Maandelijks archief: september 2010

Voetbaldrama door gemiste strafschop

Vandaag opgenomen: anti-alcoholcommercial

Kollumerzwaag. De boys van het B1 team van Voetbalvereniging ‘ De Friese Boys’ uit Kollumerzwaag spelen een belangrijke thuiswedstrijd. Als ze winnen promoveren ze naar de hoofdklasse! De dag ervoor hamert de coach erop dat iedereen vroeg naar bed gaat. Het drankje dat ze normaal gesproken met de hele groep nog even drinken in de kantine gaat dit keer dan ook niet door.

Één van de jongens moet de kantine nog even opzoeken omdat zijn tas er nog ligt. Hij laat zich overhalen om toch wat te drinken en slaat in rap tempo een stuk of tien biertjes achterover, voordat hij slingerend naar huis fietst.

In de allerlaatste minuut van de wedstrijd moet de beslissende penalty genomen worden. Niemand wil de penalty graag nemen en het team wijst de jongen met de kater aan. De druk is enorm. Iedereen moedigt hem aan. Er klinkt spannende muziek. In slowmotion neemt hij een aanloop, terwijl  de spanning van zijn duffe gezicht straalt.
De bal gaat hopeloos naast en de jongen wordt bespot door zijn teamgenoten, coach en het publiek. Hij valt van teleurstelling op de grond. Iedereen gaat naar de kleedkamer en laat hem liggen.

Bittere teleurstelling

Dit is het scenario van de tweede NetNix videoclip, die in beeld brengt wat overmatig alcoholgebruik met je kan doen. In juni van dit jaar werd al een videoclip opgenomen op het  ‘Piter Jelles Impulse’ in Kollum. De videoclips, vier in totaal, worden gemaakt in opdracht van de gemeente Kollumerland. Jongeren uit die gemeente spelen er de hoofdrol in. De organisatie is in handen van studenten van de opleiding Media & Entertainment Management van Stenden Hogeschool Leeuwarden.

Voetbalvereniging ‘De Friese Boys’ verleent graag medewerking; ook op het voetbalveld in Kollumerzwaag zijn de gevolgen van overmatig alcoholgebruik onder jongeren onmiskenbaar.

NetNix is een stichting die mediaproducties door en voor jongeren maakt. De NetNixproducties hebben betrekking op maatschappelijke thema’s waar jongeren zoal mee in aanraking komen. Al doende laat NetNix jongeren kennis maken met nieuwe media en de mogelijkheden die de digitale snelweg hen biedt op de arbeidsmarkt in Noordoost-Friesland. Begin 2010 kende de provincie Friesland in het kader van het Meerjarenprogramma Landelijk Gebied een subsidie toe aan NetNix voor de inrichting van een multimediastudio in Feanwâlden. Die is inmiddels volop in ontwikkeling.


Tekst: Anneke Smidt, Stichting NetNix.


Meer foto’s van de opnamesessie

Meer blogs over NetNix

Dorpshuis nieuwe stijl in ontwikkeling

Opschalen van het digitale dorpshuis

Het virtuele loket is een praktische uitwerking van het ‘dorpshuis nieuwe stijl’ – een dorpshuis dat is opgebouwd uit hout en steen én uit digitale onderdelen.

In de gemeente Achtkarspelen staat het project goed op de rails. Apparatuur, financiën, aanbieders, gemeente, dorpshuis, vrijwilligers, locatie, communicatie, het is allemaal geregeld of het wordt binnenkort afgetikt. Nu de andere Noordoostfriese gemeenten nog. Een voorbeeldlocatie in de gemeente Achtkarspelen zal zeker helpen hierbij. We verwachten een feestelijke opening in november.

Het digitale loket op de braderie

Het digitale loket op de braderie van Twijzelerheide.


Wat betreft die andere gemeenten het volgende. Samen met onder meer woningcorporatie Thús Wonen ben ik in overleg met welzijnsstichting ’t Bolwerk, vertegenwoordigers van de drie gemeenten Dongeradeel, Dantumadeel en Kollumerland, de afdeling Economische Zaken van de Provincie Fryslân, Zorgclub Pasana en nog zo wat gremia. Dat doen we in het kader van ‘Smart Rural Network Society’. Dat is een onderdeel van Vital Rural Area. De regio Noordoost-Friesland is uitgeroepen tot één van de twaalf zogenaamde krimpregio’s met kansrijke projecten. Daarom krijgen we hulp en bijstand van diverse ministeries. De begeleiding van het landelijke Centrum voor Pulieksparticipatie is daarvan een voorbeeld.

Ach, het betekent weer veel besprekingen, die niet altijd leiden tot tastbare resultaten op de heel korte termijn. Toch, ik ben allang blij dat iedereen in consensus met elkaar om de tafel zit. Als representant van kabel Noord, een regionaal (soort van) MKB-bedrijf, zie ik het als mijn rol om parallel aan het praten en onderzoeken alvast aan concrete projecten te werken. Ik noem het virtuele loket, de digitale supermarkt, de virtuele dorspcommunity, de zorg op afstand, het nieuwe werken en nog zo het een en ander.

Komende week willen we het eens worden over een dorpslocatie, daarna gaan we via enkele sporen verder: bouwen aan draagvlak, onderzoek onder bewoners, opzetten pilotdiensten (dat zie ik als mijn klus). Deze week wordt ik geacht één van de hoofdstukken te schrijven van het projectplan. Het Centrum voor Publieksparticipatie zit ons achter de broek, dus dat moet lukken, want anders…

Our Common Future 2.0 – Toerisme in 2035

Tweede sessie Thema Toerisme

Hoofdkantoor Grontmij, De Bilt. Licht teleurgesteld door de zeer lage opkomst zijn we met ons zevenen toch vol goede moed begonnen aan onze tweede bijeenkomst. We hoopten hier spijkers met koppen te kunnen slaan en dat is gelukt.

Het praatte gemakkelijk in zo’n kleine groep. We hebben rekening gehouden met alles wat tijdens de eerste sessie op 7 september is besproken. Dat was zeer uitgebreid genotuleerd door Moniek van Daal. Erg prettig, het gaf veel houvast.

Natuurlijk was het best ingewikkeld om met zoveel achtergronden en vanuit zoveel visies te komen tot een voor allen aanvaardbare thematiek. Aan het eind waren we eruit en zelfs konden we een aantalvan de belangrijkste taken verdelen.

Volgende week vrijdag zullen we per subthema een beknopte powerpoint aan elkaar presenteren. Die documenten worden het uitgangspunt voor het uiteindelijke hondertal pagina’s dat we midden december moeten aanleveren. We zien elkaar dus over precies een week weer.

Herkansing; we hopen natuurlijk dat in elk geval de mensen die aangaven dat ze verhinderd waren erbij kunnen zijn en wie weet: degenen die niets hebben laten horen. Ook zij zijn nog steeds welkom!

Zie alle foto’s op http://ocftoerisme.hyves.nl/fotos/?autoOpenAlbumId=0

Alex en zijn Peeren Honda

Assen, Centennial TT. We spreken met Frits Peeren. Hij praat graag en veel over zijn sport. In de jaren zestig lag hij vaak vooraan in de wedstrijd met zijn eigenbouw variant op de beroemde Honda CB 450, de ‘Black Bomber’. In zijn geval was de machine altijd blauw. Hij bedacht en vervaardigde zelf nokkenassen met het naar zijn inzicht optimale profiel en een versnellingsbak met close-ratioverhoudingen.

Alex met de Peeren Honda.
Alex Siertsema. Classic Centennial TT september 2010. Foto Inge van Hesteren

Peeren zelf rijdt geen races meer. Een jaar of tien geleden verkocht hij de machine aan Alex Siertsema. In het dagelijks leven is Siertsema eigenaar van een keten van kapsalons in Dokkum en Zevenhuizen, maar in de weekeinden komt zijn ware aard naar boven: met de Honda en een Ducati Pantah maakt hij de circuits onveilig in de internationale historische motorraces van de IHRO.

“Deze Honda gebruik ik eigenlijk alleen nog voor parades,” verklaart Siertsema. “Het is gevoelige machinerie. Niet dat het nou zo vaak stuk gaat, maar veel onderdelen zijn handgemaakt en voor zover ze dat niet zijn, zijn ze onbetaalbaar geworden. Bovendien is het motorkarakter niet altijd vriendelijk voor coureur en publiek. De eerste versnelling gaat tot over de honderd kilometer per uur. Op krappe circuits is er niet mee te rijden. De uitlaten zijn gemeten op 125 dB, dat is meer dan twintig dB boven het maximaal toegestane op de huidige circuits. Dat mag alleen nog bij demo’s en parades zoals deze Centennial!”

Als laat in de vrijdagmiddag alle rijders in optocht naar het Asser Koopmansplein rijden, moet Siertsema afhaken. Het hierboven al omschreven motorkarakter veroorzaakt afslaan van de machine. De parade gaat dermate langzaam, dat de machine niet op toeren kan komen, al blijft hij in de eerste versnelling. “De motor is echt te piekerig, bovendien komen de dakpannen van de daken, met dit uitlaatgeluid!” zegt Siertsema. Dat kunnen we van harte beamen, want ook een dag later zijn we nog niet af van de oorsuizingen.

 

Centennial Classic TT van start

Vrijdagavond, Assen. Twaalf jaar heeft het moeten duren. De eerste Centennial Classic TT sloeg in 1998 in als een bom. Deze nostalgische reünie van motorvrienden was naar later bleek het startsein voor een lawine aan spraakmakende evenementen voor historische wegracemotoren: van racedemo’s rondom de kerk tot de Bikers Classics op het legendarische circuit van Spa Francorchamps.

Centennial Classic TT, vrijdagavond

Desondanks voelde initiatiefnemer Ferry Brouwer niets voor een herhaling. De Nederlandse en internationale motorfans én de coureurs moesten het maar doen met bovengenoemde surrogaten. Lang zeuren en vaak vragen bleken echter toch te helpen. Dit voorjaar werd de aankondiging voor een herhaling gedaan en in het weekend van 18 en 19 september was het zo ver.

Dit keer niet meer georganiseerd Brouwer zelf, maar door een groot ondersteunend team, had Brouwer dit keer meer tijd om te doen waarin hij het beste was: hij kreeg de taak om vanuit zijn enorme kring vrienden en kennissen in de motorwereld een boeiend rijdersveld samen te stellen. Dat lijkt goed gelukt en wij zijn erbij dit weekend. In de pitboxen en daarbuiten struikelen we op vrijdagmiddag al over de bekende gezichten. Grootheden als Steve Baker, Wil Hartog, Hugh Anderson, Jan Huberts, Aalt Toersen.

Foto’s vrijdagavond
Foto’s zaterdag
Foto’s zondag

Lees ook

Centennial Classic TT 2010

De Officials van de Centennial

Digitaal doorkijkje Friese Wouden

Virtueel Loket presenteert zich aan Twijzelerheide.

Zaterdag presenteerde het ‘Virtuele Loket’ zich aan het Friese wouddorp Twijzelerheide. Zie ook mijn blogbericht van vorige week. De apparatuur stond opgesteld in een kraam bij de braderie aan de Gaelewei. Martijn Goeman van Axtion BV uit Emmen had de techniek verzorgd. De gemeente Achtkarspelen en Kabel Noord zorgden voor de bemensing ter plekke. Voor de crew op afstand zorgden DHV en De Eijk Innovatie en Vernieuwing.

