…En mijn werk als freelancejournalist voor de krant stopt ook
HARLINGEN – Sinds deze week heeft Harlingen met het standbeeld voor Rikus Poes een bronzen journalist erbij, maar vanaf januari gaan de journalisten van vlees en bloed eruit – in ieder geval freelancers zoals ik. Lees voor de details het artikel van Wout Gerstel op harlingentv.nl. De afgelopen jaren heb ik met erg veel plezier artikelen geschreven over Harlingen en omgeving. Eerst nog samen met mijn partner Inge, later, na haar ontijdige overlijden, alleen. Heel erg jammer dat aan deze vruchtbare en fijne periode nu een einde komt. Er is geen budget meer voor.
Zeker, ik heb begrip voor de positie van de uitgever van de Harlinger Courant. Ook onze stad heeft uiteindelijk niet kunnen ontkomen aan de wereldwijde crisis van de lokale nieuwsvoorziening. Wereldwijd willen de mensen wel nieuws lezen, zien of horen, maar ervoor betalen doen ze liever niet. Vandaar steeds meer ‘nepnieuws’ via sociale media. Hetzelfde geldt voor de adverteerders, die bijvoorbeeld kiezen voor onlinereclame. Voor heel veel journalisten betekent het echter de bijstand, of omscholing. Gelukkig heb ik nog een Groot Vaarbewijs. Misschien ga ik weer varen.
Wat de stad betreft: die heeft nog altijd behoefte aan volwaardig, onafhankelijk, eerlijk en objectief nieuws. Op mijn weblog gijsvanhesteren.nl heb ik regelmatig ‘oude’ artikelen uit de Harlinger Courant gerecycled. Zo heeft iedereen kunnen meelezen hoe ik de afgelopen jaren heb geprobeerd een kleine bijdrage te leveren – in prettige samenwerking met de uitgever en de redactie van de Harlinger Courant. Ik dank hen voor de kans die ze aan Inge en mij hebben geboden. Laten we hopen dat er een waardige vervanger komt, hetzij op papier, hetzij via het internet.
Voor de goede orde: tot eind december lever ik bijdragen aan de Harlinger Courant. Daarna blijf ik werken als correspondent voor scheepvaartkrant Schuttevaer. En voor motorbladen als Het Motorrijwiel of het bondsblad van Motorsport Organisatie Nederland (M.O.N.). Vanzelfsprekend ben ik beschikbaar voor opdrachten in de communicatie, reclame, advisering en journalistiek. En vanaf nu ook weer als schipper…
HARLINGEN – In april 2016 schreven we over het leven aan boord van schoolschip ‘Regina Maris’. Onder de vleugels van stichting ‘School at Sea’ hadden jonge mensen van veertien á vijftien jaar oud zes maanden lang de Atlantische Oceaan bezeild. Niet de kapitein of de meevarende leraren bepaalden het leven aan boord. De leerlingen organiseerden het zelf. Vanaf 2017 heeft School at Sea’ een nieuw vlaggenschip: de Harlinger topzeilschoener ‘Thalassa’.
De schoener ‘Thalassa’ en School at Sea
‘Het idee trok ons al heel lang aan’, vertelt kapitein-reder Jacob Dam. ‘We stonden sinds een paar jaar op de lijst als reserveschip voor de ‘Regina Maris’. Vanaf komend jaar vaart Martin Duba, de kapitein van de Regina, voor een vergelijkbare Duitse stichting. Dat geeft ons de kans om eropuit te gaan met Nederlandse leerlingen. Geweldig, als je kijkt wat we hen kunnen bieden. Een bijzondere ervaring voor deze jonge mensen. Met 46 opvarenden samenwonen in een beperkte ruimte, maandenlang, daarmee geef je ze iets mee. Dit is iets totaal anders dan het gebruikelijke charteren.’ Lees verder Kids in zee met School at Sea→
HARLINGEN – Een schip dopen doe je meestal vóór het in de vaart komt, maar het kan ook andersom. Agnes en Eelke Dykstra kochten begin vorig jaar het charterklippertje ‘Onrust’, voorheen bekend als ‘Heer Leo’ en ‘Tadorna’. Het schip liep in 1885 van stapel bij de werf Bodewes te Martenshoek. De Dykstra’s trokken het schip bijna helemaal leeg. De in prima staat verkerende machinekamer en de tuigage bleven behouden. Voorzien van een luxe-accommodatie voor 16 personen kwam het schip dit voorjaar als ‘Elbrich’ terug in de vaart.
Na afloop van een succesvol eerste vaarseizoen was er half oktober eindelijk tijd voor de doopplechtigheid. De Dykstra’s kozen de kade van de Nieuwe Willemshaven als locatie, recht tegenover de ambachtelijke bierbrouwerij ‘Brouwdok’. In dit post-industriële gebouw vertelt Elbrich Dykstra (15): ‘Dat mijn ouders voor de naam ‘Elbrich’ kozen was eigenlijk mijn idee. Voor de grap had ik dat gezegd, hoor. Ik vind het zelf ook een prachtig schip. Al een paar keer heb ik meegevaren. Aan het roer staan gaat me goed af. Aanleggen en zo, dat doe ik nog niet, hoor.’
Eelke Dykstra: ‘In de jaren tachtig charterden de gebroeders Bruinsma met een boltjalkje met die naam. Naar het schijnt ook vernoemd naar een dochter. Gewoon een mooie naam, vonden we.’
HARLINGEN – De 24e Kuiper Brandarisrace trok dit jaar 63 deelnemers. Vanuit de Boontjes voor de haven van Harlingen zeilden zij zonder één enkele overstagmanoeuvre, hooguit met een enkele gijp, naar de aanloop van Terschelling. De zuidelijke wind bereikte af en toe in vlagen zes tot zeven Bft. Het afgaande tij sleurde de snelsten binnen anderhalf uur naar de finishlijn, op het kruispunt van de Noordmeep en de Slenk.
Het was 21 oktober. De schepen werden geacht onder zeil te gaan in de Boontjes, ten zuiden van het startschip. Daarna zouden zij vóór de wind en voorstrooms de wedstrijd beginnen. Veel schippers hielden hun schip kort boven de startlijn gaande, met behulp van de motor. Hier en daar leidde dat tot chaotische taferelen, want eenmaal onderweg, met de zeilen bol, viel er niet veel meer te corrigeren. Dat ging zeker op voor Peter van Weelderen, die halfwinds en met de stroom over bakboord van start wilde gaan. Hij belandde met zijn Eensgezindheid bijna bovenop het startschip en boei BO43. Lees verder Als een speer naar Terschelling→
De Argentijnse performance-kunstenaar Flora Reznik woont al een tijdje in Den Haag en kreeg van het Leeuwarder kunstcollectief Voorheen de Gemeente (VHDG) een rijdend atelier ter beschikking. Daarmee reed zij zes weken door de provincie. Lees hierover ook Flora Reznik met SRV-bus op reis door Friesland. Op 7 oktober vond haar eerste performance plaats en op 21 oktober sloot ze het project af met een presentatie. Tot de 18e november nog te bezoeken.
HARLINGEN – Wedstrijdzeilen met traditionele schepen op het Wad: aan de ene kant zo weinig mogelijk geregel en gezeur, aan de andere kant een duidelijk en gemeenschappelijk overeengekomen reglement. Goed zeemanschap en een beetje doorzettingsvermogen vullen het aan. Deze voorwaarden maken de jaarlijkse Nationale Waddenrace tot een succes. Niet voor het eerst sleept Joost Martijn met zijn eenmasttjalk ‘Overwinning’ de eerste plaats in de wacht. De Harlinger Courant zeilt mee, aan boord van één van de deelnemende schepen.
Het reglement van de wedstrijd stelt dat de deelnemers in willekeurige volgorde de vijf Waddenhavens Den Oever, Oudeschild (Texel), Oost-Vlieland en West-Terschelling moeten aandoen. Zeilend natuurlijk, behalve in de havens zelf – daar gaat de motor aan. Zodra een loper een selfie heeft genomen van een codewoord bij het havenkantoor gaat de reis verder. Ook dit jaar leidt het tot spannende taferelen in krappe haventjes. De meeste deelnemers finishen al in de nanacht van zondag de 5e november, met vaartijden tussen de vijftien en twintig uur. Alleen de laatste in de rangschikking, de Kaat Mossel, arriveert pas in de vroege zondagmiddag.
