Niet racen maar toeren – AJS en Guzzi (10)

De AJS op de Noorderpier. Zicht op de Visserijhaven en daarachter de binnenstad van Harlingen. Deze foto mocht geruime tijd de pagina van de Friese afdeling van de Facebookgroep ‘De motorrijder’ veraangenamen.
(Foto’s: Gijs van Hesteren)

De vorige delen van mijn 2020-motorblog beschreven huiselijke beslommeringen, geknutsel aan motorfietsen en vooral race-avonturen. De laatste racedemo van het jaar was de Luttenbergklassieker. Daarna was het hardrijden even voorbij. In deze aflevering bespreek ik mijn corona-toerritten door Nederland met de AJS en de Moto Guzzi, en niet te vergeten, met mijn oudste zoon Gijs junior.

Terug naar de AJS, waarover ik al schreef in deel 2 van dit blog. Je weet het waarschijnlijk nog: we hadden in de zomer van 2020 mooi, heel mooi weer. Ik maakte met de AJS (een 350 cc ééncilinder type 16 MS uit 1958) een prettige rit naar de Holwerder Pier, voor insiders bekend als een verzamelpunt voor Friese Motorrijders. Lekker langs de zeedijk en de kwelders pruttelen. Wat is Friesland toch prachtig, met zijn hoge luchten en verre einders. Aan de wadkant van de dijk blubber en zout water. Ik ben opgegroeid in het bronsgroene Brabant, maar die zee maakt intussen een belangrijk deel uit van mijn leven hier in het noorden.

Langs het Noorderleech met de AJS.

In augustus deed ik een paar rondjes Noordwest- en Zuidwest-Friesland. Visje in Makkum en Lauwersoog, bakkie in Zwarte Haan en Stavoren. Ik weet niet wat mooier is: Harlingen vanaf de Noorderpier, met het Visserijhavenpanorama op de achtergrond, of het AJS’je uit 1958 op de voorgrond.

Begin september, op uitnodiging van Tajan Van Der Wiel, exposeerde ik de XS650 en de AJS tijdens de Oldtimerdag in het Noordwest-Friese Tzummarum. Erik van Putten schreef er óók over, in het tijdschrift Auto Motor Klassiek. Voor het dorp was dit het eerste publieksevenement van het jaar. Héél spannend voor de organisatie, wél anderhalve meter, maar het was superleuk. We liepen er tegen Ella Klatte, aan, bekend in de Nederlandse classic zijspanracescene. Ze had een verstandig besluit genomen en was vanuit de Randstad verhuisd naar de ruimte en de weidse verten van het Friese kustgebied. ‘Het land van de oude zee’, zegt Bestemming Noardwest. Voor die club heb ik de afgelopen jaren heel veel teksten geschreven en naar het Engels vertaald.

Voor het eerst zit Elise achterop een motor. Om te beginnen maar ’s bedaard meehobbelen met de bromfietstoer.

Natuurlijk reden we met de AJS de toerrit, niet met de auto’s, maar samen met de brommerklasse. Lekker kalm aan, over allerlei fietspaadjes door de weilanden. Het was de eerste keer dat mijn vriendin Elise achterop een motor zat. En ze wilde nóg een keer.

Guzzi-toeren rond de grenzen

Niet alleen met de AJS maakte ik toerritjes. In Deel 4 schreef ik over de aankoop van de Moto Guzzi California 2 en over de eerste ritten die ik daarmee had gemaakt. Eind september slaagde mijn oudste zoon Gijs jr. voor zijn motorrijexamen. Een eigen motor had hij nog niet, maar ik stelde hem mijn dienstfiets, de Yamaha Diversion 900 ter beschikking. Zelf had ik altijd nog de AJS en de Guzzi.

Gijs junior voor het eerst op de Div.

We waren al een tijdje aan het nadenken over een korte motorvakantie langs mooie lanen en dreven. Het was echter al oktober, en bovendien was het buitenland vanwege de coronamaatregelen niet of moeilijk toegankelijk. Voor een toerrit van vier of vijf dagen ga je niet veertien dagen in quarantaine, toch? Wat lag er dan méér voor de hand dan het beroemde Rondje Nederland? Daarover waren we het snel eens.