Het loket werd op zich welwillend bekeken. Jong en oud, van negen- tot vijfenzeventigjarigen hadden interesse. De situering tussen ambachten en kunstnijverheid was misschien een beetje vreemd, maar dat was zo bedacht door de mensen uit het dorp zelf. Hilly Veenstra van de plaatselijke computerwerkgroep zat in de kraam naast de onze glas te graveren. Zij was degene die ging over de kramen en de hele opzet van de braderie. Hilly vond het hele concept best leuk en dit keer kon ze zelf ook eens ervaren hoe zo’n beeldverbinding werkte. Ze praatte uitgebreid met projectleidster Tamara Wiersema, die vanuit de stad Groningen het beeldscherm bemande.

Digitaal doorkijkje in Friese Wâlden


Bij de braderie was er niet zo heel veel volk op de been. De meeste Twijzelerheiders bevonden zich in de naburige feesttent of op het kermisterrein. De enkele verdwaalde feestganger die voorbijwankelde had niet veel zinnigs te melden. Esther Veenstra van de gemeente Achtkarspelen stond een deel van de dag bij de kraam. Ze merkte op: “De mensen die echt erg enthousiast waren en het ook wel eens willen proberen, kwamen niet uit het dorp zelf.”

Toch kreeg het loket wel dorpsaandacht. Een greep uit de opmerkingen, rijp en groen:

“Techniek? Da’s niks voor mij.”
“Goh, ze praat terug!”
“Wie is dat, Skype?”
“Best handig, zoiets.”
“Hoe werkt dat nou precies?”
“Ik stuur altijd een e-mail.”
“Nou, de Rabo is net weg, dus als ze zo weer terugkomen is dat niet gek.”
“Een computer is niks voor mij.”
“Veel te onveilig, dingen regelen via het internet.”

Videoverbinding Friesland – Groningen

Sommigen waren zelfs verontwaardigd. “Waarom horen we hier niet rechtstreeks over, in plaats van via de krant? Eén keer kwamen ze van de gemeente vragen of ze bij mij een ruimte konden huren en daarna hoor je er nooit meer wat.”
Dat is ook een pluspunt van zo’n presentatiemiddag. Misverstanden kunnen ter plaatse worden geklaard.

Frederieke van der Lijn begeleidt het project namens de gemeente. Haar mening: “Dit staat nog erg ver weg van de belevingswereld van de mensen hier. De toegevoegde waarde wordt nog niet altijd gezien. Misschien moet er ook een ‘funfactor’ zijn.”

En Esther beaamt dat: “Wat mij opviel is dat de toegevoegde waarde van het Virtueel Loket nog niet wordt ingezien. Een aantal leek het best handig dat er zoiets kwam. Ze zeiden er bij dat ze er zelf geen behoefte aan hadden, omdat ze alles nog zelf konden doen. Ik denk dat we het aantrekkelijker moeten maken om naar het loket toe te gaan.“

In opdracht van de programmaleiding van Vital Rural Area wordt door Qviv ook de presentatie van het virtuele loket gefilmd.

Eigenlijk bevestigen al deze reacties wat we al vermoedden. Ten eerste, dat serieuze toepassingen pas echt aanslaan als er ook iets ‘leuks’ te halen valt. Ten tweede, dat alleen het neerzetten van apparatuur nooit voldoende is, maar dat goede communicatie, begeleiding en instructie cruciaal zijn. Ten derde, dat de behoefte eigenlijk niet van de dorpsbewoners komt, maar van de dienstenaanbieders. De gemeente, de banken, de politie trekken hun fysieke diensten terug uit de kleine kernen. Een virtueel loket is voor hen de sublimatie van een schuldgevoel, het is een digitale alibidienst. Niet dat dit erg is. Het wil niet zeggen, dat dit concept op den duur niet zou kunnen aanslaan. Integendeel, juist door de diverse dienstenaanbieders te bundelen en door ze te combineren met aardigheden als videowall en online gamingplatform kan het een sterk concept worden.

