Marieke Kokxhoorn van Eurogroup Consulting schreef een weblog over wifi hotspots, draadloos internet op publieke plekken. Een citaat: "Critici zijn het erover eens: De WiFi hotspot is niet hot en staat dezelfde treurige toekomst te wachten als de telefooncel. Aanbieders worden van hun geïnstalleerde openbare hotspots allesbehalve rijk. In Amerika trekken publieke WiFi aanbieders zich terug uit de markt en ook in Nederland zijn de marges laag, aldus de experts. Mobiele internetters hebben geen WiFi nodig; zij maken immers steeds meer gebruik van UMTS."
Dat is de voorzet, maar iets verderop realiseert ook Marieke zich, dat er meer kanten aan de zaak zitten. Dat is ook te verwachten, want zij was maandenlang projectleider van het project Beleef Dokkum 3D Online, waarover ik al veel vaker heb geschreven. Ik ga nog even door met citeren: "In hotels, restaurants en op campings wordt het aanbieden van gratis WiFi tegenwoordig als een norm beschouwd. Vergelijkbaar met airconditioning in een hotel, of een zwembad op een camping."
Het draadloze netwerk in Dokkum probeert aan die norm meer inhoud te geven. Geen camping of andere slaapaccommodatie, maar een hele binnenstad. Waarom investeren wij daarin? Marieke: "Wat drijft overheden en ondernemers tot deze toch wel behoorlijke investeringen als je je vraagtekens kan zetten bij de winstgevendheid ervan? Zijn consumenten nog bereid te betalen voor hun internetverbinding? Is WiFi over 5 jaar nog steeds de standaard of moeten alle toch wel kostbare netwerken dan vervangen worden door een nieuwe technologie?"
Hoezo dan Wifi?
Goeie vragen allemaal, die ik me aantrek, als penvoerder van het genoemde Dokkumse project. Ik zocht naar antwoorden en ik vond er een vijftal.
Ten eerste: hoeveel capaciteit heeft het, concurrerende, mobiele internet van telecomaanbieders als KPN, Vodafone, T-Mobile? Kan dat wel een antwoord geven op de sterk toenemende vraag naar bandbreedte? Daar ben ik nog niet zo zeker van. De gebruikte technolgie kent grenzen.
Verder. Een Wifinetwerk zoals wij dat in Dokkum bouwden is zelf niet het doel, maar een middel. Anders dus dan bij mobiel internet via het telefoonnetwerk. We willen naast internet gratis relevante informatie bieden over de omgeving, via een speciaal ontwikkelde pushpagina.
Een derde punt: Wifi is een zich voortdurend ontwikkelende technologie. Okee, GSM – GPRS – UMTS – HDSPA ontwikkelen zich ook, maar ik heb het gevoel dat het tempo erg verschilt. De bandbreedtecapaciteit van op 802.11 gebaseerde netwerken groeit veel harder dan die van de telecominfrastructuren. De variant 802.11g biet nu al een snelheid van 100mbs.
Het verdienmodel moet je bij wifi niet zoeken in de exploitatie van het netwerk, maar in het verlenen van diensten. Misschien moeten de dienstverleners wel betalen, in plaats van de gebruikers. Gezien de huidige ontwikkelingen rond het internetgebruik lijkt me dat de juiste benadering. Wie betaalt er nog voor internetproducten?
Tot slot: vooral een lokaal wifinetwerk leent zich erg goed voor het aanbieden van lokale content; dat is bij bovenregionale en nationale netwerken toch heel anders. Juist dat maakt een wifi stadsnetwerk tot een goed en vernieuwend middel.
Deze antwoorden zullen ook ten grondslag liggen aan andere initiatieven voor stadsnetwerken, zoals in Groningen, Leeuwarden, Sneek, Leiden, Eindhoven, Rotterdam, Antwerpen, Brugge (steden die me nu even te binnen schieten).
Meer over Beleef Dokkum en Wifi
Het weblog van Marieke Kokxhoorn:
De Wifi hotspot; telefooncel of airconditioning
WiFi stadsnetwerken kunnen zinvol zijn en bieden natuurlijk prima bandbreedte, dat is buiten kijf.Maar enige kanttekeingen lijken mij wel op zijn plaats. De eerste kanttekening betreft het kostenaspect. Naast de initiële investering moet ook rekening worden gehouden met de meerjarige exploitatie- en onderhoudskosten.
De vergelijking met hotspots in hotels en op campings gaat in mij ogen een beetje mank. Op de camping en in het hotel gebruik ik mijn laptop en dan is een WiFi hotspot prima. In de stad loop ik met een (smart)phone en dat is toch iets anders. Dat leidt direct naar het punt ‘gebruiksvriendelijkheid’. Voor het gebruik van WiFi moeten veel smartphones omgeschakeld worden, omdat de meeste toestellen die een provider uitdeelt bij een abonnement zo zijn ingericht, dat altijd de voorkeur wordt gegeven aan het netwerk van de provider. In zo’n geval moet je dus het netwerk van de provider uitzetten om WiFi ten volle te kunnen gebruiken. Consequentie: je kunt niet bellen en gebeld worden als je WiFi gebruikt. Ook raakt de batterij aanzienlijk sneller uitgeput, zeker als je LBS (Location Based Services) gaat toepassen op basis van GPS localisering.