Sleuteldag op anderhalve meter

Begin oktober beschreef ik dit hoofdstukje al eens. Voor de volledigheid plak ik het hier nog een keer in.

Vóór de zomer moest de oude locatie van het Yamaha 650 Twin Klubhuis aan de Meizijde in Kanis (bij Kamerik) leeg opgeleverd zijn. In de stilte van de coronalockdown hadden velen keihard gewerkt aan het afbouwen van het nieuwe clubhuis in Barneveld. De redactie van het clubblad van de Yamaha 650 Twin Klub wilde er graag aandacht aan besteden, maar hoe? Door de coronatoestand was het er nog steeds niet van gekomen. Als vers redactielid kreeg ik als opdracht een mooie foto voor de middenpagina te maken.

De Barneveldse middenpaginafoto.

Gijs en ik besloten er begin oktober naartoe te rijden. Het werd de eerste rit die we met z’n tweeën zouden doen. Op dat moment werd er al druk gesleuteld aan motoren van clubleden en anderen kwamen bestelde onderdelen afhalen. Met wat overtuigingskracht wisten we nog een behoorlijk groepje XS-liefhebbers op een rijtje te krijgen, voor een groepsfoto op anderhalve, nou ja, één meter.

Het samen rijden ging lekker. Gijs junior was voorzichtig, zoals een beginnende rijder betaamde. De Diversion hield de Guzzi op z’n gemak bij. Eén stukje rechte weg was al voldoende om er weer bij te komen, als opa onverhoeds wat uitliep in de bochtjes.

Rondje Nederland

Een week later gingen Gijs junior en ik er wat langer op uit met de motor. Een Rondje Nederland, hadden we bedacht.  Veel kilometers en tóch niet naar het buitenland. De route van 1820 km was keurig te vinden via internet en te laden in mijn TomTom Rider 410, bijvoorbeeld bij routeyou.com. Allemaal leuke binnenweggetjes, weg van de snelweg, die nauwkeurig de contouren van kust en grens volgen. Binnendoor haal je hooguit een gemiddelde van pakweg 60 kilometer per uur. Met de stops voor koffie en lunch meegerekend kom je op een dag niet veel verder dan 250 tot 350 kilometer. We hielden dus rekening met een paar overnachtingen.

Gijs junior en ik rijden langs de Noordwest-Friese kust. We stoppen even vlakbij Holwerd.

De weersverwachtingen waren niet al te best. Er werd vooral veel regen voorspeld. Het bleef die eerste dag tot onze verbazing droog. We reden langs de Friese en Groningse waddenkust en iedereen weet dat het weer nabij de zee altijd beter en vooral droger is. We zouden wel zien hoe ver we kwamen. Als het weer zo zou blijven zou het goed te doen zijn. Niks moest natuurlijk, dit was een vakantie, geen wedstrijd.

Af en toe maakten we even een tussenstop, bijvoorbeeld bij het torentje van Marum. Daar gaat het uitzicht over ’t Noorderleech aan de wadkant en de platte, eindeloze greiden aan de andere kant een beeld- en geluidssymfonie aan met de wind, de vogels en de diepgrondige stilte. Verderop lazen we op de gedenksteen over de negentiende eeuwse ramp van Paesens en Moddergat. Bij de Hoek van Bant zagen we al van veraf het mastje van de Willem Jacob, de klipper waar ik af en toe op mag schipperen van eigenaar Tsjerk. We gingen er niet op de koffie bij Douwe; we wilden snel door naar een gebakken visje in de haven van Lauwersoog. Nog 1750 kilometers te gaan.

Wordt vervolgd in deel 11.

Een deel van dit artikel is gepubliceerd in ‘Satisfaction Guaranteed’, het tijddschrift van de AJS & Matchless Vereniging Nederland.

De route voor Rondje Nederland via Routeyou.com.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *