Tagarchief: waddenzee

De aluminium kokkelkotter van Harm Teerling

HARLINGEN – In een tijd van crisis en onzekerheid was Harm Teerling er snel uit: hij verruilde zijn oude stalen kokkelschip voor een hagelnieuwe kotter, geheel opgetrokken uit aluminium. Hij trok hiermee de aandacht van collega’s, vakpers en ook van de HC.

Harm Teerling met onafscheidelijke sigaar, aan dek van zijn nieuwe aluminium kotter. (Foto: Inge van Hesteren)
Harm Teerling met onafscheidelijke sigaar, aan dek van zijn nieuwe aluminium kotter. (Foto: Inge van Hesteren)

Lees verder De aluminium kokkelkotter van Harm Teerling

Kapitein blij met unieke havenstad

HARLINGEN – Vrijdag jongstleden meerde het luxe cruiseyacht ‘Sea Dream 1’ af aan de Dokkade in Harlingen. Het was de tweede maal dat een zeegaand cruiseschip de stad aandeed, sinds de gemeente is begonnen met het aanmoedigen hiervan. Over de voorbereidingen was meer te lezen in de HC van vrijdag 15 augustus. Het was even wennen voor alle partijen, maar opvarenden, politici, ambtenaren en Harlingers waren over het bezoek zeer te spreken.

Sea Dream I © Festina Lente, Inge van Hesteren

Lees verder Kapitein blij met unieke havenstad

Brandarisrace 2009

De Brandarisrace, aan het eind van het zeilseizoen van de zeilende passagiersvaart met historische schepen. Van Harlingen naar Terschelling, al jaren georganiseerd door Herman Brandsma en henk Letsch. Zelf vaak aan meegedaan, als schipper van de Courage, de Zwarte haan, de Zuid-Holland of de Klipper Anna.

Nog steeds mooi om naar te kijken, Ook dit jaar weer een indrukwekkende start vanuit het Kimstergat naar de Pollendam.

Foto: Inge van Hesteren

Update 26 oktober:

Een reactie die binnenkwam op Plaxo Pulse. Het wordt steeds ingewikkelder met al die sociale netwerken op het internet. Als ik een ordelijk persoon zou zijn geweest dan zou ik me helemaal gekgemaakt voelen door de chaos van plekken waar ik mijn berichten en reacties dien te beheren en modereren.

“Gijs, ze staan me nog goed bij deze zeilraces, net als vele andere, zoals de Muider Hardzeildagen, de stront- en de aardappelraces en ga zo maar door.
Ik was altijd weer vereerd als jij en Inge mij uitnodigde om een onderdeel van jouw bemanning te mogen zijn.
Nog maar weer eens dank daarvoor en zo ook voor het weer op mijn netvlies zetten middels dit artikel.”

Wel een leuke reactie natuurlijk. Daar doe je het allemaal voor.

Bruinvisch-avontuur op Ameland

Vroeger kwam ik vaak op de Waddeneilanden, Ameland bijvoorbeeld. Ik was schipper op een tjalk en later een klipper. We voeren met de Duitse scholieren een ontspannen rondje: opkruisen naar Terschelling, de volgende dag over het Terschellinger wantij naar Nes, Ameland. Daarna naar Schiermonnikoog of Lauwersoog. Op donderdag waren de klasgenootjes moegefeest en op het Wadzeilen uitgekeken. Donderdagavond dus naar het café of de disco in Dokkum of Leeuwarden en vrijdag veilig weer in Harlingen, waar de schoolbus stond te wachten.

Cees bedient handles en manettes, terwijl de cilinderkop kersenrood wordt gestookt.

Woensdag was ik weer op Ameland, heel saai, met behulp van de veerdiensten van Wagenborg. Vergaderen met eilanders, over draadloos internet. Dat vind ik ook leuk, maar zo avontuurlijk als vroeger met de zeilschepen is het toch niet. Aan het eind van de middag wandelde ik naar de veerboothaven. In de jachthaven er vlak voor zag ik een bekend mastje met witte top: dat van de tjalk “Bruinvisch”. Ik besloot even een kopje thee of koffie te gaan drinken bij Cees, de illustere schipper van deze meest museale van alle historische bedrijfsvaartuigen die er nog bestaan.

Het is meestal avontuurlijk aan boord bij Cees Dekker. Er gebeurt altijd wel iets onverwachts. Het begon nog heel ontspannen, met kamillethee en het begroeten van Cees, die me altijd als een verloren zoon onthaalt. Ook enkele andere oude bekenden zaten aan dek, zoals Betty, Bart of Carina. Zij maakten het voor mij direct een waardevol bezoek. Allen mee met de Bruinvisch op een teken- en schilderreis over het Wad.

“Cees, het roer staat op de grond en het is nog lang geen laagwater!”, zei Carina, die altijd goed oplet. “Kijk, het schip zakt, het roer niet. Het wordt nu langzaam uit zijn vingerlingen omhoog gedrukt en straks valt het eruit!”

Bruinvisch in de jachthaven van Ameland. Laag water. Zal het roer eraf vallen?