Ik blijf een voorstander van het gebruik van de infrastructuur ‘die de gebruiker zelf meebrengt’. Dat geeft het grootste gebruiksgemak en de informatieaanbieders dragen geen kosten voor de infrastructuur. Zij kunnen zich beperken tot het aanbieden en bereikbaar maken van de feitelijke informatie en dat moet in alle gevallen gebeuren, los van de communicatietechniek. Omdat het veelal ook gaat om informatie geschikt voor een smartphone, is dat qua content dermate beperkt, dat hiervoor zonder problemnen de flat-fee bundel van de gebruiker aangesproken kan worden. Het pushen van informatie lijkt mij persoonlijk niet aantrekkelijk. Dat ontaard heel snel in het ‘spammen’ van gebruikers en dat gaat ten koste van het enthousiasme bij gebruikers.
Voeg daaraan toe dat de publieke 4G netwerken (LTE, de opvolger van UMTS+) in Europa op het punt van uitrollen staan. Deze netwerken zijn ontwikkeld voor 100Mb/s bij een flink aantal concurrent users per basisstation. Mijn conclusie over WiFi stadsnetwerken: als je ze al hebt: prima, als je ze nog moet aanleggen: niet doen!
Keimpe, dank voor je kanttekeningen. Ik vind het altijd prettig wanneer er feedback komt.
1. Over jouw stelling dat een horecanetwerk heel iets anders is dan een stadsnetwerk:
Het draadloze netwerk voor toeristen was slechts een eerste stap. Een toeristisch wifinetwerk is mooi, maar er is zoveel meer mogelijk met draadloze internettoegang. In Groningen kan je dat zien: de Universiteit en de Hogescholen investeren een miljoen of drie in het netwerk, om hun studenten en medewerkers de gelegenheid te geven het intranet te gebruiken. De Gemeente doet daaraan mee, om ‘slimme’ toepassingen te vergemakkelijken, zoals vuilcontainers die een seintje geven als ze vol zijn, of bewakingscamera’s die flexibel kunnen worden geplaatst.
Zo zie je, dat gebruik op campings en hotels naadloos kan overgaan in heel andere toepassingen, met een heel ander businessmodel. Hetzelfde zie je bij de aanleg van fibernetwerken. Misschien niet altijd een noodzakelijke investering in het NU, maar voor STRAKS een belangrijke aanjager van de ontwikkeling van nieuwe vormen van dienstverlening en content.
2. Ik ben geen groot kenner van slimme telefoons; die beperkt zich in hoofdzaak tot de mijne. Die vraagt elke keer consequent en netjes via welke provider ik het internet op wil gaan. In de tussentijd kan ik nog steeds gewoon bellen. Ik vind het echt ‘smart’. De gebruiker bepaalt en niet de telecomprovider. Als het in bepaalde gevallen anders is zou ik die gebruikers aanraden zich er niet bij neer te leggen.
3. De aanleg en exploitatiekosten van een lokaal netwerk zijn aanzienlijk, zeg je. Zeker, maar voor een nationaal telecomnetwerk geldt dat ook. Het zijn dezelfde consumenten die uiteindelijk de rekening betalen. In de exploitatiemodellen die voor een draadloos netwerk te bedenken zijn, kan je het grootste deel van de kosten wegschrijven tegen de opbrengsten van de diensten die ik onder (1) noemde. Dan spreek ik nog niet eens over de maatschappelijke waardevermeerdering: lokale ondernemers die geactiveerd worden door het nieuwe verkoopkanaal, lokale culturele organisaties die zich op een andere manier kunnen presenteren, een nieuw kanaal voor nieuws en evenementen dat zich op een nieuwe manier aandient.
4. Het pushen van informatie moet je voorzichtig doen. Je moet je beperken tot datgene waaraan de gebruiker behoefte heeft. Je kan daarnaar een ‘educated guess’ doen. Dat is wat we gebouwd hebben voor ‘Beleef Dokkum’. Ik en mijn partners nodigen je van harte uit voor het openingsevent, dat ergens in april zal plaatsvinden.
5. Ach, ik kan nog wel even doorgaan. De waarheid heb ik niet in pacht, maar ik bezit het vermogen om ergens in te geloven. Beter dat en tegen beter weten in, dan je aanpassen in de wereld zoals ie is en het allemaal wel ‘best genoch’ te vinden.
In mijn optiek is het minder belangrijk of er winst mee gemaakt wordt in Euro’s dan of er verlies door ontstaat in gezondheid. Straling is voor sommige mensen al een bron van ellende, en ik vermoed dat dat bij steeds meer mensen gaat spelen.
Maar dat zal pas over een aantal jaren blijken, net als bij het roken gebeurde.
@ Rene Louwman.