Meer foto’s van de middag
Meer over virtueel loket en platteland

Inspiratie voor Gemeenschappelijke Toekomst

Our Common Future 2.0, op zoek naar de stip aan de horizon.

Dinsdag jongstleden was ik in Den Haag. De eerste bijeenkomst van ‘Our Common Future 2.0‘ had niet minder dan driehonderdvijftig mensen naar het Esperantoplein gelokt. Vele tientallen anderen hadden bovendien aangegeven dat ze verhinderd waren, maar toch héél erg graag meededen. Bij voorbaat een succes, dit project OCF 2.0 Roadmaps for our Common Future. Het is een crowdsourcingproject dat streeft naar "een nieuwe, uitdagende en duurzame visie op de maatschappij van morgen".

Het was Duurzame Dinsdag en het was druk, erg druk. Vlak voor de eerste plenaire ronde sprak ik even met Jan Jonker. Hij is degene die het initiatief nam voor dit project. Jonker had zich laten inspireren door het beroemde rapport, dat in 1987 was uitgebracht door de World Commission on Environment and Development (WCED), onder leiding van voorzitter Gro Brundtland, de toenmalige Noorse premier. Het was de eerste keer dat een boek simultaan werd geschreven door een grote groep mensen, maar ook de eerste keer dat het begrip ‘sustainability’ werd gebruikt. Later zijn we dat in Nederland ‘duurzaamheid’ gaan noemen.

Duurzaamheid

Jonker: “Het is moeilijk om de invloed van dat rapport te onderschatten. De conclusies staan ook nu, bijna een kwarteeuw later, nog steeds als een huis. Het rapport was het eerste, dat opriep tot duurzame ontwikkeling in een wereld, die gekenmerkt werd door armoede enerzijds en verspilling anderzijds. Helaas, sindsdien is het probleem helderder geworden, maar voor de belangrijkste mondiale problemen zijn nog lang geen afdoende oplossingen in zicht.”

Jan Jonker, universitair hoofddocent bij de opleiding Bedrijfskunde van de Radboud Universiteit Nijmegen, is net als ik al wat grijzer aan de slapen, maar net als ik probeert hij op de hoogte te blijven van nieuwe ontwikkelingen. De thema’s van Our Common Future hebben hun actualiteit niet verloren. Internet en social media maken nu dingen mogelijk, die niemand in 1987 nog kon bedenken. Zoveel meer thema’s zou je bij de horens kunnen vatten. Hij begon een campagne via onder andere Twitter, LinkedIn en e-mail. Zijn doel was het om een tweehondertal mensen om zich heen te scharen. Zij zouden een hedendaagse versie moeten gaan samenstellen van het Brundtlandrapport.

“De belangstelling was vele malen groter dan ik had verwacht!”, stelde hij tijdens zijn openingstoespraak. “Bij vierhonderd deelnemers hebben we een lijn moeten trekken. Zij zullen het moeten gaan doen. Zij gaan een boek schrijven. Niet van papier, maar digitaal. Met ons allen gaan we een andere toekomst schetsen, zoals wij die zien. We gaan op zoek naar de inspiratie die onze gemeenschappelijke toekomst zin moet geven. We gaan op zoek naar die stip aan de horizon, die ons zal motiveren!”

Subthema’s

Daarna verdeelde het grote gezelschap zich in negentien subgroepen. Je kon het zo gek niet bedenken: alle hedendaagse thema’s waren in het voortraject uitgekristalliseerd. Om er een paar te noemen: werk, leren, spiritualiteit, zorg, toerisme, leiderschap, afval, bestuur, sociale media. Ik moet zeggen, het voelde aan alsof we de Bijbel gingen herschrijven, zo veelomvattend was de thematiek.

Mijn eigen werkgroep, die voor het subthema ‘Toerisme’, begaf zich naar de galmende derde verdieping van het architectonisch interessante gebouw van Architectenbureau KOW. Alleen al ons thema was zo complex, dat we na drie uur vergaderen nog niet verder waren dan een eerste begin. Geen wonder: de achtergrond en de agenda van de aanwezigen waren uiterst verschillend. Velen waren overigens absolute deskundigen op het beleidsterrein.

Aan zoveel jaren doorleren kon ik niet tippen. Voorzover ik al voor iets zinnigs heb doorgeleerd, is het niet toerisme. Maar mezelf zie ik toch wel als een ervaringsdeskundige, met twintig jaar als professioneel passagierszeilschipper en verkapt reisleider achter de rug. In elk geval denk ik te weten wat toeristen zoeken. Aandacht, beleving en betrokkenheid, toch?

Dat gevoel van mij sloot mooi aan op de beste opmerking van de middag, die werd gemaakt door themagenoot Bertus van der Tuuk: “Toerisme? Het is de ‘eenzame menigte’, die zich massaal verplaatst, op zoek naar authenticiteit. Daar zit de kern!”


Het echte werk begint nu pas: hoe gaan we dat boek schrijven? Volg het proces via http://www.ourcommonfuture.nl/

Voor wie nog mee wil doen: Sietse Rauwerdink meldt op zijn weblog, dat Jan Jonker, de initiator, had verzocht om veel lawaai te gaan maken rondom dit initiatief. Inschrijven als medeauteur kan niet meer, maar je kunt wel vriend worden. Je mag geld doneren, maar ook kan je aansluiting vinden bij de praktische projecten die op touw worden gezet.

Persbericht Our Common Future 2.0: 
Download hier het persbericht over OCF 2.0.

Virtueel Loket in Twijzelerheide

Leegstaand Rabopand gaat dorpssteunpunt huisvesten

Langzaam maar zeker wordt een plan waar lang aan is gewerkt realiteit. Het Noordoostfriese dorpje Twijzelerheide is de plek waar het staat te gebeuren. Al in 2006 werd het idee geformuleerd. Het ‘Virtuele Loket’: met een digitale versie van de klantenbalie kunnen kleine dorpen op het platteland opnieuw toegang krijgen tot verdwenen vormen van dienstverlening.

De supermarkten, de banken, de posterijen, de gemeente, allemaal sluiten zij hun kleine kantoren. Ze zijn te duur geworden. Het is veel efficiënter om ze op één plaats te concentreren, bij voorkeur in de hoofdplaatsen van een gemeente. Veel klanten zijn er aan gewend geraakt om hun zaken digitaal te regelen. Daardoor wordt de pijn beperkt.

Het ontmoeten van dorpsgenoten speelt een belangrijke rol bij het behoud van sociale samenhang, maar de sociale functie van de winkels en balies verdween met het vertrek van de ontmoetingsplaatsen. Bovendien zijn er, met name op het platteland, veel mensen die nog steeds geen deel uitmaken van het wereldwijde web – omdat ze er geen geld voor hebben, omdat ze niet weten hoe, of omdat er geen aansluiting beschikbaar is in hun ‘uithoek’.

Daar probeert het project ‘Virtuele Loketten’ iets aan te veranderen. Aanstaande zaterdag presenteren de projectpartners het concept aan het dorp, tijdens de braderie in Twijzelerheide. Het Friesch Dagblad berichtte er al over: 

Friesch Dagblad over opening Virtueel Loket Twijzelerheide.

Friesch Dagblad over opening Virtueel Loket Twijzelerheide.

Dit project is een coproductie van Kabel Noord, ingenieursbureau DHV, De Eijk BV, Axtion BV en de Gemeente Achtkarspelen. Alle partners hopen op een succesvolle proefperiode. Omdat het plan deel uitmaakt van het Europese project ‘Vital Rural Area‘ verwachten ze dat het concept zich zal verspreiden over andere gemeenten in Noordoost-Friesland. Gesprekken daarover zijn al gevoerd. Een voorbeeldloket in een dorp in de regio is een balngrijke voorwaarde voor het welslagen.

Zie ook: Digitaal doorkijkje Friese Wouden
Meer over dit onderwerp.