbij was gaat het wonderwel goed allemaal. Men rijdt weliswaar vaak erg hard, maar men is beleefd, ontspannen en hoffelijk. Prettiger dan het Nederlandse verkeer, waar het vooral gaat om machogedrag. Na een paar dagen voel ik me als een vis in het water. Gewoon meedoen met de locals. Negentig kilometer per uur zonder helm en jas, ik draai er mijn hand niet meer voor om.
Net zoals wij Nederlanders zijn de Thais trots op hun motorisering. De auto’s kunnen niet groot genoeg zijn – overal dikke SUV’s, MPV’s en jeeps met geblindeerde ramen. Niet dat ze die kunnen betalen, laat ik me door de farangs (westerse buitenlanders) vertellen. Maar in Thailand leert men volgens hen niet rekenen op school en een rentepercentage op een lening zegt de mensen in Thailand niets. Dat is in elk geval wat de farangs beweren. “Ze komen er vanzelf achter, als ze bericht krijgen van de bank”, zegt één van hen. Ik laat het voor hun rekening.

Bij min drie, twee, één, draait men het gas alvast half open. Toenemend geloei. Bij groen de massastart.

Brommers en motoren met een tweetaktmotor zie je praktisch niet meer in Thailand. Ook daar hebben ze milieuwetgeving. De viertaktbrommers worden op allerlei manieren gepimpt. Het straatlawaai wordt bepaald door het geblaf van open uitlaten. Vaak voorzien vooral jonge eigenaren hun vervoermiddel van een opvoersetje, zodat ze nog harder blaffen, of ze krijgen de rol van pakezel. Een zijspan van een paar honderd kilo aan een Hondaatje met vijf PK is geen uitzondering.
Hoe hard het ook gaat, of hoe zwaar de lading ook is, aan helmen doet men bijna niet. Beschermende motorkleding bestaat uit teenslippers, shorts en een T-shirt. Ik weet nu ook waarom de schakelbrommers een hak-teenschakeling hebben. Die kan je bedienen op slippers. Alleen buitenlanders krijgen een bekeuring als ze hun helm niet ophebben. De meeste farangs rijden zonder motorrijbewijs. Daar vragen de verhuurders nooit naar, al ben je wél de sjaak als je een ongeluk veroorzaakt.

Slapen en brommen

Op de vijfde december, in Nederland de dag van Sinterklaas, lig ik een groot deel van de dag op bed. Toch nog even alle jetlagverschijnselen wegslapen. Het is in Thailand zes uur later dan in Nederland. Mijn lichaam is nog altijd een beetje in de war, maar het slaapgebrek heb ik wel weer ingehaald.
Ik ga ’s middags de westelijke ‘teen’ van Phuket verkennen. Daar is het veel drukker. Er is enorm veel verkeer. Bij ieder stoplicht verzamelen de kleine Hondaatjes zich. Tien, twintig, soms dertig stuks. De lichten staan vaak minutenlang op rood. De wachttijd wordt aangegeven met een teruglopende secondenteller. Bij min drie, twee, één, draait men het gas alvast half open. Toenemend geloei. Bij groen de massastart. Daar heb ik ervaring mee, want het lijkt op motorracen. Ik neem me voor om op een andere dag een foto te gaan maken van zo’n massastart. Het komt er niet van.

Heel veel regen ineens. (Foto: Gijs van Hesteren)

Afgezien van de ontegenzeggelijk mooie kuststrook bestaat het eiland Phuket hoofdzakelijk uit stedelijke bebouwing. Die kenmerkt zich niet direct door fraaie of uitzonderlijke architectuur. Het is wat lukraak en rommelig allemaal. Hier en daar zie je een schoolgebouw. De terreinen en gebouwen van de scholen liggen er zonder uitzondering uiterst netjes bij. Ik heb enkele boeddhistische tempels gezien, maar ben niet toegekomen aan een bezoek. Ze zijn uitbundig met rode en gele en gouden krullen versierd.

In de zuidelijkste punt van buurtschap Colon staat een monument, bij Rawai Landing Pier. Ik stap van de motor. Het gaat ineens een beetje (veel) regenen. De lucht wordt pikzwart, het water en de eilanden in de verte verdwijnen achter een waas van water en een wolkbreuk stort naar beneden. Een minuut of vijf. Dan is het voorbij. Dertig Chinezen zijn net klaar met een rondvaart. Gehuld in oranje zwemvesten verzamelen zij zich mét mij onder een overdekte hangplek.
Ik deel het op Facebook. Motorvriend Marcel Debertrand reageert meteen. “Reddingsvesten? Is er een tsunami op komst?” vraagt hij. Nou, hier in Thailand in elk geval niet. Maar onlangs is er in slecht weer een rondvaartboot omgeslagen (zie bericht hieronder). Bijna vijftig toeristen zijn verdronken. Er zijn overheden die zoiets niet leuk vinden. Meer hierover in het tekstkader onderaan dit bericht.
Volgens Makz, die ervaring heeft met vaartuigen, worden de passagiersschepen niet of slecht gecontroleerd. Hij kent een surveyor van Nederlandse afkomst. De overheid had die man gevraagd of hij de schepen op veiligheid wilde beoordelen. “Hij had de schepen allemaal, zonder uitzondering, afgekeurd. Dat was nu ook weer niet de bedoeling. Hij schijnt nu zelfs met zijn leven bedreigd te worden.”

Wordt vervolgd

Onderzoek naar omslaan Thaise rondvaartboot

Phuket/Thailand – Tijdens een plotseling opgestoken zware storm, op de 5e juli, kapseisde voor de kust van Phuket (Thailand) de ‘Phoenix PC Diving’, een rondvaartboot met 89 toeristen aan boord. Naar verluidt stonden er golven van vijf meter hoog. Ondanks reddingspogingen door de bemanning kwamen 41 mensen om het leven, allen van Chinese afkomst. Alle lichamen zijn later geborgen. Van de ‘Serenita’, een tweede boot, wist men alle 42 opvarenden in veiligheid te brengen.
Zowel de Thaise als de Chinese autoriteiten namen het ongeval hoog op. Toerisme vanuit China wordt steeds belangrijker voor Thailand: in 2017 bezochten bijna tien miljoen Chinese toeristen het Zuid-Aziatische land. Het ongeluk trok internationaal relatief weinig aandacht, omdat tezelfdertijd de reddingsactie voor de in een Thaise grot opgesloten voetballertjes gaande was.
Intussen is er een onderzoek begonnen. Men wil weten waarom de kapitein midden in het stormseizoen de windwaarschuwingen heeft genegeerd. Met een speciaal uit Singapore overgekomen kraanschip is het wrak gelicht van een diepte van meer dan dertig meter. Het schip staat nu in een afgezonderde hoek van Ratanachai Shipyard te Phuket.

Het schip staat nu in een afgezonderde hoek van Ratanachai Shipyard te Phuket.
(Foto: Gijs van Hesteren)

Vorige bericht

Volgende bericht

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *