Tagarchief: charter

Wat komt u doen in Thailand?

In december 2018, tijdens mijn uitstapje naar Phuket, Thailand hield ik een dagboek bij. In enkele afleveringen publiceer ik het nu op mijn weblog. Dit is aflevering 2.

Brommen en zeilen in Phuket (2)

Mijn dochter Wies zet me tegen de middag af op Schiphol. Het inchecken, de paspoortcontrole en het aan boord gaan bij een Airbus A-310 van Cathay Pacific verlopen volgens plan. Het is een klere-eind vliegen, ontdek ik al snel, maar ondanks gebrek aan beenruimte weet ik het 11,5 uur vol te houden. In Hongkong zal ik overstappen. Prettig om even de benen te strekken. Van Hongkong naar Phuket, het tweede deel van de reis, duurt een uur of drie. Alles bijeen vlieg ik 15.000 kilometer. Het is toch magisch, zo’n vliegreis. Volgens het beeldschermpje in de stoel vóór mij passeren we plaatsen als Sint Petersburg, Moskou, het Oeral-gebergte, de Gobi-woestijn.

Het vliegveld in Hongkong lijkt onwerkelijk. Heb je één vliegveld gezien, dan heb je ze allemaal gezien, dat klopt. Toch is het anders. Het is er vroeg in de ochtend en door de grote ramen zie ik als in een film wazige, middelgrote bergen en de Chinese Zee.

Vliegveld Hongkong. (Foto: Gijs van Hesteren)

De dag van aankomst, Phuket International Airport. Met stramme benen verlaat ik het vliegtuig van dochtermaatschappij Cathay Dragon Airlines. Hoe kom ik bij de uitgang van de luchthaven? Ik sta in een verkeerde rij, voor ingezetenen van landen die geen visumverdrag met Thailand hebben. Ik heb het snel door en sluit aan bij een langere rij, die me door de douane voert. “Wat komt u doen in Thailand?” vraagt de beambte. Ik ben journalist én zeeman. Journalisten zijn meestal niet erg populair in militaire dictaturen, zoals Thailand er één is sinds de staatsgreep van enkele jaren geleden. Ik houd het daarom op “zeeman” en meld dat ik een vriend kom helpen in zijn charteragentschap. Ik mag het land in.

Lees verder Wat komt u doen in Thailand?

Brommen en zeilen in Phuket (1)

In december 2018, tijdens mijn uitstapje naar Phuket, Thailand hield ik een dagboek bij. In enkele afleveringen publiceer ik het nu op mijn weblog. Dit is aflevering 1.

Zondag 2 december – Urenlang vliegen

Inge hield helemáál niet van vliegen, en nog minder van láng vliegen. Zo kwam het, dat ik in mijn leven nog nooit verder was gekomen dan Europa. Althans met een vliegtuig, want in 1980 waren zij en ik met de motor naar Marokko – Noord-Afrika immers – heen en weer gereden. Hoe het ook zij, Inge leeft niet meer en ik hoef alleen mijn eigen afweging te maken.

Maz, Tjeb, de Dnjepr en de Moto Guzzi. TT van Elst 2016. (Foto: Inge van Hesteren)

Sommige dingen gebeuren vanzelf, zonder dat je er van te voren diep over hebt nagedacht. Zo was het nu ook. Vorig jaar maakte ik per motor een vakantiereis door Oost-Europa. De reis had net zoveel te maken met vakantie als met rouwverwerking. De trektocht heb ik verwoord in een reisboekje, ‘De Vierkante Stoomboot’, gepubliceerd via de webwinkel van Amazon. Voor 2018 had ik iets vergelijkbaars in de zin. Waarom zou ik de Marokko-reis niet eens overdoen? De BMW K100 stond nog altijd klaar en wie weet zat er een nieuw verhaal in.

De vierkante stoomboot
E-book: www.amazon.nl/vierkante-stoomboot-Een-reisboek-ebook 
Paperback (vreemd genoeg alleen verkrijgbaar via het Duitse Amazon):
www.amazon.de/dp/1726685039

Lees verder Brommen en zeilen in Phuket (1)

Een snelle Nationale Waddenrace 2017

In de prille ochtend, zeil zetten in de Harlinger Willemshaven.
In de prille ochtend, zeil zetten in de Harlinger Willemshaven. (Alle foto’s: Gijs van Hesteren)

HARLINGEN – Wedstrijdzeilen met traditionele schepen op het Wad: aan de ene kant zo weinig mogelijk geregel en gezeur, aan de andere kant een duidelijk en gemeenschappelijk overeengekomen reglement. Goed zeemanschap en een beetje doorzettingsvermogen vullen het aan. Deze voorwaarden maken de jaarlijkse Nationale Waddenrace tot een succes. Niet voor het eerst sleept Joost Martijn met zijn eenmasttjalk ‘Overwinning’ de eerste plaats in de wacht. De Harlinger Courant zeilt mee, aan boord van één van de deelnemende schepen.

Het reglement van de wedstrijd stelt dat de deelnemers in willekeurige volgorde de vijf Waddenhavens Den Oever, Oudeschild (Texel), Oost-Vlieland en West-Terschelling moeten aandoen. Zeilend natuurlijk, behalve in de havens zelf – daar gaat de motor aan. Zodra een loper een selfie heeft genomen van een codewoord bij het havenkantoor gaat de reis verder. Ook dit jaar leidt het tot spannende taferelen in krappe haventjes. De meeste deelnemers finishen al in de nanacht van zondag de 5e november, met vaartijden tussen de vijftien en twintig uur. Alleen de laatste in de rangschikking, de Kaat Mossel, arriveert pas in de vroege zondagmiddag.

Remco Visser, met de zojuist aangetikte haven van Oudeschild op de achtergrond.
Remco Visser, met de zojuist aangetikte haven van Oudeschild op de achtergrond.

De Waddenrace heeft een nieuwe voorzitter, Remco Visser. Vrijdagavond, tijdens het palaver in het gebouw van de Koninklijke Nederlandse Reddings Maatschappij KNRM, zegt hij over zijn nieuwe rol: “Al jaren neem ik met heel veel plezier deel aan de wedstrijd. Zo doe ik iets terug. Leuke deelnemers die weten waar ze mee bezig zijn, een ontspannen sfeer, zo min mogelijk regels, dat kenmerkt de Waddenrace.”

Zeekano

Zaterdagochtend al vroeg scheept de Harlinger Courant zich in op Vissers’ keenaak (of leunder) ‘Alida’, het laatst overgebleven exemplaar van dit scheeptype. De ‘Alida’ is met zijn 32 bij 5,10 meter een lange, flexibele zeekano met heel weinig diepgang. Remco Visser: “Met dit schip zeilen we vaak in één streep naar ons doel. De diepgang is normaal gesproken 85 centimeter.”

Vlnr: direct na het starten kiezen de Willem Jacob, de Hollandia en de Najade voor een zuidwestelijke koers naar Oudeschild of Den Oever.
Vlnr: direct na het starten kiezen de Willem Jacob, de Hollandia en de Najade voor een zuidwestelijke koers naar Oudeschild of Den Oever.

Een groot deel van de bemanning komt van het skûtsje ‘Engelina Smeltekop’, dit jaar IFKS-kampioen in de klasse a-klein. Een ontspannen, maar ter zake kundig gezelschap. Tijdens het ochtengloren staat er een lopende zuid-zuidoostenwind. Alle schepen zetten zeil in de voorhaven van Harlingen. Eenmaal buiten de pieren stuurt Visser de ‘Alida’ op een aandewindse koers, richting Den Oever en Oudeschild. Met het opkomende tij is het varen over de ondieptes van Molenrak en Zachtebed voor niemand een probleem. Al snel blijkt dat de eenmasttjalken en -klippers scherper aan de wind zeilen. De meesten maken een slag naar Den Oever. Alleen de de imposante tweemastklipper ‘Dageraad’ en de ‘Alida’ kiezen voor Oudeschild als eerste haven. “We komen zowat tot Oudeschild als we deze slag voortzetten”, stelt Visser. “Dan kunnen we net zo goed even naar binnen gaan”.

Hectische rondedans

Kort voor de ‘Dageraad’ arriveert de ‘Alida’ bij Oudeschild. Loper Sander Hasper springt aan wal en rent naar het havenkantoor. Tijdens het keren van de keenaak komt de ‘Dageraad’ binnen. Het leidt tot een hectische dans voor twee platbodems in de krappe havenkom. Vervolgens kruisend de Bollen over, richting Den Oever, totdat de ebstroom zo sterk wordt dat er geen voortgang meer is. Visser: “Ik had gehoopt dat Den Oever bezeild zou zijn. Jammer. Laten we dan nu maar de verplichte vier uren rust nemen. Dat is onze joker!”
Tijdens het ankeren zien wij de schepen die eerst voor Den Oever kozen één voor één voorbij zeilen, richting Texel. De ‘Lotus’, de ‘Boreas’, de ‘Overwinning’ voorop. Rond vier uur ’s middags zet de ‘Alida’ weer zeil. Ook op de Dageraad wordt men wakker, maar problemen met het grootzeil leiden tot grote achterstand.

De lopers van de 'Dageraad' kunnen ondanks hun inzet de latere schade aan het grootzeil niet compenseren.
De lopers van de ‘Dageraad’ kunnen ondanks hun inzet de latere schade aan het grootzeil niet compenseren.

Aan de wind over stuurboord is de voorhaveningang van Den Oever nét bezeild. Totdat in de laatste honderd meters de vloedstroom het schip iets teveel om de oost wegzet. Lukt het of niet? Het zwaard bonkt over de stenen. Te dicht bij de noordelijke havenpier. Overstag! Het gaat nét goed. Loper van en aan boord en weer verder. “Het is even zoeken naar de juiste koers”, zegt Visser. “We zeilen noord-noordoost, tussen twee bankjes door.”

Het is intussen donker geworden. Het weer is druilerig en kil. Rond zeven uur ’s avonds trekt het gasproductieplatform van Elf Petroland aan stuurboord voorbij. Pas tegen tien uur vanavond is het hoogwater. “We wagen het erop”, zegt de schipper. Dwars over de banken, koers havenhoofden van Vlieland.

Spannend

Dan uit het niets een windschifting – van zuid naar west en sterk aantrekkend. De havenmond ligt plotseling in de wind. De schippers moeten opkruisen. Bijna tegelijk met de ‘Overwinning’, de ‘Hollandia’, de ‘Boreas’, de ‘Lotus’ en de ‘Voorwaarts’ bezeilt de ‘Alida’ de haven. Visser: “We zitten in de kopgroep. Alleen, de kopgroep is een beetje groot. Het wordt nu spannend hoor.”

Ook hier een rondedans voor tjalken en klippers. De ‘Alida’ verslaat de Lotus in de havenkom van Vlieland. Omhoog weer de zeilen, richting Stortemelk en Schuitengat. Het wordt een stuk warmer. De maan verschijnt vanachter de jagende wolken. Aan een heldere horizon lokken de lichten van vuurtorens.

Met ruime wind hobbelen de schepen over de zeedeining in het Stortemelk. In het Schuitengat is de ‘Alida’ veel sneller. Visser steekt grote stukken af en zeilt gemakkelijk boven de ‘Boreas’ en de ‘Lotus’ langs. Hoezo vaargeul? Het is bijna tien uur in de avond als stuurvrouw Jana Schatto bevallig als een hinde terug aan boord springt. Dat lukt nog net, want de schipper heeft al losgegooid. “Het is wel een wedstrijd, hé!” moppert hij.

Op het voordek

De ‘Alida’ lijkt vierde te liggen, achter de ‘Overwinning’, de ‘Voorwaarts’ en de ‘Hollandia’. “Je weet nooit helemaal zeker hoe je ligt, want pas na controle van de logboeken bepaalt de wedstrijdleiding de volgorde.”
Het is nog maar kort na hoogwater. In één streep naar de Meep, over het zand heen. “Allemaal op het voordek, dat scheelt weer!”
De ‘Boreas’ kiest voor een koers achterlangs Griend. De ‘Alida’, permanent over de platen zeilend – “Dat scheelt tegenstroom. Of het kan? We gaan het zien.” – draait samen met de ‘Voorwaarts’ de Blauwe Slenk in. De ‘Hollandia’ verliest de aansluiting, de ‘Overwinning’ bouwt zijn voorsprong uit. Het gaat ineens tergend langzaam, vanwege de sterk ingezette ebstroom.

Najade en Willem Jacob.
Najade en Willem Jacob.

Voor ons ligt Harlingen, in een zee van licht, aan het eind van een lang lint van knipperende rode en groene bakens. De snackbar en het bruine cafeetje wachten ons op. Plat voor de lap, nek aan nek met de ‘Voorwaarts’. Natuurlijk kiest de ‘Alida’ ervoor om de Pollendam aan de noordelijke, ‘verkeerde’ kant te passeren. Dan trekt het dicht, de glorieuze volle maan verdwijnt achter wolken en het begint te regenen. We varen in de havenmond van Harlingen – het zit erop. De ‘Boreas’, die heeft gekozen voor de koers noordelijk van Griend, heeft er uiteindelijk geen voordeel van. De ‘Alida’ finisht op een prima vijfde plaats.

Info: www.waddenrace.nl

De einduitslag, na doorrekening van de logboeken:

1. Overwinning, Joost Martijn – 15:31:38
2. Aldebaran, Frank Fisher – 15:40:41
3. Voorwaarts, Peter Glas – 16:02:28
4. Hollandia, Evelien Prins – 16:36:46
5. Alida, Remco Visser – 16:41:58

Gemakkelijke Slag in de Rondte

HARLINGEN – In de Harlinger Courant van dinsdag stond een verslag van de Nationale Waddenrace. Traditioneel de afsluiter van het zeilseizoen voor de Harlinger zeilvaart. Al even traditioneel is het, dat de ‘Slag in de Rondte’ er aan voorafgaat. Een wedstrijd voor de echte doorzetters, volgens zegsman Dolf Siere: “de laatste zeilwedstrijd waarin nog wordt gevaren zoals vroeger, zonder satellietnavigatie, elektronische kaartplotters en het opvragen van de waterstand bij de Kustwacht. Als enige concessie is het gebruik van een elektrisch zoeklicht toegestaan. Wie ook maar één keer zijn motor start ligt uit de wedstrijd. Alles komt neer op zeilkunst en zeemanschap.”

Lees verder Gemakkelijke Slag in de Rondte

Zeevonk op weg naar Carieb

Het was eindelijk zo ver, afgelopen zaterdag de vierde september. Met hun catamaran Zeevonk verlieten Henk (60) en Joke Bijl (59) voorlopig definitief hun thuisbasis, de haven van Harlingen. Zij willen de oversteek maken naar de Caraïbische zee. Voorlopig zal dat hun vaargebied worden. Wat daarna de plannen zijn, weten ze nog niet precies, maar alle mogelijkheden laten zij open.

Lees verder Zeevonk op weg naar Carieb

Twee Anna’s droog op scheepswerf Welgelegen

In deze tijd is het kommer en kwel voor de grote scheepswerven in Friesland. Maar bij de dwarshelling “Welgelegen” in Leeuwarden is het een drukte van belang. Het vaarseizoen komt eraan, zowel voor motor- als zeilpassagiersvaart. Ondanks de snijdende kou van deze week gaat het werk aan de fietsboot “Anna Antal” uit Heeg en de tweemastklipper “Anna” uit Harlingen gewoon door.

Foto: Inge van Hesteren
Foto: Inge van Hesteren

 

Motorbootjesmensen en toeristenbelasting – Politiek dagboek 11

Tussen 2002 en 2006 had ik vier jaar de eer om voor GroenLinks zitting te hebben in de Gemeenteraad van Harlingen. In februari 2003 begon ik met een weblog op het internet. Ik was één van de eerste gemeenteraadsleden die zoiets deed. Lees hier de voorgaande aflevering 10.

Varend erfgoed.(Foto: Gijs van Hesteren)
Varend erfgoed.
(Foto: Gijs van Hesteren)

Woensdag 2 juli

Harlingen werd verblijd met de Pavillon d’Or. Een reünie voor motorbootjesmensen met blauwe blazers en gouden knopen. Eli de Waal wijdde er in de Harlinger Courant al een vinnig stukje aan. Ach, ieder zijn vermaak op het water, heb ik eerst gedacht, maar ik kan met De Waal meevoelen. Zeker, nadat een collega van me bij het manoeuvreren met zijn klipper in de Zuiderhaven een grote mond kreeg van één der blazers. Hij moest onmiddellijk ophouden met dat schroefwater. Zo kwam er teveel zout water op de romp van het stoere motorjacht. Tja.

Wat je je als raadslid steeds afvraagt, bij het aanschouwen van alle faciliteiten (tenten, inderhaast opgehoogde en geëgaliseerde terreinen, speciaal aangebracht plaveisel, een gemeentevoorlichter die zich het vuur uit de sloffen rent) die onze gemeente aan deze captains of industry aanbiedt: wie betaalt dat eigenlijk allemaal?
Beetje zuur misschien, dit commentaar, typisch GroenLinks misschien? Maar ben ik daarvoor niet ingehuurd?

Woensdag 9 juli

Ik kom Eli de Waal tegen, als ik met de hond op weg ben naar de dierenarts. Hij vertelt me, dat hij heeft gehoord, dat de deelnemers van de motorbotenreünie vrijgesteld waren van havengeld. En dat de gemeente er volgens hem heel wat geld in heeft gestoken. Hoe dat zit, zou ik zo niet weten. Misschien hebben ze het wel zélf betaald allemaal! Ik zou het na kunnen vragen bij de gemeente.
Aan de andere kant lees ik in de krant over de inzet van vele Harlinger vrijwilligers en hoe leuk het allemaal was. Tja, die vrijwilligers willen we niet voor het hoofd stoten, natuurlijk. Ze hebben niet voor niets al die tijd erin gestoken. Er moet ergens een hoger doel mee gediend zijn, ja toch?

Vrijdag 11 juli

Harlingen te duur voor traditionele zeilschepen?

De Harlinger oud-charterschipper Herman Brandsma stelt in het huis-aan-huisblad “Van Wad tot Stad” de hoge haventarieven voor passanten van de bruine vloot aan de kaak. De zeventig klipperschippers, die Harlingen als uitvalsbasis hebben, zijn best tevreden over hun thuishaven. Anders ligt dat volgens Brandsma voor degenen, die Harlingen bezoeken als passant.

De Nederlandse vloot historische zeilschepen is de laatste twintig jaar nogal in omvang toegenomen, momenteel staan er ruim vijfhonderd schepen ingeschreven voor bedrijfsmatige passagierszeilvaart. De zeventig Harlinger schippers hebben de Friese zeestad tot de grootste charterhaven van de wereld gemaakt, in zijn soort althans. De verhouding met het gemeentebestuur is helemaal niet slecht. Er worden veel voorzieningen aangelegd, er is sprake van regelmatig en goed overleg. Een kleine smet daarop was recentelijk de discussie over de invoering van toeristenbelasting. Hierover is het laatste woord nog niet gezegd.

De schippers die vanuit thuishavens rond het IJsselmeer noordwaarts zeilen mopperen echter over de hoogte van de haventarieven. Een gemiddeld zeilcharterschip is dertig meter lang en vervoert 25 passagiers. Onderzoek wijst uit dat de schipper voor een overnachting een bedrag kwijt is van ongeveer 37,50 euro. Dit onderzoek is gedaan door de BBZ, de Nederlandse vereniging voor chartervaart.

Met dit bedrag valt Harlingen in dezelfde categorie als verscheidene belangrijke IJsselmeerhavens: Lemmer, Stavoren, Muiden. Het is er zelfs iets goedkoper dan in de vergelijkbare mega-charterhaven Enkhuizen. Beduidend goedkoper echter kan men terecht in Lelystad, Hoorn of Makkum, waar het gemiddelde rond de 28 euro zit. Bepaald voordelig zijn Oudeschild of Terschelling (plm. EU 17,50). Dit verklaart direct de grotere aantrekkingskracht van deze naburige havens. Niet alleen spreekt het ‘eilandgevoel’ de passagiers meer aan, het tarief is voor de schippers een aansporing nog even verder te zeilen!

Ook de plaatselijke middenstand is ontevreden, getuige de uitspraken van Herman Brandsma. Hij stelt terecht vast, dat meer passanten meer passagiers opleveren en dus direct meer omzet voor de middenstand in de stad Harlingen.

Het is de afdeling Havenbeheer niet kwalijk te nemen, dat zij probeert zoveel mogelijk kostendekkend te werken. Bevordering van cultuurtoerisme zit niet in haar takenpakket. Wél in dat van het gemeentebestuur van Harlingen: in het licht van op til zijnde nieuwe verbeteringen van de faciliteiten, is het misschien raadzaam, het streven naar meer passantenbezoeken mee te nemen bij de vaststelling van haventarieven.

Met name de chartervaart is een nieuwe en vernieuwende vorm van cultuurtoerisme gebleken. Kwaliteitsverbetering van de havenvoorzieningen gaat hand in hand met kwaliteitsverbetering van de clientele. De passantenschippers hikken kennelijk aan tegen de hoogte van het havengeld; uit hún beurs moeten de heffingen betaald worden. Zij moeten over de streep worden getrokken. Tenminste, als de stad prijs stelt op meer leven in de haven op dagen dat de thuisvloot onderweg is.

De mogelijke invoering van toeristenbelasting zal natuurlijk invloed hebben op de rangorde van Harlingen in de tarievenlijst van passantenhavens. Zowel de Harlinger schippers als de passanten zouden te maken krijgen met een verhoging van de kosten. De eerstgenoemde categorie zal natuurlijk protesteren, maar heeft weinig keus. De passanten echter, zullen het rekensommetje opnieuw maken en ontdekken, dat het gemiddelde tarief nu is gestegen tot 49,50 euro. Daarmee plaatst Harlingen zich in de top vier van dure Nederlandse charterhavens. In het Noorden zijn alleen Vlieland en Ameland dan nog duurder. Harlingen zal zich moeten afvragen, of zij de charterpassagiers en –schippers voor dat geld evenveel kan bieden als deze Waddeneilanden, in de wetenschap, dat Terschelling en Texel slechts één derde berekenen.

Alleen het standpunt van schippers, winkeliers en horeca kan niet bepalend zijn voor het beleid rond havens en toerisme. Echter, als een gemeentebestuur vanuit een bredere visie beleid wil ontwikkelen en uitvoeren, moet het niet alleen de effecten op de boekhouding, maar ook het maatschappelijk en economisch rendement van zijn maatregelen meewegen.

Wordt vervolgd in deel 12.

Zand in het zog van de Bruinvisch

Eeuwfeest afgesloten met uitgave boek

Harlingen, 2 juni. Maandagavond vond aan boord van de dektjalk Bruinvisch de presentatie plaats van het nieuwe boek “Zand in het zog”, een beschrijving van honderd jaar zoutwaterzeilen. Schip én schipper hebben inmiddels een dertigjarige historie achter zich. Karina Rodenburg beschreef het in dit door Flevodruk te Harlingen uitgegeven boek.

Cees Dekker vertelt in het ruim van zijn tjalk over de geschiedenis van zijn schip. Verder op de foto onder meer wethouder Jan Sijbenga, de penningmeester van de Vereniging Maritieme Monumenten Harlingen: Fokko-Jan Udema, en de directeur van de zeevaartschool, Arjen Mintjes.
Foto: © Festina Lente, Inge van Hesteren

De mooi uitgevoerde en vlotgeschreven uitgave bevat teksten en beeldmateriaal uit de laatste eeuw. Het illustreert daarmee een stukje maritieme en sociale geschiedenis van het noorden van Nederland.

Vele prominenten uit de wereld van het historische schip waren present, waaronder de voorzitter van de Landelijke Vereniging tot Behoud van het Historisch Bedrijfsvaartuig, Edu van de Velde. Daarnaast ook Jan Pieter Janse, vertegenwoordiger van de FONV.
Namens de gemeente Harlingen waren er wethouder Jan Sijbenga, directeur Havenbeheer Luc Jansen en gemeenteraadslid Gijs van Hesteren. De Waddenvereniging was o.a. vertegenwoordigd door directeur Henk Tameling. Ook de conservators van het Scheepvaartmuseum Sneek en van het skûtsjemuseum te Eernewoude stapten in de Zuiderhaven aan boord.
We noemen ook nog de directeur van het Noordzeecollege (de Harlinger zeevaartschool), Arjen Mintjes, zelf ook ooit charterschipper op de driemaster “Linde”.

Cees Dekker, al dertig jaar vergroeid met zijn tjalk, zette de heer Draaisma in het zonnetje, nakomeling van de eigenaren van de Franeker scheepswerf Draaisma, die de Bruinvisch bouwde in 1902. Nog steeds bestaat deze werf, jammer genoeg niet meer op dezelfde plek. De prachtige historische locatie moest wijken voor nieuwe woningen. Zo is er al veel maritiem moois verdwenen in Friesland.

Vee op zee

Met de Bruinvisch werd vee vervoerd tussen de Waddeneilanden en het vasteland. Daar was haast bij, dus werd de Bruinvisch een behaald en snel schip. Ongeveer zoals bij de Friese skûtsjes, beaamde Age Veldboom; de Friezen hadden altijd al meer haast ergens te komen dan de Groningers. De directeur van het Skûtsjemuseum staat bekend als een meeslepend verteller en die naam deed hij eer aan met een hilarische anekdote over de skûtsjeschipper die bijna zijn gebit verloor bij het ronden van de bovenboei.

Cees Dekker staat in de charterwereld bekend als een groot verdediger van het varen en werken op de meest authentieke manier. Hij heeft vanaf zijn twintigste, toen hij het schip aankocht, zijn leven in dienst gesteld van het behoud van zijn dektjalk. Hij trok naar Harlingen, toen hij had ontdekt, dat zich in deze regio de geboortegrond en het vaargebied van weleer bevonden. Hij probeert zo consequent mogelijk de oude kenmerken van het schip te behouden. Zo blijft hij varen met de zeventig jaar oude Kromhout gloeikopmotor, een monument op zichzelf.

Hij refereerde nog aan de titel van het nieuwe boek: “Zand in het Zog”. Soms vaart hij over de ondiepe wantijen van het Wad, hij kijkt achterom en ziet daar het zand omhoogwolken in het kielzog van de Bruinvisch. Dat omkijken is symbolisch voor de terugblik op het verleden, die hij zijn gasten biedt. Want naast alle respect voor het verleden moet dit varende monument werken voor de kost: dag in, dag uit vaart de Bruinvisch met Dekker als zeilend bedrijfsvaartuig uit over de zilte Waddenwateren. Een varend museum, waarin de strijd met de elementen niet wordt gesimuleerd, maar werkelijk wordt beleefd.

Milieu versus economie

Henk Tameling kreeg het boek uitgereikt door Cees Dekker. Hij nam de gelegenheid te baat om de aandacht te vestigen op zijn streven naar concentratie van de diverse geledingen van de Waddenvereniging in Harlingen en naar nauwere samenwerking met de chartervloot. Niet alleen door het gezamenlijk ontwikkelen van natuur-zeilarrangementen, maar ook door samen na te denken over een gedeelde accommodatie in Harlingen. Hij mopperde daarbij over de taaiheid van de onderhandelingen, die hij daarover tot nu toe had gevoerd met het gemeentebestuur.

