Tussen 2002 en 2006 had ik vier jaar de eer om voor GroenLinks zitting te hebben in de Gemeenteraad van Harlingen. In februari 2003 begon ik met een weblog op het internet. Ik was één van de eerste gemeenteraadsleden die zoiets deed.
Lees hier de voorgaande aflevering 8.
Maandag 2 juni 2003
De bewonersprotestgroep Goudplevier stuurde me een afschrift van een brief, die zij aan college en raad hadden gericht. Ze waren verwonderd dat wij als raadsleden deze brief nog niet onder ogen hadden gekregen vanuit het college. Ik heb beloofd een en ander uit te zoeken.
Woensdag 4 juni
De brief zit in de ambtelijke molen, nu bij de griffier, die van plan is hem dezer dagen ter inzage te leggen op de fractiekamer. Ambtelijke molens malen langzaam.
Lang gesprek gehad met mevrouw Vrij. Ze zijn nog steeds erg beledigd over opmerkingen in de raadscommissie en in de nieuwjaarstoespraak van burgemeester Arlman. Ze maken zich zorgen over wat er met het bos gebeurt deze zomer, ze vragen zich af wat er is gebeurd met de 450 bezwaarschriften.
Ik heb gesproken met de griffier van de gemeenteraad. Hij heeft een en ander uitgezocht. Hieronder zijn verhaal. Volgens de afdeling VROM is de stand van zaken als volgt:
Er is een b&w-voorstel in circulatie, waarin het volgende wordt voorgesteld:
- Er wordt een krantenartikel geplaatst over de hele problematiek; dit omdat het om een grote groep belanghebbenden gaat en ze niet alle 435 persoonlijk bericht zullen krijgen. Overigens zijn die 435 bezwaarschriften officieel geen bezwaarschriften, omdat ze niet tegen een een voor beroep vatbaar besluit zijn gericht, het gaat meer om het kenbaar maken van gevoelens, “zienswijzen”.
- De contactpersoon van de 435 bezwaarmakers krijgt daarnaast een brief, waarin de gang van zaken nogmaals wordt uitgelegd, met daarbij het verzoek dit door te geven aan de overige bezwaarmakers.
- De officiële gelegenheid om bezwaar te maken breekt aan als het plan ter inzage wordt gelegd. Dat zou volgens VROM nog net voor de schoolvakanties kunnen. Dat is weliswaar in strijd met de eis in de brief van 14 mei van Sikma en Vrij om voor 15 september geen publicaties meer te plaatsen, maar als dat tijdig aangekondigd wordt in de hierboven genoemde publicatie en brief, dan kunnen de belanghebbenden zich daarop nog wel voorbereiden.
Overigens moet het college nog wel beslissen over de vraag of we het plan inderdaad nog voor de vakantie in inspraak geven.
De resultaten van het zogenaamde artikel 10 overleg (met provincie etc.) zijn al wel binnen. Die resultaten worden, samen met de inspraakreacties te zijner tijd aan de raad voorgelegd.
Woensdag 4 juni
’s Avonds, in de commissievergadering, vraag ik de wethouder, waarom het zo lang heeft moeten duren, voordat de Goudplevierders een officiële reactie kregen en waarom die nu alleen komt, omdat wij erom vroegen.
De wethouder, Jan Sijbenga, geeft toe dat dit op deze manier niet had moeten gebeuren. Dat pleit voor het college, vind ik. Hij licht vervolgens nog eens het hele inspraaktraject toe. Daar moeten we het dan maar even mee doen.
Een ander onderwerp, waarvoor het college beslist een pluim verdient, is de aanpak van het gashouderplan aan de Fabrieksstraat. Zo vroeg mogelijk in het plantraject is het college gaan discussiëren met de raad over de haken en ogen van het plan; zo is vermeden dat de omwonenden het gevoel hebben gekregen met een voldongen feit te zijn geconfronteerd, zoals burgers dat zo vaak ervaren. En tenslotte, dat na de afweging is afgezien van het in gang zetten van de artikel-19 procedure.
Ietwat beduusd, maar tevreden en opgelucht verlieten de insprekende omwonenden de raadszaal.