Cees vond het wel meevallen, maar ik zag hem denken. Even later kondigde hij aan dat hij de motor toch maar ging starten. Misschien even een kuiltje onder het achterschip malen met de schroef?

Nu is dat starten geen kattepis. De Kromhoutmotor stamt uit de jaren twintig, moet voorgegloeid worden met een petroleumbrander, op tijd gezet met een tornijzer, aan het draaien gebracht met luchtdruk. Cees is er echter heel goed in en ik zie het hem graag doen.

Stampend, schuddend, rokend en beukend startte de eencilinder. De vlam van de brander wilde niet uit; die speelde dreigend rond allerhande leidingen en buizen in de machinekamer. Cees wist wat hij deed, draaide aan geheimzinnige wieltjes en blies de vlam uit. De schroef woelde intussen het slib onder het schip op. Het roer zakte weer een beetje terug. Maar niet genoeg. Op de kade stond een meute publiek commentaar te geven.

“Misschien moet je de spring wat vieren, dan gaat het schip wat vooruit en krijgt het achterschip dieper water!”, suggereerde Carina. Dat klonk logisch, vond ik, dus ik knikte ijverig mee. Cees vond het goed. Inderdaad, het werkte. Ik mocht meehelpen met het doorhalen van de voorlijn. Met mijn kantoorhandjes haalde ik direct een oud wondje open. Grote droppels bloed over het dek. WC-papier. Pleister niet nodig.

Het schip was weer veilig. Cees en alle bemanningsleden waren opgelucht en gelukkig. De passagiers lieten het allemaal wonderbaarlijk gelaten over zich heen komen, door de wol geverfd als ze waren. Van Cees waren ze wel wat gewend.

De veerboot stond op vertrekken. Nee, ik kon niet blijven eten, hoe gezellig dat ook leek. Het was de laatste boot en de Bruinvisch zou me niet kunnen overzetten. De tjalk lag droog tot het volgende hoogwater.

Altijd weer avontuurlijk, die bruine vloot. Waarom was ik daar ook alweer mee gestopt?

Dualisme in Harlingen – Politiek dagboek 23

Tussen 2002 en 2006 had ik vier jaar de eer om voor GroenLinks zitting te hebben in de Gemeenteraad van Harlingen. In februari 2003 begon ik met een weblog op het internet. Ik was één van de eerste gemeenteraadsleden die zoiets deed. Lees hier de voorgaande aflevering 22.

Donderdag 13 november

Een bewogen avond, deze gemeenteraadsvergadering, voor zover die kwalificatie van toepassing kan zijn op een gezelschap dames en heren van middelbare leeftijd die zich verzameld hebben in een bedompt zaaltje. De beweging zat misschien in het hart, dat overliep en in de woorden, die niet gezegd zijn…

Was er sprake van emoties, die stamden uit een vorige raadsperiode? In elk geval woedde er een onbenoemde strijd en ik denk dat die ging om de macht. Een machtsstrijd tussen raad en college, wetgevers en uitvoerders, die veroorzaakt is door de overgang naar het dualisme; of we het nu leuk vinden of niet, de grenzen tussen ieders competentie blijken opnieuw getrokken te moeten worden.

Herbenoemingsverordening

De discussie over de herbenoemingsprocedure van de burgemeester leidde ten gevolge van dit alles tot een schorsing van de vergadering. Gedurende deze time-out spraken sommigen geladen woorden. De fractievoorzitters deden dat onderling en in afzondering, waarbij de griffier degene was, die de juistheid van de standpunten mocht toetsen. De overigen en het college spraken off the record tot elkaar, maar wel in de aanwezigheid van de verzamelde pers, die een en ander met belangstelling noteerde.

Nadat de schorsing achter de rug was, werd het procedurevoorstel ongewijzigd aangenomen. Hadden de fracties besloten hun kruit droog te houden tot in de vertrouwenscommissie?

Waar ging dit eigenlijk allemaal over? Een dualistisch vraagstuk. Zijn de wethouders wél of níet structureel adviseurs van de herbenoemingscommissie? Mag deze commissie daarnaast nog andere externe adviseurs raadplegen? Wie het weten wil, mag het vragen aan de griffier.

Vertrouwenscommissie

Joop had mij voorgedragen om zitting te nemen in die commissie. Voor hem hoefde het niet, zo zei hij mij. Ik vond dat best, zo krijg je weer de kans om iets bij te leren. Maar van Gerben Boskma van het CDA “mocht het niet”. Gerben heeft als voorzitter van de raadscommissie natuurlijk recht van spreken. Hij wilde de vertrouwenscommissie exclusief samenstellen uit de fractievoorzitters. Morrend legde Joop zich daar bij neer. En ik vond het weer best. Zo leer je ook steeds weer iets bij…

Internet

Ook de burgemeester begeeft zich op het internet en leest zelfs deze weblog, zo vertrouwde hij mij toe bij mijn binnenkomst. Hij schaart zich daarmee achter wethouder Piet Waaijer, die al langer meeleest en die zich zelfs heeft geabonneerd op de GroenLinks nieuwsbrief. Hij heeft wat dat betreft een beetje pech, trouwens, want de nieuwste nieuwsbrief is nog niet uitgekomen, sinds hij abonnee is geworden. Piet, het komt binnenkort!

Dit alles opent nieuwe perspectieven voor dit dagboek. Kan ik hier en daar, tussen de regels door, de burgemeester een goede groenlinkse gedachte influisteren, zoals een boek onder het hoofdkussen dat tijdens de nacht zo goed schijnt te kunnen doen? Wie weet, over enkele weken ziet het collegebeleid er een tikje groener en linkser uit. Mooie dromen.

Friese Havendagen

Opnieuw geïnspireerde woorden van onze burgemeester, die werkelijk álles gaf om een (volgens mij ook in zijn eigen ogen procedureel opzicht onvoldoende onderbouwd voorstel) door de raad aanvaard te krijgen.

Mijn eigen mening: het blijft een blanco cheque, die we toekennen. Promotie door deze Havendagen: okee. Een ton euro’s toekennen: okee. We zijn best bereid vertrouwen te schenken, echter we willen de uitgave graag verantwoorden aan de bevolking van Harlingen. Andere verenigingen moeten óók met een begroting komen.

Ik wil graag een lans breken voor mijn fractievoorzitter Joop van der Heide, die deze Havendagen eigenlijk dolgraag door wil laten gaan. In opdracht van mij en de steunfractie moest hij zijn eerdere standpunt (commissievergadering) nuanceren; dat heeft hij loyaal gedaan. Goed gedaan Joop!

Joop en ik hebben tijdens de bespreking samen overlegd, goed geluisterd naar de argumenten van burgemeester Arlman en naar Wouter van den Brands (Harlinger Belang) nuanceringen. Uiteindelijk hebben we ingestemd met het voorstel.

Flauw, dat andere fracties hem verweten gemakkelijk van mening te veranderen; we willen zo graag meer discussie in de raad en dat eenmaal ingenomen standpunten niet als in rots gebeiteld zijn. Nu láát Joop zich overtuigen door de discussie en weer is het niet goed.

Plan Ludinga

Volgens de burgemeester konden we toestemming niet onthouden aan het ontwerp-bestemmingsplan Ludinga. Het was een ontwerp, dus konden we hooguit niet instemmen met het voorleggen van het ontwerp. Goedkeuring kan de raad pas al dan niet geven na de inspraakprocedure. Ook goed.

Motie betonning op het Wad

Een vergadering waarin veel is besproken en waarover wij tevreden zijn, alleen al vanwege het aannemen van onze motie over de betonning. Zie daarvoor de nieuwspagina. Én de burgemeester tot een gelukkig man gemaakt (door de subsidie voor de Havendagen tóch goed te keuren)!

Lees hier aflevering 24.

Stroperig vergaderen en inspraak – Politiek dagboek 18

Tussen 2002 en 2006 had ik vier jaar de eer om voor GroenLinks zitting te hebben in de Gemeenteraad van Harlingen. In februari 2003 begon ik met een weblog op het internet. Ik was één van de eerste gemeenteraadsleden die zoiets deed.
Lees hier de voorgaande aflevering 17.

Donderdag 2 oktober

In de commissievergadering is weer langdurig en langdradig ingegaan op allerlei details, die volgens mij niet echt ter zake doen. Je zou het toch moeten hebben over besturen op hoofdlijnen?

De Evangelische Gemeente heeft een grief over haar huisvesting en maakt gebruik van het inspreekrecht. De commissie neemt de inspraak ter kennis en gaat niet nader in op het probleem. Ons is ook niet duidelijk wat er nu precies speelt en we hebben ons voorgenomen hierover contact op te nemen met de Gemeente.

Het plan van de vereniging van sloepenroeiers kost geld. Ze willen een stuk grond en een paar loodsen voor de stalling van hun wedstrijdsloepen. In eerste termijn zijn bijna alle fracties aarzelend over het ter beschikking stellen van een krediet van meer dan twee ton Euro. Wethouder Piet Waaijer steekt een geïnspireerd verhaal af, waarna in 2e termijn de opinie ietwat bijgesteld is. Ook die van ons: we zijn geneigd er positief over te gaan denken. Tenslotte is het roeien de Harlinger volkssport nummer twee, na het voetballen.

Woensdag 8 oktober

Gisteravond een lange vergadering van het VBZH-bestuur (Verenigde Bruine Zeilvaart Harlingen). Daar zit ik in, om bij het overleg over een aantal Waddenzaken in het Toeristisch Overleg Waddenzee (T.O.W.) een zeker mandaat te kunnen hebben, in dit geval van zeventig beroepsmatige Wadzeilers: de bruine vloot van Harlingen.
Het ging dinsdagavond over de toeristenbelasting natuurlijk – en hoe verder. Voorts over de Vlootdag 2004, de bestuurssamenstelling, het draagvlak in de vereniging (waar hoor je niet dat het moeilijk is om betrokken mensen in besturen te krijgen?).

Medezeggenschap voor burgers

Vanavond een bijeenkomst van het Raadspresidium. De fractievoorzitters of hun vervangers (ik bijvoorbeeld) bespreken de voortgang van een en ander met college en ambtelijke top. Ik ben benieuwd.

Enkele korte indrukken:
Niet alles wat er besproken wordt blijkt voor publicatie vatbaar, moet zelfs ik toegeven.
Ik heb mijn best moeten doen om de inspreekrechten van burgers in de raadscommissie te verdedigen op het huidige peil. Toegegeven, soms is de inspraak niet erg relevant of zelfs helemaal niet. Maar het is wel een recht en een mogelijkheid voor de burger om naar de politiek toe te komen. En wie zijn wij om te bepalen wat goede of slechte inspraak is? Ook de inbreng van raadsleden is lang niet altijd een toonbeeld van correctheid of relevantie.

Sommigen vonden, dat de inspraak van burgers aan banden gelegd zou moeten worden. Er zou te ongericht ingesproken worden. Zo werd het geval aangehaald van de radeloze moeder en van de insprekers van de Evangelische Gemeente. Beide zaken stonden niet op de officiële agenda. De raad kan dan ook niet officieel reageren (?). Moet er niet een filter zijn?

Ik ben hier tegenin gegaan. Met het op voorhand enigszins filteren van de onderwerpen van insprekers kon ik wel instemmen – ten behoeve van de insprekers zelf. Maar een veto op inspraak vanuit de raadscommissie zou me veel te ver gaan. Dit soort inspraak is voor de burgers een van de weinige momenten, waarop zij het idee hebben dat hun mening er toe doet. Al kan de raad er soms juridisch of procedureel niets mee, toch moet de raad hier m.i. zijn oor aan lenen. In een volgende raadsvergadering zou aan zo’n onderwerp dan wél aandacht kunnen worden besteed. Daargelaten dan nog, dat GL vindt, dat het inspraakrecht juist uitgebreid zou moeten worden. B.v. een initiatiefrecht voor burgers: agendapunten inbrengen in de raadsvergadering. Gelukkig vond ik voldoende steun bij andere fracties om voorlopig een wijziging ten nadele van inspraak door burgers tegen te gaan. Maar we moeten zeer waakzaam blijven, want het onderwerp is op de agenda blijven staan.

Wordt vervolgd in aflevering 19.

 

 

 

Motorbootjesmensen en toeristenbelasting – Politiek dagboek 11

Tussen 2002 en 2006 had ik vier jaar de eer om voor GroenLinks zitting te hebben in de Gemeenteraad van Harlingen. In februari 2003 begon ik met een weblog op het internet. Ik was één van de eerste gemeenteraadsleden die zoiets deed. Lees hier de voorgaande aflevering 10.

Varend erfgoed.(Foto: Gijs van Hesteren)
Varend erfgoed.
(Foto: Gijs van Hesteren)

Woensdag 2 juli

Harlingen werd verblijd met de Pavillon d’Or. Een reünie voor motorbootjesmensen met blauwe blazers en gouden knopen. Eli de Waal wijdde er in de Harlinger Courant al een vinnig stukje aan. Ach, ieder zijn vermaak op het water, heb ik eerst gedacht, maar ik kan met De Waal meevoelen. Zeker, nadat een collega van me bij het manoeuvreren met zijn klipper in de Zuiderhaven een grote mond kreeg van één der blazers. Hij moest onmiddellijk ophouden met dat schroefwater. Zo kwam er teveel zout water op de romp van het stoere motorjacht. Tja.

Wat je je als raadslid steeds afvraagt, bij het aanschouwen van alle faciliteiten (tenten, inderhaast opgehoogde en geëgaliseerde terreinen, speciaal aangebracht plaveisel, een gemeentevoorlichter die zich het vuur uit de sloffen rent) die onze gemeente aan deze captains of industry aanbiedt: wie betaalt dat eigenlijk allemaal?
Beetje zuur misschien, dit commentaar, typisch GroenLinks misschien? Maar ben ik daarvoor niet ingehuurd?

Woensdag 9 juli

Ik kom Eli de Waal tegen, als ik met de hond op weg ben naar de dierenarts. Hij vertelt me, dat hij heeft gehoord, dat de deelnemers van de motorbotenreünie vrijgesteld waren van havengeld. En dat de gemeente er volgens hem heel wat geld in heeft gestoken. Hoe dat zit, zou ik zo niet weten. Misschien hebben ze het wel zélf betaald allemaal! Ik zou het na kunnen vragen bij de gemeente.
Aan de andere kant lees ik in de krant over de inzet van vele Harlinger vrijwilligers en hoe leuk het allemaal was. Tja, die vrijwilligers willen we niet voor het hoofd stoten, natuurlijk. Ze hebben niet voor niets al die tijd erin gestoken. Er moet ergens een hoger doel mee gediend zijn, ja toch?

Vrijdag 11 juli

Harlingen te duur voor traditionele zeilschepen?

De Harlinger oud-charterschipper Herman Brandsma stelt in het huis-aan-huisblad “Van Wad tot Stad” de hoge haventarieven voor passanten van de bruine vloot aan de kaak. De zeventig klipperschippers, die Harlingen als uitvalsbasis hebben, zijn best tevreden over hun thuishaven. Anders ligt dat volgens Brandsma voor degenen, die Harlingen bezoeken als passant.

De Nederlandse vloot historische zeilschepen is de laatste twintig jaar nogal in omvang toegenomen, momenteel staan er ruim vijfhonderd schepen ingeschreven voor bedrijfsmatige passagierszeilvaart. De zeventig Harlinger schippers hebben de Friese zeestad tot de grootste charterhaven van de wereld gemaakt, in zijn soort althans. De verhouding met het gemeentebestuur is helemaal niet slecht. Er worden veel voorzieningen aangelegd, er is sprake van regelmatig en goed overleg. Een kleine smet daarop was recentelijk de discussie over de invoering van toeristenbelasting. Hierover is het laatste woord nog niet gezegd.

De schippers die vanuit thuishavens rond het IJsselmeer noordwaarts zeilen mopperen echter over de hoogte van de haventarieven. Een gemiddeld zeilcharterschip is dertig meter lang en vervoert 25 passagiers. Onderzoek wijst uit dat de schipper voor een overnachting een bedrag kwijt is van ongeveer 37,50 euro. Dit onderzoek is gedaan door de BBZ, de Nederlandse vereniging voor chartervaart.

Met dit bedrag valt Harlingen in dezelfde categorie als verscheidene belangrijke IJsselmeerhavens: Lemmer, Stavoren, Muiden. Het is er zelfs iets goedkoper dan in de vergelijkbare mega-charterhaven Enkhuizen. Beduidend goedkoper echter kan men terecht in Lelystad, Hoorn of Makkum, waar het gemiddelde rond de 28 euro zit. Bepaald voordelig zijn Oudeschild of Terschelling (plm. EU 17,50). Dit verklaart direct de grotere aantrekkingskracht van deze naburige havens. Niet alleen spreekt het ‘eilandgevoel’ de passagiers meer aan, het tarief is voor de schippers een aansporing nog even verder te zeilen!

Ook de plaatselijke middenstand is ontevreden, getuige de uitspraken van Herman Brandsma. Hij stelt terecht vast, dat meer passanten meer passagiers opleveren en dus direct meer omzet voor de middenstand in de stad Harlingen.

Het is de afdeling Havenbeheer niet kwalijk te nemen, dat zij probeert zoveel mogelijk kostendekkend te werken. Bevordering van cultuurtoerisme zit niet in haar takenpakket. Wél in dat van het gemeentebestuur van Harlingen: in het licht van op til zijnde nieuwe verbeteringen van de faciliteiten, is het misschien raadzaam, het streven naar meer passantenbezoeken mee te nemen bij de vaststelling van haventarieven.

Met name de chartervaart is een nieuwe en vernieuwende vorm van cultuurtoerisme gebleken. Kwaliteitsverbetering van de havenvoorzieningen gaat hand in hand met kwaliteitsverbetering van de clientele. De passantenschippers hikken kennelijk aan tegen de hoogte van het havengeld; uit hún beurs moeten de heffingen betaald worden. Zij moeten over de streep worden getrokken. Tenminste, als de stad prijs stelt op meer leven in de haven op dagen dat de thuisvloot onderweg is.

De mogelijke invoering van toeristenbelasting zal natuurlijk invloed hebben op de rangorde van Harlingen in de tarievenlijst van passantenhavens. Zowel de Harlinger schippers als de passanten zouden te maken krijgen met een verhoging van de kosten. De eerstgenoemde categorie zal natuurlijk protesteren, maar heeft weinig keus. De passanten echter, zullen het rekensommetje opnieuw maken en ontdekken, dat het gemiddelde tarief nu is gestegen tot 49,50 euro. Daarmee plaatst Harlingen zich in de top vier van dure Nederlandse charterhavens. In het Noorden zijn alleen Vlieland en Ameland dan nog duurder. Harlingen zal zich moeten afvragen, of zij de charterpassagiers en –schippers voor dat geld evenveel kan bieden als deze Waddeneilanden, in de wetenschap, dat Terschelling en Texel slechts één derde berekenen.

Alleen het standpunt van schippers, winkeliers en horeca kan niet bepalend zijn voor het beleid rond havens en toerisme. Echter, als een gemeentebestuur vanuit een bredere visie beleid wil ontwikkelen en uitvoeren, moet het niet alleen de effecten op de boekhouding, maar ook het maatschappelijk en economisch rendement van zijn maatregelen meewegen.

Wordt vervolgd in deel 12.

Zand in het zog van de Bruinvisch

Eeuwfeest afgesloten met uitgave boek

Harlingen, 2 juni. Maandagavond vond aan boord van de dektjalk Bruinvisch de presentatie plaats van het nieuwe boek “Zand in het zog”, een beschrijving van honderd jaar zoutwaterzeilen. Schip én schipper hebben inmiddels een dertigjarige historie achter zich. Karina Rodenburg beschreef het in dit door Flevodruk te Harlingen uitgegeven boek.

Cees Dekker vertelt in het ruim van zijn tjalk over de geschiedenis van zijn schip. Verder op de foto onder meer wethouder Jan Sijbenga, de penningmeester van de Vereniging Maritieme Monumenten Harlingen: Fokko-Jan Udema, en de directeur van de zeevaartschool, Arjen Mintjes.
Foto: © Festina Lente, Inge van Hesteren

De mooi uitgevoerde en vlotgeschreven uitgave bevat teksten en beeldmateriaal uit de laatste eeuw. Het illustreert daarmee een stukje maritieme en sociale geschiedenis van het noorden van Nederland.

Vele prominenten uit de wereld van het historische schip waren present, waaronder de voorzitter van de Landelijke Vereniging tot Behoud van het Historisch Bedrijfsvaartuig, Edu van de Velde. Daarnaast ook Jan Pieter Janse, vertegenwoordiger van de FONV.
Namens de gemeente Harlingen waren er wethouder Jan Sijbenga, directeur Havenbeheer Luc Jansen en gemeenteraadslid Gijs van Hesteren. De Waddenvereniging was o.a. vertegenwoordigd door directeur Henk Tameling. Ook de conservators van het Scheepvaartmuseum Sneek en van het skûtsjemuseum te Eernewoude stapten in de Zuiderhaven aan boord.
We noemen ook nog de directeur van het Noordzeecollege (de Harlinger zeevaartschool), Arjen Mintjes, zelf ook ooit charterschipper op de driemaster “Linde”.

Cees Dekker, al dertig jaar vergroeid met zijn tjalk, zette de heer Draaisma in het zonnetje, nakomeling van de eigenaren van de Franeker scheepswerf Draaisma, die de Bruinvisch bouwde in 1902. Nog steeds bestaat deze werf, jammer genoeg niet meer op dezelfde plek. De prachtige historische locatie moest wijken voor nieuwe woningen. Zo is er al veel maritiem moois verdwenen in Friesland.

Vee op zee

Met de Bruinvisch werd vee vervoerd tussen de Waddeneilanden en het vasteland. Daar was haast bij, dus werd de Bruinvisch een behaald en snel schip. Ongeveer zoals bij de Friese skûtsjes, beaamde Age Veldboom; de Friezen hadden altijd al meer haast ergens te komen dan de Groningers. De directeur van het Skûtsjemuseum staat bekend als een meeslepend verteller en die naam deed hij eer aan met een hilarische anekdote over de skûtsjeschipper die bijna zijn gebit verloor bij het ronden van de bovenboei.

Cees Dekker staat in de charterwereld bekend als een groot verdediger van het varen en werken op de meest authentieke manier. Hij heeft vanaf zijn twintigste, toen hij het schip aankocht, zijn leven in dienst gesteld van het behoud van zijn dektjalk. Hij trok naar Harlingen, toen hij had ontdekt, dat zich in deze regio de geboortegrond en het vaargebied van weleer bevonden. Hij probeert zo consequent mogelijk de oude kenmerken van het schip te behouden. Zo blijft hij varen met de zeventig jaar oude Kromhout gloeikopmotor, een monument op zichzelf.

Hij refereerde nog aan de titel van het nieuwe boek: “Zand in het Zog”. Soms vaart hij over de ondiepe wantijen van het Wad, hij kijkt achterom en ziet daar het zand omhoogwolken in het kielzog van de Bruinvisch. Dat omkijken is symbolisch voor de terugblik op het verleden, die hij zijn gasten biedt. Want naast alle respect voor het verleden moet dit varende monument werken voor de kost: dag in, dag uit vaart de Bruinvisch met Dekker als zeilend bedrijfsvaartuig uit over de zilte Waddenwateren. Een varend museum, waarin de strijd met de elementen niet wordt gesimuleerd, maar werkelijk wordt beleefd.

Milieu versus economie

Henk Tameling kreeg het boek uitgereikt door Cees Dekker. Hij nam de gelegenheid te baat om de aandacht te vestigen op zijn streven naar concentratie van de diverse geledingen van de Waddenvereniging in Harlingen en naar nauwere samenwerking met de chartervloot. Niet alleen door het gezamenlijk ontwikkelen van natuur-zeilarrangementen, maar ook door samen na te denken over een gedeelde accommodatie in Harlingen. Hij mopperde daarbij over de taaiheid van de onderhandelingen, die hij daarover tot nu toe had gevoerd met het gemeentebestuur.

Dat ontlokte wethouder Sijbenga de uitspraak: “Misschien zit de Waddenclub wel te wachten op Harlingen, maar het is helemaal nog niet zeker, dat Harlingen zit te wachten op de Waddenvereniging!” Hij vond, dat de milieulobby de economische ontwikkeling van de stad ernstig gedwarsboomd heeft in het verleden. De burgers moeten wel de kans krijgen hun brood te verdienen, aldus de PvdA-wethouder.

Sijbenga gaf een positieve draai aan zijn inbreng door nog eens te benadrukken, hoe Cees Dekker en zijn schip een visitekaartje vormen voor de historische stad Harlingen. Een stad met meer dan 500 monumenten. Dat bestand is de laatste decennia aangevuld met de zeventig traditionele zeilschepen, die Harlingen als thuisbasis hebben verkozen. Als die schepen al niet altijd helemaal aan alle eisen van originaliteit voldoen, dan zijn het toch beslist uitingen van de uitoefening van een historisch ambacht, dat nog niet zo lang geleden bijna dreigde te verdwijnen. “Cees is daarvan een levend voorbeeld en misschien is het wel het beste, ook hem tot monument uit te roepen!”

“Zand in het Zog”, een coproductie van Karina Rodenburg, Cees Dekker en Uitgeverij Flevodruk, te koop in de betere maritieme boekhandel.

Een geërgerde burgemeester Arlman – Politiek dagboek 6

Tussen 2002 en 2006 had ik vier jaar de eer om voor GroenLinks zitting te hebben in de Gemeenteraad van Harlingen. In februari 2003 begon ik met een weblog op het internet. Ik was één van de eerste gemeenteraadsleden die zoiets deed.
Lees hier de voorgaande aflevering 5.

Donderdag 1 mei

Na alle Koninginnedagflauwekul vergeten we het nog wel eens: de eerste mei is de dag waarop we de Dag van de Arbeid vieren.
Misschien weet u het nog wel: internationale solidariteit, samen staan we sterk.

Van Joop van der Heide hoor ik, dat onze burgervader Chris Arlman niet blij was door onze opmerkingen over zijn stijl van voorzitten, zoals we die hebben opgeschreven in onze versie van het raadsprogramma. In het duale stelsel moet ook de raad met een beleidsprogramma voor de lange termijn komen. De griffier heeft alle fracties gevraagd om hun visie. De meeste fracties vonden een half A-4tje voldoende. Wij hebben een doorwrocht essay van tien pagina’s ingeleverd. Als kapstok hebben we het collegeprogramma gebruikt. Het college had mooie woorden gebezigd over de verhouding van de politiek met de burgers. Een goede gelegenheid, vonden wij, om een kritische noot te plaatsen bij de dominante manier van voorzitten van de burgemeester.
“Wie heeft dit eigenlijk geschreven?”, vroeg hij zich af tijdens het fractievoorzittersoverleg. Driemaal raden. Hij wenste excuses van de schrijver, c.q. van GroenLinks. Dat zit er niet in.

Woensdag 7 mei

Vanavond is het vergadering van de Raadscommissie. Ik zit op Terschelling met de klipper Anna en een groep Groningers, die het schip hebben gecharterd. Hoe graag ik het ook zou willen, vanavond nog afreizen naar Harlingen met Rederij Doeksen breng ik na een lange dag wadzeilen niet meer op. Morgen moeten we droogvallen om vijf  uur ’s morgens; dat haal ik ook niet met de terugreis… Joop van der Heide zal me afmelden. Ik ben wél heel benieuwd hoe de vergadering is verlopen. Dat vraag ik later deze week nog wel na.

Convenant wadvaren

Donderdag 8 mei

De Stuurgroep Waddenprovincies treft voorbereidingen tot de ondertekening van het convenant over wadvaren, dat overheden en gebruikers zullen sluiten. Dat dit echt door zal gaan, wordt alleen maar waarschijnlijker, nu recentelijk ook de gemeenteraden van Terschelling en Vlieland zich hebben geschaard achter deze plannen. Goed zo, collega’s! Hugo Eekhof, de coördinator van de Stuurgroep, zoekt een locatie voor de officiële ondertekening. Is er een klipper beschikbaar in Harlingen? Jawel, de Anna, email ik hem.

Zondag 11 mei

Van Joop ontvang ik een concepttekst voor de Algemene Beschouwingen. We krijgen allemaal even de kans er op te reageren. Sanne, Janny en ik sturen Joop op- en aanmerkingen, die Joop prompt verwerkt. Daarna gaat het stuk naar het stadhuis. Toch handig, dat internet. Binnenkort komt de bedoelde tekst hier op de website.
Ik vraag aan Joop, waarom er een embargo op de tekst ligt. “Tja, zegt hij, dat is hier de mores.” Maar waarom dat zo is, weet hij ook niet. Het is toch óns verhaal, een bekend verhaal bovendien, dat we te pas en te onpas uitdragen. Dus voor publicatie hebben we toch geen toestemming nodig? We zijn het roerend eens en komen erop terug.

Dienst SOZAWE in Zwarte Haan

Dinsdag 13 mei

Terwijl in Den Haag zware kwesties van nationaal en bovennationaal belang worden besproken, blijf ik in ons gemeentetje maar gewoon stug doorkrabbelen aan mijn onbeduidende dagboekje.
Aan het einde van de wereld arriveer ik motorrijdend door een prachtige avond, waar zon en felle buien elkaar afwisselen tegen de achtergrond van aan het zwerk voortjagende aardappelschepen bij de Zwarte Haan, een uitspanning waar de intergemeentelijke Dienst SoZaWe 1) een avond heeft belegd om raadsleden te informeren over de nieuwste ontwikkelingen op dit gebied.
Na het uitpellen van het motorpak (rij nooit zonder: vermijd lelijke schaafwonden!) schuif ik in het sfeervolle etablissement aan een tafeltje bij enkele collega’s uit Harlingen.
Met de PvdA’ers Sita Helfrich en Jilles Toornstra drink ik een kopje koffie. We bespreken informeel diverse ditjes en datjes. wisselen wat nieuws uit. Terwijl ik vorige week op het Wad zeilde, was er raadscommissievergadering. Ze brengen er verslag van uit, met gemengde gevoelens. Ik deel hun zorg over de lichtgeraaktheid van ons bestuurlijk college.

Wiko van der Meulen, wethouder te Menaldumadeel en voorzitter van het bestuur van de Dienst, houdt een inleiding. Steekwoorden bij zijn visie op de nabije toekomst zijn: toenemend aantal uitkeringsgerechtigden, minder budget voor de gemeenten, meer risico bij de gemeenten. Na zijn inleiding gaat Fred Jansen, directeur van de Dienst, dieper in op de cijfers en de problematiek. Het ziet ernaar uit, dat er een financieel gat zal ontstaan. Vervolgens gaan wij uiteen in vier groepjes, om stellingen te bediscussiëren.
Ook Gerben Boskma is er, de fractievoorzitter van het CDA in Harlingen. Samen met hem zit ik in een deelgroepje. CDA en GroenLinks zijn niet direct politieke vrienden, maar we kunnen het best met elkaar vinden en we vinden het leuk, elkaar dit keer eens in een minder formele situatie te kunnen spreken. We zijn het zelfs tamelijk eens over de stellingen, die SoZaWe ons heeft voorgelegd. De eerste stelling vraagt ons of toenemende intergemeentelijke integratie van sociaal beleid met economisch beleid wenselijk is. Bijna alle aanwezigen onderschrijven dat; Gerben laat zelfs het woord gemeentelijke herindeling vallen. Hij laat het alleen maar vallen trouwens, want iedereen “valt” vervolgens over die opmerking heen. Splendid isolation in Fryslân… Zo had hij het ook niet bedoeld. Even serieus, het gaat om meer samenwerking bij economische ontwikkeling en minder concurrentie tussen de vijf gemeenten. Denk aan industrieterreinen, glastuinbouw, scholing en opleiding.
De tweede stelling vraagt de raadsleden of zij mensen die in de bijstand terecht dreigen te komen aan het werk willen houden in het gesubsidieerde arbeidscircuit 2).
Dat kost geld, maar minder dan het financiële gat, dat ontstaat als we alleen maar dowmweg een uitkering toedienen. Ook hier is de zaal het tamelijk eens, al vinden velen, dat de subsidiebanen moeten leiden tot herintreding in de reguliere arbeidsmarkt. Tja, tuurlijk, maar die banen zijn er straks niet meer, dus die tijdelijke banen zouden wel eens jaren kunnen duren.
Zelf vind ik, als GroenLinkser, dat de overheid hier een taak heeft. Betalen voor die banen, mensen! Dan moeten we maar keuzes maken in de begroting!

Noot 1): SoZaWe betekent: Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Vijf gemeenten hebben hun afdelingen samengevoegd, omdat het werk en de kosten voor een kleine gemeente alleen niet meer op te brengen zijn. Deelnemers zijn naast Harlingen: Franekeradeel, Menaldumadeel, Het Bildt en Vlieland.

Noot 2) ID- en WIW- banen verdwijnen, in de plaats daarvan krijgen gemeenten een eigen budget.

Wordt vervolgd in deel 7.

 

Zeilweekend met harde wind

Ook dit voorjaarsweekend vertrok er een vloot zeilschepen uit Harlingen met betalende passagiers. Zaterdag zag de Waddenzee er lieflijk en vriendelijk uit, met een rustig briesje. Maar zondag woei het nogal wat harder, dan het weerbericht van de Verkeerscentrale Brandaris tevoren had aangegeven. Niet de voorspelde windkracht zes blies er over het Wad, maar een volwassen windkracht zeven tot acht, met windstoten, die nog harder waren. Aan het eind van de middag werd dat bevestigd door de verkeerspost van de haven van Harlingen.

De “Esperanza met sleephulp in de Blauwe Slenk.” Foto Inge van Hesteren.

Desondanks kozen alle schippers ervoor, om de terugreis naar hun thuishaven te aanvaarden. Hun passagiers wilden ’s avonds weer graag naar huis en het weerbericht leek niet ongunstig.
Onderweg viel het echter niet altijd mee. Met name het ruige water van de Westmeep bleek scherprechter. Meerdere schepen liepen schade op. De klipper “Anna” verspeelde haar fokkeboom, de tjalk “Noordfries” had problemen met de fok en de chartercatamaran “Zeevonk” scheurde het grootzeil doormidden.

De tweemastklipper “Esperanza” kreeg problemen met een lekkende koelwaterleiding en vervolgens met het ankergerei. De klipper dreef stuurloos op de Vlieree. Gelukkig kwam er spoedig hulp van een Terschellinger bergingsmaatschappij, die de Esperanza veilig afleverde in het Dok te Harlingen.

Ook alle andere schippers brachten hun vaartuig uiteindelijk veilig naar de vaste wal.