Dat ontlokte wethouder Sijbenga de uitspraak: “Misschien zit de Waddenclub wel te wachten op Harlingen, maar het is helemaal nog niet zeker, dat Harlingen zit te wachten op de Waddenvereniging!” Hij vond, dat de milieulobby de economische ontwikkeling van de stad ernstig gedwarsboomd heeft in het verleden. De burgers moeten wel de kans krijgen hun brood te verdienen, aldus de PvdA-wethouder.

Sijbenga gaf een positieve draai aan zijn inbreng door nog eens te benadrukken, hoe Cees Dekker en zijn schip een visitekaartje vormen voor de historische stad Harlingen. Een stad met meer dan 500 monumenten. Dat bestand is de laatste decennia aangevuld met de zeventig traditionele zeilschepen, die Harlingen als thuisbasis hebben verkozen. Als die schepen al niet altijd helemaal aan alle eisen van originaliteit voldoen, dan zijn het toch beslist uitingen van de uitoefening van een historisch ambacht, dat nog niet zo lang geleden bijna dreigde te verdwijnen. “Cees is daarvan een levend voorbeeld en misschien is het wel het beste, ook hem tot monument uit te roepen!”

“Zand in het Zog”, een coproductie van Karina Rodenburg, Cees Dekker en Uitgeverij Flevodruk, te koop in de betere maritieme boekhandel.

Zeilweekend met harde wind

Ook dit voorjaarsweekend vertrok er een vloot zeilschepen uit Harlingen met betalende passagiers. Zaterdag zag de Waddenzee er lieflijk en vriendelijk uit, met een rustig briesje. Maar zondag woei het nogal wat harder, dan het weerbericht van de Verkeerscentrale Brandaris tevoren had aangegeven. Niet de voorspelde windkracht zes blies er over het Wad, maar een volwassen windkracht zeven tot acht, met windstoten, die nog harder waren. Aan het eind van de middag werd dat bevestigd door de verkeerspost van de haven van Harlingen.

De “Esperanza met sleephulp in de Blauwe Slenk.” Foto Inge van Hesteren.

Desondanks kozen alle schippers ervoor, om de terugreis naar hun thuishaven te aanvaarden. Hun passagiers wilden ’s avonds weer graag naar huis en het weerbericht leek niet ongunstig.
Onderweg viel het echter niet altijd mee. Met name het ruige water van de Westmeep bleek scherprechter. Meerdere schepen liepen schade op. De klipper “Anna” verspeelde haar fokkeboom, de tjalk “Noordfries” had problemen met de fok en de chartercatamaran “Zeevonk” scheurde het grootzeil doormidden.

De tweemastklipper “Esperanza” kreeg problemen met een lekkende koelwaterleiding en vervolgens met het ankergerei. De klipper dreef stuurloos op de Vlieree. Gelukkig kwam er spoedig hulp van een Terschellinger bergingsmaatschappij, die de Esperanza veilig afleverde in het Dok te Harlingen.

Ook alle andere schippers brachten hun vaartuig uiteindelijk veilig naar de vaste wal.

 

Geldzaken, zeilen en droogvallen, VBZH – Politiek dagboek 5

Tussen 2002 en 2006 had ik vier jaar de eer om voor GroenLinks zitting te hebben in de Gemeenteraad van Harlingen. In februari 2003 begon ik met een weblog op het internet. Ik was één van de eerste gemeenteraadsleden die zoiets deed.
Lees hier aflevering 4

Zeilen met Staten- en gemeenteraadsleden van GroenLinks Friesland. (Foto: Inge van Hesteren)
Zeilen met Staten- en gemeenteraadsleden van GroenLinks Friesland. (Foto: Inge van Hesteren)

Lees verder Geldzaken, zeilen en droogvallen, VBZH – Politiek dagboek 5