Mocht op een zeker moment onomstotelijk komen vast te staan dat dergelijke elektromagnetische straling gezondheidsproblemen veroorzaakt, dan zullen we daar als samenleving consequenties uit moeten trekken.
Het zal niet meevallen, want waar leg je de grens? Ook televisie, radio, telefonie, radar zijn voorbeelden van kunstmatig opgewekte straling. Misschien zijn die ook schadelijk. Kunnen we nog zonder? En wat doen we met natuurlijke vormen van straling, zoals die van de zon en de achtergrondruis van het melkwegstelsel? Verbieden?
Een interessante discussie ontstond ook op het blog van Marieke Kokxhoorn, naar aanleiding waarvan ik mijn bovenstaande posting schreef: http://blogs.magnus.nl/mblog/2010/02/de-wifi-hotspot-telefooncel-of-airconditioning/#more-834
Zo stelt Sawan Bruins daar, dat de overheid zich actiever zou moeten opstellen, niet zozeer om Wifi aan te jagen, maar liever om innovaties als Wimax een kans te geven. Hij schrijft: "Als de overheid investeert in innovatie, komen er van zelf marktpartijen die nieuwe technologieën adopteren".
Ook Robert Jansz van Stichting Draadloos Groningen reageert. Dat citeer ik hier graag, want ik deel zijn mening.
"Stedelijk draadloze netwerken kunnen meer zijn dan een verzameling hotspots. Als de antennes te zamen een aaneengesloten netwerk vormen, dan zijn er veel meer toepassingen mogelijk op het netwerk, bijvoorbeeld het aansturen van apparaten, het monitoren van omgevingsvariabelen in de stad (milieu, verkeer, veiligheid, etc.), het volgen van objecten en lokatieafhankelijke informatievoorziening.
Juist omdat er veel meer toepassingen zijn dan Internetten is het eerder mogelijk om het netwerk winstgevend te maken. De netwerkbeheerder moet overigens wel toestaan dat derden diensten over zijn netwerk aanbieden (en daar een vergoeding voor betalen).
Stedelijke draadloze netwerken zijn dus meer dan de hotspots die op vliegvelden en stations worden aangeboden. De innovatie zit niet in de technologie, maar in de nieuwe vormen van dienstverlening die door het netwerk mogelijk worden. De rol van publieke partijen hierin is op voorhand te garanderen dat diensten van het netwerk worden afgenomen, waarmee een deel van het business model gedekt is."
Het ‘hotspot’ gedeelte zal steeds minder interessant worden, omdat de mobiel internet abonnementen steeds goedkoper worden.
Ik kijk juist uit naar wat men in Groningen met de technologie gaat doen, het biedt zeker mogelijkheden. Bijvoorbeeld het draadloos aansturen van bewakingscamera’s (ideaal op plekken waar geen netwerkbekabeling aanwezig is, denk aan monumentale panden).
Ook heeft men het gehad over de ondergrondse afvalcontainers, deze zouden via wifi kunnen aangeven dat ze vol zijn. Mogelijkheden genoeg!
Jan Mulder
Het lijkt er helaas vaak op dat de overheid tegenwoordig niet meer heel veel innoverend vermogen heeft. Natuurlijk is het leuk dat iedereen WiFi kan gebruiken en hier gratis informatie over een dorp, stad, etc. op krijgt. Ik ben alleen bang dat het verdienmodel niet gaat werken. Dat is ook de reden dat dit soort initiatieven in het buitenland vroegtijdig zijn gestopt.
Gebruik maken van bestaande technologie zonder verdienmodel moet haast wel fout gaan. Ik had liever gezien dat de overheid doet wat ze zou moeten doen, namelijk innovatie een kans geven. Een manier is in plaats van WiFi, WiMax gebruiken. WiMax is nog niet geïntegreerd in veel apparaten, maar dat komt door een soort van kip-ei discussie. Als er geen WiMax apparaten zijn, waarom zou je dan een netwerk bouwen en anders om.
Juist de overheid heeft de taak om dit soort innovatie van de grond te krijgen (natuurlijk in samenwerking met het bedrijfsleven). In het verleden deed de overheid dit ook, denk aan post, kabelmaatschappijen, mobiele telefonie, etc. Allen gestart met behulp van overheden. Als in deze technologiën niet geïnvesteerd was door de overheid maakten we nog steeds gebruik van postduiven en paard-en-wagen.
Tot slot is dan de vraag of het sponsoren van innovatie door de overheid niet zonde van het geld is. Dit is op korte termijn waar, maar bijvoorbeeld de GSM- en later UMTS-licentieveiling hebben vermoedelijk de initiële investering in het GSM-netwerk van KPN meer dan goed gemaakt.
Als de overheid investeert in innovatie, komen er van zelf marktpartijen die deze technologieën adopteren. Als de overheid investeert in bestaande technologie zal dit jammerlijk falen.
Deze reactie is dezelfde als op http://blogs.magnus.nl/mblog/2010/02/de-wifi-hotspot-telefooncel-of-airconditioning/#more-834