De Waddenrace heeft een nieuwe voorzitter, Remco Visser. Vrijdagavond, tijdens het palaver in het gebouw van de Koninklijke Nederlandse Reddings Maatschappij KNRM, zegt hij over zijn nieuwe rol: “Al jaren neem ik met heel veel plezier deel aan de wedstrijd. Zo doe ik iets terug. Leuke deelnemers die weten waar ze mee bezig zijn, een ontspannen sfeer, zo min mogelijk regels, dat kenmerkt de Waddenrace.”
Zeekano
Zaterdagochtend al vroeg scheept de Harlinger Courant zich in op Vissers’ keenaak (of leunder) ‘Alida’, het laatst overgebleven exemplaar van dit scheeptype. De ‘Alida’ is met zijn 32 bij 5,10 meter een lange, flexibele zeekano met heel weinig diepgang. Remco Visser: “Met dit schip zeilen we vaak in één streep naar ons doel. De diepgang is normaal gesproken 85 centimeter.”
Een groot deel van de bemanning komt van het skûtsje ‘Engelina Smeltekop’, dit jaar IFKS-kampioen in de klasse a-klein. Een ontspannen, maar ter zake kundig gezelschap. Tijdens het ochtengloren staat er een lopende zuid-zuidoostenwind. Alle schepen zetten zeil in de voorhaven van Harlingen. Eenmaal buiten de pieren stuurt Visser de ‘Alida’ op een aandewindse koers, richting Den Oever en Oudeschild. Met het opkomende tij is het varen over de ondieptes van Molenrak en Zachtebed voor niemand een probleem. Al snel blijkt dat de eenmasttjalken en -klippers scherper aan de wind zeilen. De meesten maken een slag naar Den Oever. Alleen de de imposante tweemastklipper ‘Dageraad’ en de ‘Alida’ kiezen voor Oudeschild als eerste haven. “We komen zowat tot Oudeschild als we deze slag voortzetten”, stelt Visser. “Dan kunnen we net zo goed even naar binnen gaan”.
Hectische rondedans
Kort voor de ‘Dageraad’ arriveert de ‘Alida’ bij Oudeschild. Loper Sander Hasper springt aan wal en rent naar het havenkantoor. Tijdens het keren van de keenaak komt de ‘Dageraad’ binnen. Het leidt tot een hectische dans voor twee platbodems in de krappe havenkom. Vervolgens kruisend de Bollen over, richting Den Oever, totdat de ebstroom zo sterk wordt dat er geen voortgang meer is. Visser: “Ik had gehoopt dat Den Oever bezeild zou zijn. Jammer. Laten we dan nu maar de verplichte vier uren rust nemen. Dat is onze joker!”
Tijdens het ankeren zien wij de schepen die eerst voor Den Oever kozen één voor één voorbij zeilen, richting Texel. De ‘Lotus’, de ‘Boreas’, de ‘Overwinning’ voorop. Rond vier uur ’s middags zet de ‘Alida’ weer zeil. Ook op de Dageraad wordt men wakker, maar problemen met het grootzeil leiden tot grote achterstand.
Aan de wind over stuurboord is de voorhaveningang van Den Oever nét bezeild. Totdat in de laatste honderd meters de vloedstroom het schip iets teveel om de oost wegzet. Lukt het of niet? Het zwaard bonkt over de stenen. Te dicht bij de noordelijke havenpier. Overstag! Het gaat nét goed. Loper van en aan boord en weer verder. “Het is even zoeken naar de juiste koers”, zegt Visser. “We zeilen noord-noordoost, tussen twee bankjes door.”
Het is intussen donker geworden. Het weer is druilerig en kil. Rond zeven uur ’s avonds trekt het gasproductieplatform van Elf Petroland aan stuurboord voorbij. Pas tegen tien uur vanavond is het hoogwater. “We wagen het erop”, zegt de schipper. Dwars over de banken, koers havenhoofden van Vlieland.
Spannend
Dan uit het niets een windschifting – van zuid naar west en sterk aantrekkend. De havenmond ligt plotseling in de wind. De schippers moeten opkruisen. Bijna tegelijk met de ‘Overwinning’, de ‘Hollandia’, de ‘Boreas’, de ‘Lotus’ en de ‘Voorwaarts’ bezeilt de ‘Alida’ de haven. Visser: “We zitten in de kopgroep. Alleen, de kopgroep is een beetje groot. Het wordt nu spannend hoor.”
Ook hier een rondedans voor tjalken en klippers. De ‘Alida’ verslaat de Lotus in de havenkom van Vlieland. Omhoog weer de zeilen, richting Stortemelk en Schuitengat. Het wordt een stuk warmer. De maan verschijnt vanachter de jagende wolken. Aan een heldere horizon lokken de lichten van vuurtorens.
Met ruime wind hobbelen de schepen over de zeedeining in het Stortemelk. In het Schuitengat is de ‘Alida’ veel sneller. Visser steekt grote stukken af en zeilt gemakkelijk boven de ‘Boreas’ en de ‘Lotus’ langs. Hoezo vaargeul? Het is bijna tien uur in de avond als stuurvrouw Jana Schatto bevallig als een hinde terug aan boord springt. Dat lukt nog net, want de schipper heeft al losgegooid. “Het is wel een wedstrijd, hé!” moppert hij.
Op het voordek
De ‘Alida’ lijkt vierde te liggen, achter de ‘Overwinning’, de ‘Voorwaarts’ en de ‘Hollandia’. “Je weet nooit helemaal zeker hoe je ligt, want pas na controle van de logboeken bepaalt de wedstrijdleiding de volgorde.”
Het is nog maar kort na hoogwater. In één streep naar de Meep, over het zand heen. “Allemaal op het voordek, dat scheelt weer!”
De ‘Boreas’ kiest voor een koers achterlangs Griend. De ‘Alida’, permanent over de platen zeilend – “Dat scheelt tegenstroom. Of het kan? We gaan het zien.” – draait samen met de ‘Voorwaarts’ de Blauwe Slenk in. De ‘Hollandia’ verliest de aansluiting, de ‘Overwinning’ bouwt zijn voorsprong uit. Het gaat ineens tergend langzaam, vanwege de sterk ingezette ebstroom.
Voor ons ligt Harlingen, in een zee van licht, aan het eind van een lang lint van knipperende rode en groene bakens. De snackbar en het bruine cafeetje wachten ons op. Plat voor de lap, nek aan nek met de ‘Voorwaarts’. Natuurlijk kiest de ‘Alida’ ervoor om de Pollendam aan de noordelijke, ‘verkeerde’ kant te passeren. Dan trekt het dicht, de glorieuze volle maan verdwijnt achter wolken en het begint te regenen. We varen in de havenmond van Harlingen – het zit erop. De ‘Boreas’, die heeft gekozen voor de koers noordelijk van Griend, heeft er uiteindelijk geen voordeel van. De ‘Alida’ finisht op een prima vijfde plaats.
ENKHUIZEN – Al meer dan vier decennia vindt op het IJsselmeer ten noorden van het Krabbersgat de Enkhuizer Klipperrace plaats. In de woorden van bestuurslid Henk-Jan Plaatje: ‘Dit stuk nostalgie is eigenlijk niet in woorden te vatten. We grijpen met dit evenement terug naar de late negentiende en vroege twintigste eeuw, toen deze binnenvaartschepen hun gloriedagen beleefden. Maar de wedstrijd is tegelijkertijd een eerbetoon aan de afgelopen decennia, waarin de schippers hun klippers een nieuw leven gaven in de chartervaart. Intussen varen de schepen al langer met passagiers dan ze ooit zeilden als vrachtschip.’
La Bohème totaalwinnaar Enkhuizer Klipperrace
De Commissie Enkhuizer Klipperrace (CEK) organiseert het al 43 jaar: de Enkhuizer Klipperrace. In tegenstelling tot de twee voorgaande edities telde de zondagrace dit keer mee voor de einduitslag. Beide dagen kenmerkten zich door geweldig mooi najaarsweer, met een lopend windje uit zuid- tot zuidoostelijke richting en vooral op de tweede dag heel veel zon. Na een verwoede strijd ging het Zilveren Logboek voor de totaaloverwinning in de A-klasse naar Leon van der Loo van de stevenaak La Bohème. In de B-klasse veroverde Jorrit Jouwsma van de tweemastklipper Deinemeid de Zilveren Haring. Lees verder Wedstrijdzeilen met oude schepen→